JavaScript is required for this website to work.
post

Een koninklijke kerfstok van hier tot ginder…

Structureel geweld in Congo onder Leopold II zat tot in het paleis van Laken

Maurits Van Liedekerke18/6/2020Leestijd 3 minuten
Spotprent uit 1906 (Punch)

Spotprent uit 1906 (Punch)

foto © Mary Evans Picture Library / Reporters

Een mogelijke Waarheidscommissie over Congo zal geen gebrek hebben aan bewijsmateriaal over de koloniale daden van Leopold II.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie argumenten zoekt om koning Filip tot verschoning voor de koloniale daden van zijn verre voorganger te bewegen, vindt deze onder meer in het gelauwerde boek Congo. Een geschiedenis (2010) van David Van Reybrouck. Maar met wat in andere studies te lezen valt, schiet de vorst ook al een eind op. Enkele voorbeelden.

Tot in het paleis van Laken

Zo staat in Congo te lezen: ‘Het systeem van de Vrijstaat was een piramide met bovenaan Leopold II, daaronder de gouverneur-generaal, daaronder verschillende lagen van de administratie, gevolgd door de zwarte militairen van de force publique, en helemaal onderaan de inlander in zijn dorp. Het fysieke geweld beperkte zich misschien wel tot de onderste trappen (door roofzuchtige soldaten en flippende ambtenaren in het binnenland, door brutale bewakers en totaal zieke geesten in het oerwoud), maar het structureel geweld zat tot helemaal bovenaan, tot in het paleis van Laken.’ (blz. 108)

Slavenbevrijder?

Ook de vergoelijking als zou Leopold ten strijde zijn getrokken tegen Afro-Arabische slavenhandelaars boort de auteur de grond in. Slavenbevrijder? ‘… althans in naam, maar (de koning) stelde er een vreselijker stelsel voor in de plaats. Want terwijl een eigenaar nog voor zijn slaaf zorgde (hij had tenslotte veel voor hem betaald), keek Leopolds rubberpolitiek per definitie niet om naar het welzijn van het individu. Het is vast moeilijk kiezen tussen de pest en cholera, maar op afstand lijkt het leven van een Congolese huisslaaf in Saoedi-Arabië of India toch aantrekkelijker dan dat van een rubberoogster in de Equateur.’

Niemand gaat nog aan het juichen bij de gedachte dat de koning-veroveraar als slavenbevrijder verheerlijkt wordt. Koning Boudewijn was het echter niet gegeven om van deze mythe afstand te nemen. Bewijze daarvan de oorspronkelijke tekst van zijn toespraak op 30 juni 1960, Congo’ s onafhankelijkheidsdag. In die tekst wilde Boudewijn het over ‘de bevrijder Leopold II’ hebben. Gaston Eyskens, die als toenmalig premier de goedkeuring van de regering moest geven, zwakte de tekst grondig af. Naar men zegt zeer tegen de zin van Boudewijn. (Handboek voor de koning, Robert Senelle e.a, 2004.) Zo werd onder meer liberateur in de paleistekst vervangen door civilisateur; hij die de beschaving brengt.

Het zou trouwens nog meer botsen tussen Boudewijn en zijn ministers in de jaren volgend op de Indépendence. Dat ook zijn beeltenissen vandaag onder de rode verf komen is niet verwonderlijk, een ‘heilig boontje’ was Boudewijn nu ook weer niet.

Congo-commissie?

Dat het de leden van een parlementaire Congo-commissie, die onder meer door Kamervoorzitter Patrick De Wael (Open Vld) wordt gesuggereerd, niet aan ‘bewijsmateriaal’ zal ontbreken, is duidelijk. De resem opiniebijdragen in de kranten groeit met de dag. Ook de persknipseldienst ten paleize weet wat doen!

Maar waarom zouden wij de uitverkoren dames en heren van zo’n commissie én zijne majesteit niet mogen bijstaan met enkele suggesties? Tips die op het eerste zicht niet tot de evenaar reiken, maar er toch mee te maken hebben. De koninklijke kerfstok verbindt namelijk hier met ginds.

Zo zouden we het kunnen hebben over de achterbakse wijze waarop Leopold de levens van tegenstanders van zijn Congopolitiek heeft vergald. Priester Daens kon ervan meespreken, tal van gelijkgezinden — meestal pastoors — ook.  Tot in het Vaticaan toe, waar door Leopold II, met medewerking van de bisschoppen van dit land, ene Charles Woeste én de top van Katholieke Partij, de Heilige Vader, werd bestookt. De door Leopold uitgestuurde diplomaten — die niet toevallig ook voor ‘s konings Vrijstaat werkten — spoorden het Vaticaan aan om het werk van deze bevlogen voorlopers van een sociale politiek te fnuiken. In zijn boek De zaak-Daens (DF, 1993) beschrijft Frans-Jos Verdoodt de koninklijke bemoeienissen en tot wat deze hebben geleid.

Referendum?

Leopold schroomde zich ook niet om via-via tussenbeide te komen bij aanstellingen en/of benoemingen. De voorvallen zijn gekend. Wie met de prille christendemocratie sympathiseerde, wie maatschappelijke vernieuwing nastreefde, wie het hoger onderwijs (een beetje) tweetalig wilde maken, wie scheve opmerkingen maakte over de frivole levenswandel van de vorst, kon het vergeten. De spotprenten daarover zijn gekend.

En ja: Wat met zijn standbeelden? Laten staan of weghalen? In de Confederatio Helvetica zou dit sinds lang een opgeloste referendumvraag zijn geweest. In dit koninkrijk helaas niet. In België gaan referenda en monarchie niet samen. Alweer een koninklijke schenking.

De auteur is oud-hoofdredacteur van Wij, het weekblad van de Volksunie.

Commentaren en reacties