JavaScript is required for this website to work.
post

Eeuwen en eeuwen te laat geboren

Pieter Bauwens16/5/2013Leestijd 2 minuten

De inhuldiging van Willem-Alexander heeft het debat over de monarchie weer doen oplaaien. Zoals bekend bestaan er twee soorten monarchisten. Er zijn de monarchisten die in hun hart republikein zijn maar dat niet luidop durven te zeggen. En er zijn de echte monarchisten, die in hun hart geen echte democraat zijn.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Beide groepen staan voor dezelfde uitdaging: zij moeten het onverdedigbare verdedigen. Waarom wordt een van de belangrijkste politieke functies van het land voorbehouden aan de eerstgeborene van een geprivilegieerde adellijke familie? Waarom bestaat er in ons politiek systeem een occult zwart gat dat ontsnapt aan de wetmatigheden van gelijkheid en democratie?

Op echte argumenten zul je de monarchisten maar zelden betrappen. Deze mensen redeneren veeleer met gewichtig klinkende frasen, religieuze bezweringen haast. ‘Le roi règne mais ne gouverne pas’, is er zo een. Maar in het Nederlands klinkt dat al iets minder geruststellend: ‘De koning heerst maar regeert niet’. Vandaar dat die spreuk bij ons meestal wordt vervangen door een andere: ‘De koning heeft geen macht maar wel invloed’. Wat is dan het verschil? Wie invloed heeft, heeft ook macht. Maar invloed doet veeleer denken aan onzichtbare macht, die wordt uitgeoefend achter de schermen. De koning heeft in zekere zin meer macht dan de politici. Zijn macht is onzichtbaar. En hij hoeft zich ook niet te verantwoorden voor het gebruik ervan.

Als de koning publiek, en in nauwelijks mis te verstane bewoordingen, fulmineert tegen de grootste partij van het land, dan wordt er een andere frase uit de kast gehaald: de koning heeft toch het recht om te waarschuwen! Dat is immers één van zijn drie grondrechten: the right to be consulted, the right to encourage and the right to warn. Die stelling wordt met veel aplomb geponeerd in serieuze handboeken staatsrecht, alsof het zo in de Grondwet gebeiteld staat, of zelfs in een of ander fundamenteel mensenrechtenverdrag. In werkelijkheid is deze frase afkomstig uit een boek van de negentiende-eeuwse amateur-constitutionalist Walter Bagehot. Hetzelfde boek waarin de spot wordt gedreven met het gewone volk. En met de vrouwen, die als te onnozel worden beschouwd om zich voor politiek te interesseren. Maar dat heeft de handboeken staatsrecht dan weer niet gehaald.

Niet zelden zijn de redeneringen van de koningsgezinden ronduit griezelig. Zo wordt de anti-Vlaamsgezinde agitatie van de koning soms goedgepraat door te verwijzen naar de grondwettelijke eed die de monarch aflegt: ‘Ik zweer (…) dat ik ’s lands onafhankelijkheid zal handhaven en het grondgebied ongeschonden zal bewaren’. Volgens die interpretatie zegt de koning hier dus eigenlijk: ‘Ik zweer dat ik de (omfloerste) separatisten met alle middelen zal bestrijden’.

De monarchisten zijn de feodaliteit amper ontgroeid. Ze zijn ‘eeuwen en eeuwen te laat geboren, en door het onuitroeibaar heimwee vervuld den Koning te zien voor Wien ze hadden willen strijden’ (Marsman). Volgens hun middeleeuwse denktrant put de koning een bijzondere politieke macht uit een eedformule. De eed verleent hem de bevoegdheid om het separatisme te bestrijden. Sterker nog, de eed maakt dat het zijn heilige plicht is om dat te doen.

Dit werpt meteen ook een heel ander licht op het soms nogal bizarre en geforceerde anti-flamingantisme van de koning. We mogen dit de arme man eigenlijk niet kwalijk nemen, want hij doet enkel maar zijn dwingende plicht. Hij kan niet anders, want hij is in de ban van een magische eedformule.

Door zijn eed is hij wel gedwongen om Bart De Wever politiek te bestrijden. Men zegt nochtans dat het een verstandig man is. Dus is het goed mogelijk dat hij heimelijk met de Vlaams-nationalist sympathiseert, en daardoor in voortdurende gewetensnood verkeert. Het zou dan ook een daad van barmhartigheid zijn om de toekomstige koning Filip die gewetenswroeging te besparen en de ‘anti-Vlaamsgezinde’ clausule uit de eedformule te schrappen.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties