JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Egbert Lachaert en het onderwijs

Wat is het nut van een 25%-heropstart?

Philippe Clerick12/5/2020Leestijd 5 minuten
Egbert Lachaert moest ook iets zeggen over onderwijs.

Egbert Lachaert moest ook iets zeggen over onderwijs.

foto © Reporters / QUINET

De halfslachtige heropening van de scholen is beter dan niets. Misschien is het een generale repetitie voor september.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik ben geen lid van Open Vld maar als ik een voorzitter móest kiezen zou ik liever Egbert Lachaert hebben dan Bart Tommelein. In De Zondag  lees ik dat hij de ‘kernthema’s van de partij wil herstellen zoals werk en belastingen’. Hij bedoelt waarschijnlijk meer  werk en minder  belastingen, dus ik ben vóór. Wat hij verder over partijpolitiek vertelt interesseert mij minder. Dat zijn van die tactische uitspraken. Hij stelt voor dat de partijen van de oude regering de startnota opmaken voor de nieuwe regering. Mja. Er zitten toevallig nogal veel liberalen in die oude regering.

Inhoudelijk raakvlak

Lachaert zegt ook dat een samenwerking met Vlaams Belang niet kan, omdat er ‘geen enkel inhoudelijk raakvlak is met die partij’. Oh really? Ik heb het niet gecontroleerd, maar ik ben er nogal gerust in dat de programma’s van Open Vld en Vlaams Belang meer ‘inhoudelijke raakvlakken’ vertonen dan die van Open Vld en PS. Maar om dan in zo’n interview uit te leggen waarom een samenwerking met PS wel kan en een met Vlaams Belang niet, dat is niet eenvoudig. Ik heb daar begrip voor.

Demagogie of populisme?

De opvallendste uitspraak van Lachaert betrof de trage heropening van de scholen. ‘Het brengt volgens mij het hele exit-plan in gevaar’, zegt hij. ‘Veel ouders gaan de komende weken in de problemen komen. Ze moeten naar hun werk, maar ze hebben geen opvang … Alle kinderen van kleuter- en lager onderwijs moeten naar school kunnen… Je zou kunnen werken met halve klassen en halve dagen [voor alle klassen – PC]. De onderwijsdeal moet worden bijgestuurd.’

Wat kun je daarop zeggen? De vaststelling – gevaar voor exit-plan – is reëel; de oplossing – halve dagen – is onvoldoende; en de eis – bijgestuurde onderwijsdeal – is onrealistisch. Directies en leraren hebben zich wekenlang uit de naad gewerkt om een gedetailleerd heropstartplan uit te werken voor 15 mei. En nu zal Lachaert nog snel even een nieuwe deal forceren die dan zal starten op, ja wanneer eigenlijk, 15 juni? (1) Het voorstel is in het beste geval – als Lachaert het meent – onrealistisch en onverantwoordelijk, en in het slechtste geval – als hij het niet meent – demagogie. (Ik heb dat oude woord liever dan het nieuwerwetse ‘populisme’.)

Opvanginstellingen

Ik zou ook tegen Lachaert kunnen inbrengen dat scholen ‘geen opvanginstellingen’ zijn. Maar ik hou er niet zo van om een tegenstander onderuit te halen met verkeerde argumenten. Want scholen zíjn opvanginstellingen, among other things, en al zeker sinds de meerderheid van de vrouwen buitenshuis werkt.

Een school kun je niet vastpinnen op één functie. Ze is een diplomafabriek, een doorgeefluik van kennis en vaardigheden, een opvoedings- en heropvoedingsinstituut, én een instelling die ouders tevreden en kinderen van de straat houdt. Niet al die functies zijn evenwaardig, maar ze zijn wel allemaal onontbeerlijk. Met het afstandsleren kon slechts een deel ervan worden waargemaakt, met moeite. En dat zal vrees ik zo blijven met de halfslachtige heropstart van 15 mei.

Kunst- en vliegwerk

Van collega’s – een minderheid – hoor ik wel eens dat die hele heropstart, en eigenlijk ook al het afstandsleren, een maat voor niets is. Kunst- en vliegwerk! Het sop is de kool niet waard. En waar maakt men zich eigenlijk druk over? Zullen die paar maanden het verschil maken? Zal men door het sluiten van de scholen een generatie zien opgroeien die niet kan lezen of rekenen, die geen Frans meer kent, die geen integraal meer kan berekenen, en die niet weet wie Karel de Grote was? Welnee. En bovendien, voegt men eraan toe, kenden velen die dingen ook al niet zo goed toen de scholen nog open waren.

Ik ben best bereid om als dat zo uitkomt mijn eigen vak met enige geringschatting tegemoet te treden. Kan het kwaad denk ik dan, als mijn leerlingen dit jaar afstuderen zonder kennis genomen te hebben van dat korte fragmentje van Bilderdijk over Napoleon? ’t Is anders een mooi voorbeeld van romantische pathos:

Eén Febus steigert uit de baren
De wraakboog flikkert in zijn vuist
En ‘t monster ligt in bloed en etter
Voor ‘s jonglings fiere voet te pletter.

Ach, de meeste van mijn leerlingen zullen voor de rest van hun leven niet vaak meer aan Febus en Bilderdijk en Napoleon en mij denken. Het zij zo. Maar als ik dacht dat het echt allemaal zó weinig zin had, zou ik mij diep schamen bij de gedachte aan al het geld dat ik 23 jaar lang ontvangen heb om mijn leerlingen iets over die dichters van het verleden bij te brengen. Ik heb altijd geloofd dat er toch íets van wat ik vertelde bleef hangen, al is dat íets niet goed in woorden uit te drukken en laat het zich niet samenvatten in een reeks eigennamen en een poëtisch-technisch lexicon.

Twee maanden loon

Je kunt dus, vind ik, als leraar moeilijk zeggen dat twee maanden school meer of minder niet zo belangrijk zijn. Het is alsof je zou zeggen dat twee maanden loon meer of minder niet zo belangrijk zijn, en tot die uitspraak zijn weinigen bereid. ’t Is waar, afstandsleren is geen volmaakte oplossing. Leraren denken zich suf om creatieve opdrachten te verzinnen, terwijl leerlingen creatief denken om suffe opdrachten te omzeilen. En dan het eindeloze verbeterwerk! Je krijgt de lasten van het onderwijs maar niet de lusten.

Met de heropstart wordt het nog moeilijker want dan moet de leraar meerdere balletjes in de lucht houden. Het lange afstandsleren loopt verder, maar tegelijkertijd moet hij naar school om daar aan halve klassen les te geven, mét een mondkapje op. Zelf moet ik alle moeite van de wereld doen om de nieuwe veiligheidsvoorschriften van de school in mijn hoofd te krijgen tegen 15 mei. Ik moet elke les minstens twee keer geven, en ook elke toets. Moet ik dan allemaal verschillende toetsen maken? En ondertussen weten mijn leerlingen dat ze van mijn vak geen examen moeten afleggen. Dat is allemaal niet zo gemakkelijk.

Proefdraaien

Toch schept de heropstart ook kansen. Leerkrachten wiskunde zijn blij dat ze weer iets kunnen uitleggen voor het bord. Ik heb een aantal mooie stilleestoetsen klaarliggen met meerkeuzevragen. Die kan ik moeilijk via afstandsleren laten maken zonder dat de antwoorden op grote schaal via computer en mobieltje verspreid worden. Die toetsen kan ik nu weer gebruiken, al moet ik nog even nadenken hoe de bladen veilig uitgedeeld en opgehaald kunnen worden.

Het belangrijkste voordeel van de heropstart is dit. We weten niet wat de toekomst met corona brengt. Misschien kunnen we de scholen volgend jaar gewoon weer openen, omdat corona bedwongen is, of omdat ondertussen wetenschappelijk vaststaat dat open of gesloten scholen voor de verspreiding van het virus geen verschil maken.

Maar het omgekeerde kan ook. Wie weet krijgen we in september of oktober geen ‘tweede golf’. Dan zullen we met de scholen íets moeten doen, bijvoorbeeld… een combinatie tussen afstandsleren, halveklassenonderwijs en kinderopvang door gemeenten. Met andere woorden, de ervaringen die we nu opdoen, zouden wel eens nuttig kunnen zijn voor het volgende schooljaar.

Op 18 mei gaan in het hele land de schoolpoorten open, maar beperkt. Minister Weyts stelde voor dat Vlaanderen al op 15 mei zou beginnen om een dag ‘proef te draaien’. Dat proefdraaien vind ik een goed idee. Misschien zijn de anderhalve maand die ons rest tussen nu en de grote vakantie wel één grote proefdraaiperiode waar iedereen lessen uit kan trekken – directies, leraren, ouders, leerlingen, gemeenten – zodat men volgend jaar niet moet stárten met kunst- en vliegwerk (zie ook hier). Zelf zal ik er niet bij zijn. Ik ben dan met pensioen. Bij leven en welzijn natuurlijk.

En wat heeft Lachaert hier allemaal mee te maken, vraagt de lezer zich af. Ja, die ben ik ondertussen wat uit het oog verloren.


(1) De regering had in een vroeg stadium een bredere heropening kunnen opleggen aan de scholen, ongeveer volgens de regels van Lachaert. Dat was waarschijnlijk ook de bedoeling. De huidige, halfslachtige regeling, neem ik aan, is er gekomen door overleg met de sector, in moeizame discussies over haalbaarheid en veiligheid.

Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Commentaren en reacties