JavaScript is required for this website to work.
post

Esthetische balling in de blitse maatschappij

Dirk Rochtus10/4/2017Leestijd 2 minuten

Henri-Floris Jespers (1944-2017), kenner van de artistieke avant-garde.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De liefde voor de kunst was hem met de paplepel ingegeven, of beter: met het penseel. Henri-Floris Jespers die op vrijdag 7 april op 72-jarige leeftijd aan een slepende ziekte overleden is, stamde uit een artistiek milieu. Zijn grootvader was de bekende kunstschilder Floris Jespers (1889-1965), zijn grootoom de al even bekende beeldhouwer Oscar Jespers (1887-1970). De gebroeders Jespers vormden overigens samen met de expressionistische dichter Paul Van Ostaijen en de avantgardistische kunstschilder Paul Joostens ‘De Bond Zonder Verzegeld Papier’. Oscar schiep het grafmonument voor Van Ostaijen op het Antwerpse Schoonselhof.

Experimenteel

Henri-Floris Jespers was een rondwandelende encyclopedie van alles wat ook maar enigszins te maken had met de Belgische avantgardistische kunst en literatuur. Perfect tweetalig als hij was, schreef hij experimentele gedichten en diepgravende essays in het Nederlands en het Frans. Hij was nauwelijks achttien jaar jong toen hij de bibliofiele uitgeverij MONAS oprichtte. Een jaar later al publiceerde hij de Franstalige dichtbundel ‘Textes’ die vier jaar later gevolgd werd door ‘Comme une aile qui se brise’. Zijn Franstalige dichterlijke ader verhinderde hem niet om als perschef te werken voor de Vlaams-nationalistische voorman Hugo Schiltz. Daarmee stapte Jespers in de voetsporen van zovele in het Frans opgevoede dichters en kunstenaars die zich engageerden in de Vlaamse beweging.

Veelzijdig

Henri-Floris Jespers was een duiveltje-doet-al. Een kleine greep uit zijn vele en veelzijdige activiteiten en initiatieven: hij publiceerde gedichten, essays en monografieën, en was als leidinggevende betrokken bij uitgeverijen zoals De Galge en literaire tijdschriften zoals De Tafelronde, Vlaanderen Morgen, Nieuw Vlaams Tijdschrift en Diogenes. Ook was hij voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. De verfijnde estheet schreef in 1967 het essay ‘Maniërisme en moderne sensibiliteit’ dat als de beginselverklaring van het artistieke genootschap Pink Poets gold. Van een van die legendarische dichters, de betreurde Hugues Pernath, gaf hij het Verzameld Werk uit. Henri-Floris Jespers was ook de drijvende kracht achter enkele rijkgevulde blogs over Nederlands- en Franstalige literatuur en de politieke en culturele actualiteit zoals Le blog de CDR- Mededelingen van het Centrum voor Documentatie en Reëvaluatie en ça ira.

Gulzig

Henri-Floris Jespers was een eigenzinnig man, onverstoord in zijn liefde voor de avant-gardeliteratuur in België uit het begin van de 20ste eeuw. Het huis dat hij bewoonde in de Marialei in Antwerpen was een ware kunsttempel, niet alleen omdat zijn grootoom er nog de hand in heeft gehad, maar ook omdat het volgestouwd was met schilderijen, lithografieën, beeldhouwwerken en boeken en nog eens boeken. Toen ik hem er in mei 2014 bezocht, toonde hij me tussen de rookwalmen door nog een paar kartonnen dozen vol met boeken uit de DDR die hij van de papierwolf had gered. Want ook dat was Henri-Floris Jespers: een man met een gulzige liefde voor anderstalige literatuur, met een open blik voor andere culturen. Ik heb hem ook gekend als voordrachtgever. Zijn zwakker wordende gezondheid maakte hem het voordragen van zijn notities niet altijd gemakkelijk, maar eens dat het discussie-uurtje kon beginnen, overdonderde hij voor de vuist weg het publiek met zijn eruditie en gave om verbanden te leggen tussen zovele takken van de kunst.

Vreemd

Henri-Floris Jespers publiceerde ooit een artikel met de titel ‘De dichter behoort tot een minderheid in ballingschap’ in het tijdschrift Gierik (20/2002). Die woorden waren ook hem op het lijf geschreven. Mensen zoals Henri-Floris Jespers zijn vreemde vogels in een blitse maatschappij, waar eruditie en estheticisme herinneren aan vervlogen tijden toen dichters waarheid en schoonheid voor zich uit droegen.

Foto (c) Bert Bevers

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties