JavaScript is required for this website to work.
post

Een knarsetandende kanselier

Dirk Rochtus21/1/2013Leestijd 3 minuten

Lang op voorhand noemden de Duitse media de verkiezingen in de deelstaat Nedersaksen een ‘Schicksalswahl’. Dat doen ze wel meer, dramatische woorden gebruiken. En toch, toch beslissen deze verkiezingen wellicht ook mee over het lot van bondskanselier Angela Merkel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nedersaksen als testcase

Sinds 2010 bestuurde David McAllister als christendemocratisch minister-president de deelstaat – ‘das Land’ – Nedersaksen in het noordwesten van de Bondsrepubliek Duitsland. De zoon van een Schot (die als geallieerde soldaat in 1945 op Duitse bodem had gestreden) gold als ‘kroonprins’ van bondskanselier Merkel (CDU). Op zondag 20 januari werd hij uitgedaagd door Stephan Weil, de sociaaldemocratische burgemeester van Hannover. De vraag of zwart-geel, de coalitie van christendemocraten (CDU) en liberalen (FDP), al dan niet zou worden afgelost door rood-groen (SPD en Grüne), werd als test bestempeld voor de verkiezingen voor de Bondsdag, het federale parlement, op 22 september. De CDU maakte zich niet al te veel zorgen met McAllister als geliefde ‘Landesvater’. Andere koek was de FDP. Interne ruzies voorspelden niet veel goeds voor de liberalen. Zouden ze de kiesdrempel van vijf procent wel halen? En zelfs dan, zou het volstaan om zwart-geel aan het regeringsroer te houden?

Juichen

Over peilingen wordt wel eens gezegd dat ze er vaak naast zitten. Dat was deze keer zeker het geval wat de FDP betreft. Net zoals bij vorige deelstaatverkiezingen in Noordrijn-Westfalen en Sleeswijk-Holstein deden de liberalen het in Nedersaksen met bijna tien procent dubbel zo goed als wat de peilingen hadden laten uitschijnen. Voor de FDP gaat het mooie spreekwoord op: ‘Totgesagte leben länger’ (vrij vertaald: krakende wagens lopen het langst). Ook de Duitse Groenen behaalden met 13 procent een eclatante overwinning (een winst van bijna zes procent was dat tegenover 2008).

Dat is zelfs niet meer zo ongewoon. Duitsland leveren ze in de deelstaat Baden-Württemberg zelfs de eerste groene minister-president en in Stuttgart, de hoofdstad van die deelstaat, de eerste groene burgemeester. Ook de sociaaldemocraten klommen in de kiezersgunst. Binnen de SPD had heel de tijd bezorgdheid geheerst of bepaalde ongelukkige uitspraken van haar kandidaat-kanselier Peer Steinbrück haar niet de das zouden omdoen. De winst (van 30,3 naar 32,6 procent) mag wel niet doen vergeten dat de uitslag haar tweede slechtste is in de geschiedenis van Nedersaksen.

Verliezers

Geen reden tot juichen heeft de CDU. Weliswaar is ze met 36 % de sterkste partij, maar ze verloor 6,5 procent. De oorzaak daarvan is de ‘opofferingszin’ van vele CDU-kiezers. In het Duitse kiessysteem beschikt de kiezer over twee stemmen. Met de Erststimme kiest hij/zij voor een kandidaat van een bepaalde partij in het eigen district, met de Zweitstimme voor een partijlijst op deelstaatniveau. In de hoop op een zwart-gele meerderheid hebben 101.000 CDU-kiezers hun tweede stem gegeven of ‘uitgeleend’ aan de FDP. De verachting van SPD en Grüne voor de FDP lag er dan ook dik op. Groene politici noemden haar een ‘opgeblazen partij’; Sigmar Gabriel, voorzitter van de SPD, gewaagde zelfs van ‘Fremdblutzufuhr’.

De links-radicale ‘Die Linke’ vliegt uit het deelstaatparlement, de Piraten komen er niet eens in. Voor de ‘Linke’ als een partij met Oost-Duitse wortels betekent dit het begin van het einde in West-Duitsland; de Piraten gaan ten onder aan de eigen chaos.

Knarsetanden

Tot middernacht heerste er een patstelling tussen zwart-geel en rood-groen. Uiteindelijk sleepte rood-groen een mandaat meer in de wacht dan CDU en FDP samen (69 tegenover 68). Het is de vijfde deelstaatverkiezing waar de CDU klappen krijgt. Zwart-geel verliest nu ook de meerderheid in de Bondsraad, de deelstatenkamer. Een bittere pil is het voor Merkel. Ze beseft knarsetandend dat de CDU-kiezers met hun tweede stem de FDP hebben gered ten koste van de eigen partij. Met die ervaring voor ogen zullen heel wat minder christendemocraten in september geneigd zijn hun tweede stem te geven aan de FDP (en dan zijn er niet alleen verkiezingen voor de Bondsdag, maar kort daarvoor ook in de deelstaat Beieren). Veelbetekenend is de tweet van Dorothee Bär, vice-voorzitster van de CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU, kort na bekendmaking van de eerste resultaten om 18 uur: ‘Im September gilt in und für Bayern: BEIDE Stimmen für die #CSU’. Dat zet ook een domper op de vreugde van de liberale FDP. ZEIT-journalist Markus Herold merkt op dat er voor haar werd gestemd omwille van het behoud van de macht, niet omwille van haar inhouden (Die Zeit online, 20 januari 2013).

Zwart-geel in de Bondsdag: dat is niet meer zo zeker ondanks de populariteit van Merkel. Waar de FDP haar succes te danken heeft aan de steun van de CDU-kiezer, verovert de SPD dankzij de sterke Groenen de macht in Nedersaksen. De machtswissel betekent voor de SPD ‘Rückenwind’, een duwtje in de rug op weg naar Berlijn. Maar een ding moet zowel de FDP als de SPD beseffen: om niet afhankelijk van anderen te zijn moet er nog hard worden gewerkt aan het eigen inhoudelijke profiel.

Dit artikel verscheen ook op www.deredactie.be

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties