JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Een wielerkoers met traditie … en toekomst

Het kampioenschap van Vlaanderen

Hendrik Vuye19/9/2013Leestijd 5 minuten

Eén van de vele verschillen tussen wielrennen en voetbal? Het eerste kent wel een Vlaams kampioenschap. Van onze wielercorrespondent… Hendrik Vuye.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Eenieder kent het Belgisch kampioenschap wielrennen. Dat is die koers waarvan de winnaar nadien verplicht wordt om een volledig jaar rond te rijden, getooid met de Belgische driekleur. Men zou voor minder op enkele meters voor de aankomstlijn de remmen keihard dichtknijpen, zal mening Doorbraak-lezer denken. Er is echter hoop. Er bestaat ook een aloude wielerwedstrijd waar de winnaar de trui van kampioen van Vlaanderen, de ‘leeuwentrui’, krijgt overhandigd. Vandaag 20 september is het opnieuw zover: het kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp. Een koers met geschiedenis.

Het is de 98ste maal dat het kampioenschap van Vlaanderen te Koolskamp – een deelgemeente van Ardooie – wordt gereden. Deze vlakke koers van minder dan 200 kilometer geldt als categorie 1.1. Dit is dezelfde categorie als de Grote Prijs Samyn, Nokere-Koerse, de Grote Prijs Pino Cerami, Halle-Ingooigem of de Druivenkoers te Overijse.

En toch is Koolskamp uniek. Het is één van de oudste Belgische wielerwedstrijden, voor het eerst georganiseerd in 1908. Dat jaar won Robert Wancour, voor de latere winnaar van de Ronde van Frankrijk Firmin Lambot. In 1909 was Wancour opnieuw de snelste, deze keer voor Odiel Defraeye, de eerste Vlaming die de Ronde van Frankrijk wint, in 1912. Wancour, ook wel ‘de reus van Wervik’ genoemd, heeft voornamelijk regionale wedstrijden gewonnen.

In 1910 stond Odiel Defraeye zelf op het hoogste schavotje. Hij was de eerste renner met internationale faam die kampioen van Vlaanderen werd. In 1911 werd Defraye overigens Belgisch kampioen. Aldus is hij de eerste die beide kampioenschappen won. In 1919 en 1920 mocht Jules Van Hevel de bloemen in ontvangst nemen. Dat laatste jaar won Van Hevel tevens de Ronde van Vlaanderen en werd ook hij Belgisch kampioen.

Koolskamp kent een indrukwekkende erelijst, met winnaars als Briek Schotte (1941), Rik Van Steenbergen (1943 en 1954), Rik Van Looy (1959), Eddy Merckx (1966), Erik De Vlaminck (1969), Jos Huysmans (1968 en 1975), Erik Leman (1971), Patrick Sercu (1972), Freddy Maertens (1974 en 1976), Johan Museeuw (1991 en 1995), Peter Van Petegem (1997), André Greipel (2008) en Marcel Kittel (2011). Vorig jaar zegevierde de Nederlander Roman Van Zandbeek. Onbetwist recordhouder is evenwel Niko Eeckhout, met zeges in 1996, 1998, 2000 en 2006. En ook dit jaar is de intussen 42 jarige Eeckhout van de partij. Hij kan de oudste kampioen van Vlaanderen ooit worden. Go fot it Niko! Wat Chris Horner kan, moet ‘Blokske Beton Eeckhout’ ook kunnen.

Koolskamp Koerse ligt onrechtstreeks aan de oorsprong van de Ronde van Vlaanderen. In 1912 zal de legendarische Karel Van Wijnendaele het blad Sportwereld lanceren ter gelegenheid van het kampioenschap van Koolskamp. In 1913 organiseert Koarle dan voor het eerst de Ronde van Vlaanderen. Het ‘wielerflamingantisme’ van Karel Van Wijnendaele zal de daaropvolgende jaren hoogtij vieren. Voor ‘Koarle’ is Koolskamp ‘de strijd van voor Vlaamsche herwording’. Hij licht dit als volgt toe: ‘De oorzaak ligt in ‘t feit dat van oudsher, aan den overwinnaar van dien koers eene trui werd overhandigd, met er op de Zwarte Leeuw op Gouden Veld, en dit onder het spelen van een daverende Vlaamsche Leeuw.’

De eerste buitenlander die kampioen van Vlaanderen werd, was de Deen Palle Lykke Jensen in 1965, een ‘pistier’ die ook wel eens actief was als wegrenner. Het laatste decennium lijkt de koers echt weggelegd voor buitenlanders. De laatste Vlamingen die kampioen van Vlaanderen werden zijn de genoemde Niko Eeckhout in 2006 en Paul Van Hyfte in 2001. Dit is het mooie aan het kampioenschap van Vlaanderen. Het is een open koers, waar eenieder welkom is. Iedereen kan zich kronen tot kampioen van Vlaanderen. Koolskamp Koerse biedt een voorbeeld van tolerantie en openheid. Het moderne Vlaanderen is een open Vlaanderen.

Sedert het eerste jaar dat het kampioenschap werd georganiseerd krijgt de nieuwe kampioen een leeuwentrui. Dit staat nog steeds uitdrukkelijk vermeld in artikel 10 van het koersreglement: ‘Artikel 10. Huldiging – Binnen 10 min na de aankomst worden de winnaar, de tweede en de derde in de uitslag gehuldigd. Dit op een podium opgesteld aan de aankomst. Een onderdeel van de hulde bestaat erin dat aan de winnaar een wielertrui ten teken van Kampioen van Vlaanderen, de zogenaamde leeuwentrui, overhandigd wordt. De ploeg van de winnaar kan er zijn publiciteit op aanbrengen. De overhandiging van de trui gebeurt sinds het ontstaan van de wedstrijd in 1908.  Op basis van zijn geschiedenis en traditie is de leeuwentrui eigen geworden aan de wedstrijd.’

Maar net hier knijpt het schoentje. De Leeuwentrui is een beetje een verboden trui. De winnaar mag er op het podium mee pronken maar ze in andere wedstrijden niet dragen. De trui wordt niet erkend door de nationale en internationale wielerinstanties. Sommige sportfederaties weigeren blijkbaar zich neer te leggen bij de staatsrechtelijke realiteit van dit land.

‘De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven’ zijn al lang geen bevoegdheid meer van de federale staat, maar wel van de Gemeenschappen. Op dit punt oefent de federatie België geen enkele bevoegdheid meer uit. Toch rijdt er jaarlijks één renner rond met een Belgische trui, de trui van een land dat onbevoegd is inzake sport. Zo ook is er nog steeds een Koninklijke Belgische Wielrijdersbond (KBWB). Eigenlijk een gekke situatie. Het is zo’n beetje alsof Zwitserland een admiraal zou hebben die het bevel voert over de Zwitserse marine. Of dat de federale Belgische regering een minister zou kennen bevoegd voor de Belgische buitenaardse ruimtestations.

Zoals meerdere sportorganisaties loopt de KBWB enkele decennia achter op de staatkundige realiteit van dit land. Of moeten we het feit dat de Raad van Bestuur van de KBWB op zijn Belgisch is samengesteld uit vertegenwoordigers van Wielerbond Vlaanderen (WBV) en van de Fédération Cycliste Wallonie-Bruxelles (FCWB) zien als een zoveelste pareltje van Belgische loodgieterij? Un compromis cycliste à la Belge? De verschillende Gemeenschappen van dit land zouden beter wat meer op hun strepen staan. Wie subsidieert, mag ook wel iets bepalen. Het is al te gemakkelijk om aan de Gemeenschappen te vragen in sport te investeren, om nadien deze Gemeenschappen de rug toe te keren.

Terug naar wielerflamingant Karel Van Wijnendaele en de verboden trui. In zijn standaardwerk voor wielerliefhebbers ‘Het rijke Vlaamsche wielerleven’ (1943) beschrijft hij in zijn onnavolgbare stijl de toestand na WOI. Er ‘ging over ‘t land een geest van gekunsteld patriotisme, waarmee de strijd werd aangebonden tegen al wat Vlaams was en voelde. Ook de ‘leeuw’ van Koolskamp was uit den boze. En het zingen van Karel Miry’s lied kreeg van de gedekoreerde en dekoratieve vaderlanders, de betekenis van een anti-vaderlandsche vloek!’. De BWB – intussen zelfs verheven tot koninklijk, vandaar KBWB – verbood dan maar de Vlaamse Leeuw. Meer nog, deze moest voortaan vervangen worden door de Brabançonne!

Dit ging Koarle iets te ver. Dat was zelfs ver ‘over de schreve’. Hij fulmineerde in zijn Sportwereld. ‘De Vlaamsche Leeuw zal er dreunen, met of zonder toelating, met of zonder verzet! Hij zal er dreunen, luider en hoger dan ooit; omdat gij, heeren van den BWB, daar niets te verbieden hebt. Want dat kampioenschap is van Koolskamp, lijk de bloedprocessie van Brugge is!’

De dag van het kampioenschap hadden Van Wijnendaele en zijn aanhang post gevat recht tegenover de aankomstlijn. Toen het orkest de Brabançonne inzette, was het hek van de dam. ‘Koarle’ richt zich tot zijn medestanders met een begeesterende ‘Vliegt de Blauwvoet’, waarna de aanwezigen de Vlaamse Leeuw inzetten. Later schrijft Van Wijnendaele: ‘Ik herinner me niet van tevoren, of nadien, ooit zooveel menschen en met zooveel begeestering, een ‘Leeuw’ te hebben hooren zingen. Of moeten we zeggen: brullen?’

De BWB kwam eertijds wijselijk tot het besluit om zich niet meer in te laten met de Leeuw van Koolskamp. We moeten fier zijn op onze Ronde van Vlaanderen en op het Kampioenschap van Koolskamp, besluit Van Wijnendaele dit hoofdstuk van zijn Het rijke Vlaamsche wielerleven. En wij, we moeten fier zijn op Karel Van Wijnendaele.

Misschien kunnen de ‘gedekoreerde en dekoratieve’ leden van de KBWB nog iets leren van Karel Van Wijnendaele? Het zou mooi zijn mocht de KBWB inzien dat sport een aangelegenheid is van de Gemeenschappen. Dit geldt ook voor de andere sportfederaties.

Zelfs voor die federaties waarvan de maatschappelijke samenstelling nog zo ver boven het volk verheven staat, dat hun nationale selectie vlekkeloos a capella de Brabançonne in beide landstalen kan zingen. Ik heb het over het dameskoor de Red Panthers. Verdorie, de Brabançonne zingen, wie kan dat nog? En dan nog in het Frans en het Nederlands! Zelfs Belgische eerste ministers zijn daartoe niet in staat. Alleen in een echte volkssport als dameshockey is dit nog mogelijk. Hockeydames, zijn jullie de Duitse versie niet vergeten overigens?

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Meer van Hendrik Vuye
Commentaren en reacties