JavaScript is required for this website to work.
Europa

EU zorgt voor ‘aardverschuiving voor de Belgische justitie’

Maandag - Europadag

Sander Roelandt14/10/2013Leestijd 3 minuten

Burgers die in een EU-land worden gearresteerd of aangeklaagd, hebben voortaan meteen recht op een advocaat. De nieuwe Europese richtlijn die dat voorziet, betekent een dure en ingrijpende aanpassing voor de Belgische Justitie. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vorige week hebben de ministers van Justitie van de EU in Luxemburg de richtlijn over het recht op toegang tot een advocaat goedgekeurd. Dat gebeurde nadat op 10 september het voorstel van de Commissie ook al aangenomen was door het Europees Parlement. De nieuwe regels houden in dat verdachten – waar dan ook in de Europese Unie – het recht krijgen om vanaf het eerste politieverhoor tot het einde van hun proces een advocaat te raadplegen.

Turtelboom waarschuwde

De nieuwe richtlijn moet over drie jaar omgezet zijn in Belgisch recht. Dat zorgt voor onrust, zowel binnen justitie als in de politiek. Het Belgisch systeem met een onafhankelijke en neutrale onderzoeksrechter komt onder druk te staan. Minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) waarschuwde op 31 augustus in de krant De Tijd dat de nieuwe Europese wetgeving verregaande gevolgen zal hebben voor de manier waarop ons Belgisch rechtssysteem werkt:

‘We evolueren steeds meer naar een Amerikaans systeem. Als de plannen die op tafel liggen erdoor komen (dat is ondertussen gebeurd, red.), is de kans groot dat we zullen evolueren naar een Angelsaksisch rechtssysteem. Het zou dan – heel concreet – zelfs kunnen dat de functie van onderzoeksrechter op termijn verdwijnt. Als dat zo is, is dat een aardverschuiving binnen justitie.’

Duur

De nieuwe richtlijn is een onderdeel van het programma van Stockholm en is het derde instrument op rij in de EU-routekaart inzake procedurele rechten. Deze nieuwe Europese regels moeten ervoor zorgen dat ‘het recht op een eerlijk proces’ overal in de EU gewaarborgd is. In 2010 en 2012 werden al richtlijnen goedgekeurd betreffende het recht op een tolk en vertaling en het recht op informatie in strafprocedures.

De onderhandelingen voor deze derde richtlijn zijn een stuk moeilijker verlopen dan de eerste twee. Niet het minst vanwege de financiële repercussies die de regeling in tijden van financiële crisis voor de lidstaten heeft. Voor België kost de hervorming al gauw enkele honderden miljoenen euro, berekenden experts bij Justitie.

Commissie gaat verder dan nodig

Het weigeren van de toegang tot een advocaat aan verdachten gedurende de eerste uren van detentie, was lang een gewoonte in Frankrijk, Nederland, Ierland, Schotland en België. De redenering was dat toegang tot een advocaat in deze eerste uren van de procedure de efficiëntie van het onderzoek zou verminderen en bekentenissen zou beletten.

In 2008 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het bekende Salduz-arrest dat het recht op juridische bijstand geldt vanaf het moment dat de ondervraging door de politie begint. De uitspraak van het Hof betekende dat alle 47 staten van de Raad van Europa verplicht waren om hun wetgeving in lijn te brengen met het arrest.

Het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie baseerde zich op deze en andere jurisprudentie van het EHRM om de lidstaten gemeenschappelijke minimumnormen qua procedurele rechten op te leggen. De Commissie wilde dat burgers toegang hadden tot een advocaat vanaf dat een verdachte in kennis wordt gesteld dat hij verdacht wordt van een strafbaar feit. Ook tijdens het verhoor, zelfs indien het om een klein feit gaat, zou een verdachte recht hebben op een advocaat.

De Commissie wekte de indruk dat het voorstel geen verdergaande verplichtingen oplegt dan uit de rechtspraak van het EHRM voortvloeide, terwijl dat wel zo was. (Zie het hoofdstukje proportionaliteit in deze analyse van de Nederlandse overheid.)

Tegenstand

Frankrijk, België, Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk protesteerden dan ook tegen het voorstel. In een gezamenlijke nota aan de Raad van de Europese Unie (de EU-vergadering van vakministers) van 21 september 2011 hadden deze lidstaten ‘ernstige bedenkingen bij de aanpak van de Commissie’ en beweerden dat de ontwerp-richtlijn ‘de effectieve uitvoering van strafrechtelijke onderzoeken en procedures zou belemmeren.’

Ze klaagden ook dat het voorstel van de Commissie onvoldoende rekening hield met de ‘verschillende manieren waarop de lidstaat het recht op een eerlijk proces garanderen.’

‘De aanwezigheid van een advocaat bij elke onderzoeksmaatregel waarbij de aanwezigheid van de verdachte is vereist of toegestaan (…) zou in veel gevallen leiden tot vertraging in de vroege stadia van het onderzoek, zonder evenredige meerwaarde voor het belang van de verdachte die zelfs zou kunnen worden geschaad door dergelijke vertraging,’ vonden deze lidstaten.

Deze tegenstand ten aanzien van de ontwerp-richtlijn van de Commissie had een aanzienlijke invloed op de aanpak van de Raad. De Raad was voorstander van een afgeslankte versie van de richtlijn. Dit was echter niet naar de zin van het Europees Parlement, dat de tekst terug dichter bij het originele ontwerp wou brengen.

Tijdens de onderhandelingen tussen Raad, Parlement en Commissie (de zogenaamde ‘triloog’) werd het recht op bijstand tijdens het politieverhoor als uitgangspunt genomen. In de uiteindelijke compromistekst staat dat de advocaat effectief moet kunnen participeren in het verhoor maar dat het aan het nationale recht is om dit nader te reguleren. De preambule is iets concreter en noemt als voorbeelden: het stellen van vragen, vragen om verduidelijking en het geven van verklaringen.

De EU kan dus ook via op het eerste gezicht onschuldige procedurele rechten voor verdachten, een grote invloed hebben op het rechtssysteem van de lidstaten. Maar hebben we de EU nodig om het recht op een eerlijk proces in België te verankeren?

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Categorieën

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties