JavaScript is required for this website to work.
post

Een verraderlijke spiegel: de N-VA en haar worsteling met geschiedenis

Raf Praet21/8/2015Leestijd 3 minuten

Hoog tijd dat politici volwassen omgaan met het verleden, aldus Raf Praet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de eerste helft van deze maand trok Tomas Roggeman, voorzitter van Jong N-VA, een historische parallel tussen de huidige vluchtelingencrisis en de val van het Romeinse rijk. Hoewel deze parallel vakkundig weerlegd werd door historicus Jeroen Wijnendaele [1], bleef Tomas Roggeman volharden in de historiografische boosheid [2]. Het stof van dit historisch debat was amper gaan liggen of een politica van de N-VA, Nadia Sminate, trok een historische parallel tussen heden en verleden; de kruisvaarders werden nu vergeleken met IS [3]. Dit stukje zal beknopt de vergelijking tussen IS en de kruisvaarders proberen te ontkrachten. Daarna verschuiven we de focus naar het heden; de N-VA lijkt als partij grondig in de knoop te zitten met geschiedenis.

Niet Jeruzalem, maar Constantinopel

Wie de kruistochten interpreteert als een louter religieus fenomeen heeft een heel arme kijk op de middeleeuwen. De herovering van de christelijke pelgrimsoorden was slechts een bijkomend doel van de eerste kruistocht; wat veel mensen vergeten is dat de eerste kruisvaarders uitgenodigd werden door Byzantijns keizer Alexios I Komenos (ca. 1048-1118), die westelijke hulp nodig had om de opmars van de Seldsjoeken na de slag bij Manzikert (1071) te stoppen. De geopolitieke rol van het Byzantijnse rijk en zijn concurrentie met de westerse mogendheden is de rode draad door heel het verhaal van de kruistochten. Neem bijvoorbeeld de Vierde Kruistocht (1202-1204). Als de kruistochten exclusief religieuze fenomenen waren, waarom plunderde de vierde kruistocht dan de christelijke stad Zara? Als de kruistochten exclusief religieus gemotiveerd waren, waarom werd deze kruistocht dan geëxcommuniceerd door paus Innocentius III? Als de kruistochten exclusief religieus gemotiveerd waren, waarom negeerde de Vierde Kruistocht haar excommunicatie om het christelijke(!) Byzantijnse Rijk aan te vallen en Constantinopel in te nemen? Het moge duidelijk zijn dat de vergelijking tussen het religieus geweld van IS en de kruistochten ingegeven is door afschuw om het heden, maar niet door kennis van het verleden.  

De ondergang en val van een cliché

Zowel de historische parallellen van Tomas Roggeman als van Nadia Sminate berusten op hetzelfde hardnekkige cliché, dat zijn oorsprong heeft in de Verlichting. Toen de Engelse geleerde en politicus Edward Gibbon de vijftiende oktober 1764 rondstruinde tussen de ruïnes van Rome, vatte hij het plan op om zijn ‘Decline and Fall of the Roman Empire’ te schrijven; een literair meesterwerk dat ten onrechte de late oudheid en de Byzantijnse periode afdoet als een periode van decadentie en verval van Rome. Deze afkeer voor het laat-Romeinse Rijk en zijn Byzantijnse opvolgers laat zich voelen tot vandaag; wij leren in de middelbare school allemaal de kruistochten kennen, maar Byzantium blijft een blinde vlek. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is er echter een enorme inhaalbeweging gemaakt in het onderzoek naar deze vergeten periodes van ‘decadentie en verval’; het wordt tijd dat deze inhaalbeweging zich ook doorzet in het maatschappelijk veld.

De N-VA en geschiedenis

De partij die geleid wordt door een historicus, wordt geplaagd door een onevenwichtige omgang met de geschiedenis. Enerzijds worden de geschiedenisboeken door jonge politici van de N-VA naarstig doorbladerd, in de hoop de een of andere leerzame parallel te vinden die het afschrikwekkende heden kan kaderen. Hierbij worden de grootste clichés niet geschuwd; na de val van Rome moesten we niet lang wachten op een politieke recuperatie van de kruistochten. Anderzijds blijft de N-VA vreemd genoeg blind voor haar eigen, nabije verleden. Een voorbeeld. Enkele dagen geleden, op 15 augustus, was het exact 99 jaar geleden dat het comité Heldenhulde werd opgericht door flaminganten aan het IJzerfront. In dienst van Heldenhulde zal Joe English het Heldenhuldezerkje ontwerpen, dat met zijn AVV–VVK op sublieme wijze uitdrukking geeft aan de cruciale transformatie van de Vlaamse Beweging, van culturele naar politieke beweging. Deze en andere gebeurtenissen worden 100 jaar na datum in alle geledingen van de Vlaamse beweging, en met name in de N-VA, vergeten. Enkel op sociale media circuleren er pogingen om dit verzwegen verleden levend te houden.

Het is tijd voor politici om naar een volwassen houding ten opzichte van het verleden te gaan. Het verre verleden biedt geen pasklaar kader om het heden te interpreteren. Hoogstens is het een wazige spiegel die het heden op verraderlijke wijze terugkaatst. Tegelijkertijd moeten politici zich bewust zijn van hun eigen nabije verleden en erfgoed, dat al te gemakkelijk vergeten wordt.

 

Raf Praet is klassiek filoloog en doet momenteel onderzoek naar de late oudheid in het kader van zijn doctoraat aan de universiteiten van Groningen en Gent.

Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.  

Meer van Raf Praet
postRaf Praet7/12/2018

De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.

Commentaren en reacties