JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Eén miljoen mensen 1G-pesten is geen vrije samenleving

Rousseau, De Croo en Lachaert bedienen zich van een nepvrijheidsdiscours

Ignace Vandewalle20/1/2022Leestijd 6 minuten

Vrijheid

Vrijheid

foto © covidsafe.be

Met onwetenschappelijke stellingen en verdraaiing van liberale vrijheid willen de CST-pesters ongevaccineerden stigmatiseren en sociaal isoleren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met de demarche van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau rond een 1G-beleid (De Standaard, 15 januari 2022) is het duidelijk dat politici plannen om vrije burgers, die uit vrije keuze de huidige coronavaccins wantrouwen, te pesten. Rousseau staat niet alleen in zijn pestgedrag ten aanzien van ongevaccineerden. Ook Egbert Lachaert en Alexander De Croo zijn de pesters in spe. Naast Belgische deden ook Franse, Oostenrijkse, Duitse en Italiaanse politici soortgelijke uitspraken.

De dictatuur van de wet

Via onwetenschappelijk, moreel verwerpelijk pestgedrag willen de CST-pesters een minderheid in onze maatschappij stigmatiseren en sociaal isoleren door middel van legislatieve en administratieve ordonnanties. De wet als guillotine van de vrijheid. Een scheefgetrokken en doorgeschoten woke-retoriek en een opportunistische doch abusieve vrijheidsinterpretatie, zijn de hersenspoeling van het excuus dat vandaag de dag ‘volksgezondheid’ heet.

Vergeet nooit dat elke dictatuur start met als excuus ‘de bescherming van de bevolking binnen een noodsituatie’. Covid-19 zet overal ter wereld de mensenrechten onder druk. Regeringen nemen maatregelen en negeren elk fundamenteel grondrecht of mensenrecht. Wanneer politici proclameren: ‘We kunnen niet anders’ of ‘We hebben geen alternatief’, dan is dit vaak een populistische stoplap, maar het is ook de kanarie in de kolenmijn voor het doorvoeren van overbodige maatregelen. Een autoritair regime is dan vaak niet ver weg. De uitzonderingstoestand als opmaat naar een dictatoriaal bewind.

Dogmatische sofismen

Het hangt mij een beetje de keel uit dat iedereen de liberale filosofische principes naar zijn opportunistische hand begint te zetten, ze fout interpreteert en vervolgens verkracht. Ik zet eerst even enkele uitspraken op een rij:

Egbert Lachaert in De Afspraak van 22 november 2021 op VRT : ‘Wat toch wat begint te storen: ik denk dat 70% van de Vlamingen het wel een beetje gehad heeft met degenen die zich per se niet willen laten vaccineren, ze ontkennen elke wetenschappelijke kennis en zorgen ervoor dat de vrijheid van de grote meerderheid afgenomen wordt.’

Alexander De Croo op de persconferentie na afloop van het Overlegcomité van 17 september 2021: ‘Als samenleving kunnen we niet aanvaarden dat mensen keuzes maken die anderen in gevaar brengen. Niemand heeft het recht om vrijwillig anderen in gevaar te brengen.’

Egbert Lachaert in De Zondag van 16 januari 2022: ‘Ja. Bart De Wever focust op negatieve vrijheid. Dat betekent dat iemand zijn zin moet kunnen doen zonder belemmeringen. Een liberaal focust ook op positieve vrijheid. Je moet ook de kans krijgen om je vrijheid te beleven.’

Conner Rousseau in De Standaard van 17 januari 2022: ‘En zo wordt de vrijheid van het collectief van gevaccineerden (90% van de Vlamingen) niet langer opgeofferd aan de persoonlijke vrijheid van een kleine groep van 10% libertijnse individuen.’

Rousseau, De Croo en Lachaert misbruiken en leggen met hun uitspraken het schadebeginsel van de Britse filosoof John Stuart Mill, en het principe van de twee concepten van vrijheid van Isaiah Berlin, verkeerd uit.

Het schadebeginsel van John Stuart Mill

Stuart Mill schreef in zijn On Liberty [Over vrijheid]:

That the only purpose for which power can be rightfully exercised over any member of a civilized community, against his will, is to prevent harm to others. His own good, either physical or moral, is not a sufficient warrant. He cannot rightfully be compelled to do or forbear because it will be better for him to do so, because it will make him happier, because, in the opinions of others, to do so would be wise, or even right. These are good reasons for remonstrating with him, or reasoning with him, or persuading him, or entreating him, but not for compelling him, or visiting him with any evil in case he do otherwise. To justify that, the conduct from which it is desired to deter him must be calculated to produce evil to some one else. The only part of the conduct of any one, for which he is amenable to society, is that which concerns others. In the part which merely concerns himself, his independence is, of right, absolute. Over himself, over his own body and mind, the individual is sovereign.’

[‘Dat het enige doel waartoe macht rechtmatig kan worden uitgeoefend jegens een lid van een beschaafde gemeenschap, tegen zijn wil, erin ligt om schade aan anderen te voorkomen. Zijn eigen heil, hetzij lichamelijk, hetzij moreel, is niet een toereikende waarborg. Hij kan niet rechtmatig worden gedwongen om iets te doen of te laten omdat dat beter voor hem zal zijn, omdat het hem gelukkiger zal maken, omdat het, in de ogen van anderen, wijs zou zijn om dat te doen, of zelfs juist. Dit zijn weliswaar goede redenen om het met hem oneens te zijn, of om met hem te discussiëren, of om hem te overtuigen, of hem te smeken, maar niet om hem te dwingen, of om hem enig kwaad op te leggen in het geval hij op een andere manier handelt. Om dat te rechtvaardigen moet het gedrag om kwaad aan een ander te berokkenen waarvan hij moet worden afgehouden berekend worden. Het enige deel van het gedrag van een ieder waarvoor hij zich moet onderwerpen aan de maatschappij is datgene wat anderen betreft. In het deel dat slechts hem zelf betreft is zijn onafhankelijkheid, van rechtswege, absoluut. Over zichzelf en over zijn eigen lichaam en geest heerst het individu.’]

Laat me eerst duidelijk stellen dat Stuart Mill hier verwijst naar de macht die een overheid of gezagsinstantie kan uitoefenen op een individu om te voorkomen dat hij schade toebrengt aan een ander. Het gaat hier niet over de individuele begrenzing van iemands vrijheid, maar over hoe een samenleving onze vrijheid mag begrenzen.

Schadebeginsel niet van toepassing

De schade waar alle bovenstaande politici naar verwijzen is de besmetting van anderen. Maar daar falen ze op drie vlakken. Ten eerste kunnen ook gevaccineerden — zij het in ietwat mindere mate — anderen besmetten en hun bijgevolg schade toebrengen. Door het feit dat de vaccins maar in beperkte mate virusverspreiding tegengaan, is het gebruik van het schadebeginsel ten aanzien van ongevaccineerden dan ook inhoudsloos, vermits ze algemeen aanwezig is.

Ten tweede verwijst Stuart Mill naar het bewust schade toebrengen aan anderen. Het betreft hier echter het feit dat elk lid van de bevolking tegen zijn wil in anderen kan besmetten. Het is dus geen bewuste keuze tot schadetoebrenging, maar een onbewust gevolg van de onwetendheid of men al dan niet besmet is.

Mag ik er ook op wijzen dat gevaccineerden met een groen CST-pasje zich bewust onder elkaar mengen op café of restaurant, niet wetende of zij besmet zijn en anderen kunnen besmetten, en aldus anderen schade kunnen toebrengen. Ongevaccineerden zijn de enige groep die op restaurant en café, afhankelijk van de al dan niet betrouwbaarheid van de antigeentest, zich ervan pogen te vergewissen of ze virusvrij zijn. Ongevaccineerden gaan dus bewuster om met de mogelijkheid tot schade toe te brengen aan anderen dan gevaccineerden.

Ten derde is de kans dat je na een booster besmet geraakt met omikron volgens studies 50% kleiner. Maar om een andere persoon te besmetten is er maar 10 tot 20% minder kans dan bij een ongevaccineerde. De kans, echter, dat je een ongevaccineerde op café of restaurant tegen het lijf loopt is in basis al tien keer kleiner (slechts een op tien is niet gevaccineerd), maar in realiteit honderdmaal kleiner. Immers, ongevacineerden gaan zelden op café of restaurant omdat een antigeentest bij de apotheker 30 euro kost. De pint op café of de kleine met stoofvlees en frikandel wordt dan plots heel duur.

Daarnaast daalt de kans nog eens aanzienlijk dat diezelfde gevaccineerde besmet is vermits hij minimaal 47 uur daarvoor een negatieve antigeentest aflegde, wat niet kan gezegd worden van een geboosterde.

Twee concepten van vrijheid

Egbert Lachaert viel Bart De Wever aan in een artikel over vrijheid in De Standaard van 11 januari 2022. Daarin gaf hij nog een enigszins correcte invulling van Isaiah Berlins bekendste lezing, Two Concepts of Liberty [Twee opvattingen over vrijheid]. Maar in De Zondag van 16 januari 2022 gaat hij volledig de mist in door te stellen dat de negatieve vrijheid van Berlin betekent dat ‘iemand zijn zin moet kunnen doen zonder belemmeringen’. Wellicht heeft zijn tekstschrijver, misschien een echte liberaal, niet uitgelegd wat Berlin bedoelde met zijn twee concepten van vrijheid.

Berlin beschrijft in zijn lezing Two Concepts of Liberty wat hij bedoelt met positieve en negatieve vrijheden. De negatieve vrijheid is de vrijheid van tussenkomst van buitenaf. De positieve vrijheid kan men dan weer het best omschrijven als het vrijwaren van de vrije wil. Binnen de negatieve vrijheid zou ik zeggen: ‘Ik ben niemands slaaf’, binnen de positieve vrijheid is dat eerder: ‘Ik ben mijn eigen meester.’ Als we bijvoorbeeld de vrijheid van religie aanhalen, dan is de negatieve vrijheid deze van het beoefenen van mijn godsdienst zonder bemoeienissen van buitenaf. Terwijl de positieve vrijheid betekent dat ik vrij ben om de godsdienst van mijn keuze te beoefenen.

Op die manier kunnen we vrijheden opdelen. Negatieve vrijheden zijn, bijvoorbeeld, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof, vrijheid van drukpers en vrijheid van vereniging. Positieve vrijheden zijn, bijvoorbeeld, vrijheid tot zelfbeschikking, vrijheid tot onderwijs en vrijheid tot werkgelegenheid. Globaal kunnen we stellen: ‘vrijheid van’ is een negatieve vrijheid en ‘vrijheid tot’ is een positieve vrijheid.

Het kromme hout waaruit de mens gemaakt is

Zoals velen interpreteert Lachaert ook het adagium ‘de vrijheid van de wolf eindigt waar de vrijheid van het schaap begint’ verkeerd. En dat komt niet uit de lezing van Two Concepts of Liberty, maar uit de lezing The Crooked Timber of Humanity [Het kromme hout waaruit de mens gemaakt is]. In werkelijkheid zei Berlin:

Both liberty and equality are among the primary goals pursued by human beings throughout many centuries; but total liberty for wolves is death to the lambs, total liberty of the powerful, the gifted, is not compatible with the rights to a decent existence of the weak and the less gifted.

[‘Zowel vrijheid als gelijkheid behoren tot de belangrijkste doelen die mensen gedurende vele eeuwen hebben nagestreefd; maar totale vrijheid voor wolven is de dood van de lammeren, totale vrijheid van de machtigen, de begaafden, is niet verenigbaar met het recht op een fatsoenlijk bestaan van de zwakken en de minder begaafden.’]

Het was vooral een boodschap aan totalitaire regimes, want verder zei hij: ‘The first people totalitarians destroy or silence are men of ideas and free minds.‘ [‘De eerste mensen die totalitaire politici vernietigen of het zwijgen opleggen, zijn mannen met ideeën en vrije geesten.’]

Ignace Vandewalle (1966) was kabinetsmedewerker van minister Marc Verwilghen en staatssecretaris Vincent Van Quickenborne, parlementair medewerker van Boudewijn Bouckaert en sinds 2019 partij-onafhankelijk parlementair medewerker van Jean-Marie Dedecker. Sinds 2014 is hij zaakvoerder van het onafhankelijk politiek adviesbureau BFELT.

Commentaren en reacties