JavaScript is required for this website to work.
post

Een onderzoek naar de staat van onze democratie

Verfrissende ideeën van Joël de Ceulaer

Jan Van Peteghem12/4/2020Leestijd 4 minuten
Joël De Ceulaer

Joël De Ceulaer

foto © Kanaal Z

In het boek van Joël De Ceulaer over democratie dat al op Doorbraak besproken werd, staan heel wat uitdagende en prikkelende ideeën.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Schrijvelaars die De Morgen volmaken zijn nogal eens dwarsdenkers, en daarbij ligt de nadruk dan vaak op dwars en minder op denken. Toen ik het recente boek van Joël De Ceulaer, senior writer bij die krant, onder ogen kreeg hield ik mijn hart vast. Totaal ten onrechte – er staan heel wat frisse ideeën in Hoera, de democratie is niet perfect, ideeën die bovendien erg goed verwoord worden. Ik haal er wat verder enkele van onder de korenmaat. Want bovenop de lezenswaardige citaten bouwt de auteur solide redeneringen uit. De beslagen journalist geeft hierbij blijk van een ruime belezenheid, en zet dat allicht iets te nadrukkelijk in de verf.

Media

Zo verhaalt hij dat bij er de stichting van de democratie, zoals wij die vandaag kennen,  geen politieke partijen bestonden. De kiezers stemden voor hun vertegenwoordiger op basis van het vertrouwen dat ze in hem (jawel: in die tijd was een vrouwelijke verkozene nog toekomstmuziek) stelden. Die relatie was dus in de eerste plaats persoonlijk en steunde niet op een uitgeschreven verkiezingsprogramma, laat staan een veelomvattende maatschappijvisie. Pas in de negentiende eeuw ontstonden de politieke partijen en de zuilen daarrond (De Ceulaer gaat in zijn boek niet dieper in op dit kip en ei-verhaal, allicht valt hierin geen lijn te trekken), en dat had onder meer te maken met de verruiming van het kiespubliek, eerst naar alle mannelijke kostwinners, daarna naar alle volwassen burgers.

Partijen worden dan de noodzakelijke schakels in het democratisch proces, met als gevolg een verslapping van de band tussen stemgerechtigde en verkozene. Maar intussen heeft de verzuiling veel aan impact verloren. Vandaag zijn het de media die voor een groot deel het stemgedrag bepalen.  ‘Daardoor komt de persoonlijke relatie van de kiezer met de politicus opnieuw meer op de voorgrond. (…) De band met de partij wordt losser, de kiezer wordt volatieler in zijn stemgedrag’. Dat is een behoorlijk exacte beschrijving van wat we nu meemaken.

Een nadenkertje

De schrijver laat weten dat de oorsprong van de liberale traditie duidelijk maakt dat je geen democratie nodig hebt om een rechtsstaat uit te bouwen. Het is inderdaad principieel mogelijk dat een verlicht despoot zijn (ook hier weer: in de geschiedenis gaat het in overgrote meerderheid over mannen) onderdanen vrijheden en een bescherming tegen machtsmisbruik garandeert, maar tegelijkertijd zijn land autoritair aanstuurt.

Voorbeelden lijken heden ten dage legio, denken we maar aan Orban of Erdogan. En ook het omgekeerde kan in principe: een democratie hoeft niet noodzakelijk een rechtsstaat te zijn. Ter illustratie van dit laatste verwijst De Ceuleer naar het oude Athene – maar net als hij kan ik me geen hedendaags voorbeeld indenken.

Het boek bevat overigens een erg belangwekkend betoog over het verband tussen de begrippen democratie en rechtsstaat, en illustreert dit onder meer aan de hand van de veroordeling van het toenmalige Vlaams Blok voor inbreuken op de racismewetgeving. Dat alles vind je terug in hoofdstuk 3 van het boek (‘De democratie is onrechtvaardig’), en dat is in de ogen van uw dienaar essentiële literatuur voor iedereen die wil nadenken over ons hedendaags staatsbestel. Maar we gingen wat citeren, nietwaar?

Politieke correctheid

‘Wie het graag over antipolitiek heeft, zit met een misplaatst beeld van de democratie in zijn of haar hoofd – alsof alleen de keurigste, prettigste, fraaist geformuleerde, productieve, hooggestemde, utopische en kosmopolitische ideeën politiek kunnen zijn (…). Rare, ranzige, tegendraadse en lastige meningen horen erbij. Het is uw en mijn mensenrecht om dingen te zeggen die storen, choqueren en aanstoot geven.’

Verder: ‘Zowel Fortuyn als De Wever hebben de democratie een grote dienst bewezen. Depolitisering is onwenselijk. De democratie vereist debat, geen geslachtsloze technocratie. (…) In hun kielzog doen de populisten dat vandaag overal in Europa: de EU uitdagen, ter discussie stellen. Dat is gezond’. En in een ander hoofdstuk: “Het is iets waarover ik me kan blijven verbazen. Hoe zwaar journalisten tillen aan politieke verdeeldheid. (…) Als die verdeeldheid niet zou bestaan, hadden we geen politiek nodig. (…) Als politieke verdeeldheid wordt opgeheven, bestaat de democratie niet meer’.

Oudstrijders van mei ‘68

‘Merkwaardig genoeg wil de boze blanke man van 1968 niets te maken hebben met zijn hedendaagse evenknie. Ook in de perceptie zijn het twee verschillende vormen van boosheid. De soixante-huitard is voor velen nog altijd een held, terwijl de populistische kiezer in die kringen te boek staat als een malcontente, gefrustreerde burger. Blijkbaar bestaat er een verschil tussen linkse verontwaardiging (…) en rechtse kwaadheid. De ene boosheid is gloedvol en verheven, de andere witheet en verwerpelijk.’

‘De democratie houdt er een ronduit onbevredigende tempo op na. We zouden graag willen dat de democratie een snelle bolide is, maar helaas is het een bescheiden bakfiets. (…) Wie met de fiets rijdt, vliegt niet zo snel uit de bocht als met een sportwagen. Naar mijn gevoel roepen intellectuelen te snel dat de democratie zich in een crisis bevindt. (…) Ik zou durven stellen dat de democratie in de kern eigenlijk conservatief is, in de betekenis van: antirevolutionair.’

Onderzoeksgedreven

Nee, Joël De Ceulaer heeft het niet zo begrepen op de vertegenwoordiging-door-lottrekking van David Van Reybrouck, en hij voert hiervoor aan: ‘Besturen is een vak. De meeste politici hebben dat vak nergens geleerd. Vroeger gebeurde het dat je werd gekneed in de zuil en doorgroeide vanuit middenveldorganisaties, tegenwoordig kom je als toppoliticus steeds vaker uit het niets tevoorschijn, om dat je een goede babbel hebt, of slim de media weet te bespelen’. Daarover nog een verstandige opmerking:

‘Het politieke interview is (…) een erg gebrekkige vorm van waarheidsvinding. Politici kunnen liegen, feiten verdraaien en onderwerpen omzeilen. (…) Politieke journalistiek hoort onderzoeksgedreven te zijn: beoordeel politici niet op wat ze zeggen, maar op wat ze doen’.

Een actuele uitspraak

Het doemdenken van Luc Huyse krijgt evenzeer een veeg uit de pan, en hij komt daarop terug in meerdere hoofdstukken: ‘Vandaag is de kiezer al eens wispelturig, ja, maar ook eerlijk en ontvoogd. (…) De volatiele kiezer is geen probleem, de volatiele kiezer is geëmancipeerd’. En verder: ‘In het licht van de nieuwe uitdagingen wordt het ideologische landschap dus heraangelegd door de kiezer. Maar is de democratie dan ziek?’.

Helemaal aan het einde van het boek staat er een uitspraak die origineel verwees naar de hoogdagen van de islamterreur, maar plots opnieuw actueel is. ‘Geef de uitvoerende macht niet teveel armslag om bijvoorbeeld een noodtoestand uit te roepen, waarbij ze autonoom en zonder veel rugdekking van het parlement maatregelen kan nemen (…).’


Het boek Hoera, de democratie  is niet perfect is verkrijgbaar in onze webwinkel

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties