JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

‘Etnisch profileren’: links eist praktijktesten bij politie

Kristof Luypaert3/4/2019Leestijd 5 minuten

foto ©

Links verdenkt politieagenten haast a priori aan ‘ethnic profiling’ te doen. Een verslag van een ‘interactieve avond’ over etnisch profileren in de Roma.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Etnisch profileren staat terug op de agenda, nu de verkiezingen voor de deur staan… Vorige week (28 maart) vond in zaal Roma in Borgerhout een ‘interactieve avond rond etnische profilering’ plaats. Het event, georganiseerd door KifKif en Amnesty International, bleek vooral bedoeld als een vermanende vinger in de richting van de Belgische politie waarvan door de initiatiefnemers wordt aangenomen dat ze zich (te) vaak bezondigen aan de techniek van ‘ethnic profiling’. Die praktijk is overigens al strafbaar op basis van bestaande antidiscriminatiewetgeving en op basis van de wet op het politieambt (WPA).

Weinig vertrouwen in politie

In juli 2017 publiceerde Amnesty een uitgebreid document rond ‘Etnisch profileren bij de politie‘. Daarin pleit men er voor ‘om specifieke en bindende politierichtlijnen te hebben over hoe de discretionaire bevoegdheden in de WPA (nvdr, wet op het politieambt) moeten toegepast worden bij een identiteitscontrole.’ De mensenrechtenorganisatie heeft duidelijk weinig vertrouwen in onze politiediensten en vindt het noodzakelijk om de principes van non-discriminatie en antiracisme expliciet in de WPA te vermelden, meer nog zelfs in ‘specifieke en bindende richtlijnen’. Hierdoor riskeert juridisch een mogelijkheid te ontstaan waarvan geslepen advocaten gebruik kunnen maken om cliënten vrij te pleiten op basis van procedurefouten bij identiteitscontroles.

Rapport met een doel

Ongeveer een jaar later volgt in mei 2018 opnieuw een onderzoeksrapport: ‘Politiebeleid ter preventie van etnisch profileren in België‘. Etnisch profileren wordt erin gedefinieerd als volgt: ‘criteria als ras of nationale of etnische afkomst gebruiken bij politiecontroles, surveillance of onderzoeksactiviteiten, zonder objectieve of redelijke rechtvaardiging’.

Anne Claeys, beleidsmedewerker van Amnesty, ging praten met korpschefs, commissarissen, hoofdinspecteurs en inspecteurs van negen lokale korpsen en de federale politie en andere politieactoren. Dit onderzoek leverde wel boeiende individuele getuigenissen op, maar biedt verder geen kwantitatief inzicht over de ‘ernst’, noch over de mate van het voorkomen van etnisch profileren. Het beschrijft hoofdzakelijk indrukken, gevoelens en percepties.

Geëngageerd onderzoek

Ongetwijfeld werd heel veel tijd en moeite gestoken in het optekenen van getuigenissen, maar het rapport blijft natuurlijk vooral een instrument gemaakt om het lobbywerk voor Amnesty te faciliteren. De bevindingen werden gebundeld onder de suggestieve titel ‘Je weet nooit met mensen zoals jij’. Bij de voorstelling van het rapport was de kritiek van Amnesty duidelijk: ‘Volgens Amnesty hebben zowel politie als politiek nog te weinig gedaan om discriminatie bij identiteitscontroles te voorkomen, detecteren en bestrijden.’ (HLN -9 mei 2018) Men vertrekt dus van de premisse dat er per definitie sprake is van een ernstig probleem want objectieve cijfers of wetenschappelijk onderzoek omtrent de mate waarin onze politieagenten zich bezondigen aan ‘etnisch profileren’ is niet voorhanden.

Perceptie of realiteit?

De focus op het thema is dus niet nieuw bij Amnesty International. In Nederland werd dit thema zes jaar geleden al op de politieke agenda gezet. De Nederlandse overheid liet toen verdergaand onderzoek doen door de Leidse onderzoekers prof. dr. Joanne van der Leun (hoogleraar Criminologie) en mr. dr. Maartje van der Woude MSc (universitair hoofddocent Straf- en Strafprocesrecht). Dat onderzoek kwam toen tot de volgende bevinding: ‘Stellige conclusies over de mate van etnisch profileren door de politie in Nederland worden niet gedragen door bestaand onderzoek. Maar het is wél een belangrijk thema, want alleen al het ervaren van etnisch profileren (terecht of onterecht) werkt ondermijnend voor het vertrouwen in, en medewerking met de politie.’

Een andere opmerkelijke passage uit dat onderzoek:‘Wat de actuele discussie in Nederland, in lijn met wat we zien in andere landen, duidelijk kenmerkt is dat conclusies over etnisch profileren regelmatig worden getrokken op basis van percepties of opvattingen van (groepen) burgers.’

Het belang van deze studie werd in Nederland gecounterd door een ‘tegenonderzoek’ door Bureau Jansen & Janssen vanuit de kritiek dat het een ‘besteld’ onderzoek was, waarvan op voorhand was afgesproken dat het de politie vrij diende te pleiten.

Etnisch profileren bestaat

Wetenschappers, noch politiediensten en overheden ontkennen het bestaan de problematiek, noch het belang van de subjectieve perceptie van wie zich ‘slachtoffer’ voelt van etnische profilering. Toch is het zinvol voorbehoud te maken: ‘Omdat mensen veelal handelen op grond van hun opvattingen zijn deze van groot belang, maar niet geschikt om uit op te maken of er daadwerkelijk (objectief gezien) sprake is van etnisch profileren.’
Ook uit een aantal oprechte getuigenissen van politieagenten kan men concluderen dat etnisch profileren wel degelijk voorkomt. Of het echter een wijdverspreide politiepraktijk is, wordt vooralsnog niet door cijfermateriaal aangetoond.

Verdachte gelijkenissen tussen film en onderzoek

Terug naar de avond in De Roma. Bij aanvang kreeg het publiek de film Verdacht te zien; een documentaire waarin veertien Nederlanders hun onaangename ervaringen met de politie vertellen terwijl ze recht in de camera kijken.  Belangrijkste bedenking is dat de documentaire op geen enkele manier de percepties van de belangrijkste tegenspelers, namelijk politieagenten, in beeld brengt. De enige agent die we te zien krijgen is een agente die beweert zelf slachtoffer te zijn van etnisch profileren.

Geen data beschikbaar

In het Belgische Amnestyrapport wijst men met de vinger naar politiediensten en naar de minister van Binnenlandse Zaken, die tot nu toe te weinig gedaan zouden hebben om etnisch profileren te voorkomen. Aangezien er géén dataverzameling gebeurt rond identiteitscontroles is het ook moeilijk te documenteren.
Nochtans hoorden we geen enkele politieverantwoordelijke een pleidooi houden voor etnische profilering. Integendeel, de praktijk op zich wordt unaniem afgekeurd. Wel wordt erop gewezen dat het vaak een subjectief gevoel is van de gecontroleerde persoon dat zijn of haar afkomst de reden is. Vaak is het ook de situatie of spelen er andere omstandigheden mee die niet noodzakelijk vooraf of na de controle gedeeld worden met de betrokkenen. Dat is overigens ook geen verplichting.

Linkse lobby

In de nasleep van dit rapport vond ook al het nodige lobbywerk plaats wat resulteerde in parlementaire vragen van enkele Groen-parlementsleden tot en met de organisatie van een parlementaire hoorzitting op vraag van CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri, die plaatsvond in dezelfde week dat het debat plaats vond in De Roma.

Getuigenis uit de praktijk

Naast enkele spontane getuigenissen zaten ook een aantal van de deelnemers uit de documentaire Verdacht in de zaal, om hun verhaal over te doen. De opmerkelijkste getuigenis kwam van Ikrame Kastit, gemeenteraadslid in Antwerpen voor Groen. Zij bracht een verhaal waaruit tussen de regels moest blijken dat je als ‘slachtoffer’ van etnische profilering maar beter twee keer nadenkt voor je klacht indient bij de politie. Want zo’n klacht wordt onmiddellijk toegevoegd aan het dossier en kan in de toekomst verdere problemen met de politie betekenen. De enkele politieagenten die volgens de organisatie in eigen naam in de zaal zaten begrepen wellicht meteen beter welke moeilijke opdracht hen wacht: vertrouwen creëren bij de allochtone (jongere) bevolking terwijl deze door linkse politici vooral bevestigd worden in een slachtofferrol. Van een self-fulfilling prophecy gesproken!

Registratie van controles

Het politieke debat dat als slotstuk van de avond geagendeerd stond was strak geregisseerd door Elisabeth Severino Fernandes aka Miss Elli. De aanwezige politici kregen een aantal stellingen voorgeschoteld en ontvingen net als het publiek een rode en groene kaart. Ruimte voor nuance was niet voorzien en ook niet gewenst. Twee concrete eisen kwamen naar voor: de verplichte registratie van identiteitscontroles door de politie en het invoeren van praktijktesten bij politie.

Over de registratie van identiteitscontroles was weinig discussie, al werd door zowel Michael Freilich (N-VA) als door Bart Somers (Open Vld) gewezen op de beperkingen die de privacywetgeving oplegt bij het registreren van een kenmerk als ‘etnische oorsprong’. De andere partijen – PVDA, Groen, sp.a en CD&V – zagen hier geen bezwaren in. Vlaams Belang was niet uitgenodigd.

Praktijktesten

Enkel de kersvers N-VA’er Michael Freilich sprak zich uit tegen praktijktesten en haalde zich hiermee de toorn – én luid boegeroep – van de hele zaal op zijn hals. Freilichs pleidooi dat er vertrouwen moet zijn in de politiediensten levert hem zonder twijfel krediet op bij de politieman of -vrouw in de straat die dagelijks al voldoende met administratie te kampen heeft.

CD&V’er Orry Van de Wauwer klopte zichzelf fel op de borst en verwees naar zijn partijgenoot Kris Peeters en diens federale politieke strijd voor praktijktesten. Dat dat vooralsnog weinig concreet heeft opgeleverd stoorde niemand in de zaal. Ook Mechels burgemeester Bart Somers zag geen enkel probleem en wees erop dat dat in Mechelen nu reeds in tal van andere sectoren gebeurt.

Als uitsmijtertje gaf Miss Elli nog aan de aanwezigen mee dat iedereen een kaartje meekreeg met hierop alle rechten bij een aanhouding. Ze vermeldde er uitdrukkelijk bij ‘ja, het is uw recht videobeelden te maken van politiediensten’. Dat zal allicht het wederzijds vertrouwen tussen politie en allochtonen niet ten goede komen, maar dat was duidelijk niet het opzet van deze avond.

Kristof Luypaert (1976) is criminoloog en oud-politiecommissaris. Hij is bestuurslid van N-VA in het district Antwerpen. En mede-oprichter van 'De 5de Macht'.

Meer van Kristof Luypaert

De Israëlische verkiezingen van 9 april gaan tussen een rechts blok rondom premier Netanyahu en een nieuw centrumlinks kartel. Inzet blijft de veiligheid van het land.

Commentaren en reacties