JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Euthanasieproces is farce

Getater in een juridisch theater

Guido Lauwaert24/1/2020Leestijd 4 minuten
Fernand Keuleneer, advocaat van de familie Nys die het proces moest verlaten.

Fernand Keuleneer, advocaat van de familie Nys die het proces moest verlaten.

foto © © Reporters / Michel Gouverneur

Het euthanasieproces over de al dan niet wettelijke levensbeëindiging van Tine Nys is een juridische show tussen de tempel en de kerk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het euthanasieproces, rond de al dan niet wettelijke levensbeëindiging van Tine Nys, is een show tussen de tempel en de kerk. Dat een dokter kierewiet wordt van de klaagzangen van een patiënt en hem vergiftigt… kan gebeuren. Hij moet hangen. Niet de zieke maar de dokter. Minder logisch is dat drie dokters zomaar, alsof het een broodje beleg bestellen is, tot ‘vergiftiging’ zouden beslissen. De euthanasiecommissie was na de evaluatie van de ‘Zaak Tine Nys’  dezelfde mening toegedaan. Einde verhaal, boeken dicht.

Kleine kerkleiders, groot euthanasieproces

Dat de zaak alsnog een vervolg kreeg, is te wijten aan de zielenroerselen van een paar directe verwanten. Een proces was niet meteen wat ze wilden. Ze werden echter opgestookt door kleine kerkleiders. Advocaten werden vervolgens geraadpleegd en die roken een ferme show en een zingende kassa. Het gevolg is deze week tot bloei gekomen in het Gentse justitiepaleis. Een show zoals Woestijnvis en Studio 100 niet kunnen financieren, zelfs al slaan ze de handen in elkaar.

De kerkgarnalen sleurden er de loge en zijn tempelbroeders bij en spraken met gedempte stem – eigen aan ruziestokers – van een samenzwering tegen de christelijke waarden van onze maatschappij en cultuur. Natuurlijk zullen er enkele logebroeders zitten bij de spelers van het euthanasieproces, maar evengoed leden van Opus Dei of verwante kippenhokken.

Alvorens verder te gaan even duidelijk stellen: ondergetekende is geen lid van een sekte of stoeterij en zit niet in een commissie of jury. Al 74 jaar niet en de volgende 47, tot zijn dood, ook niet. Voor welke mediawinkel ik ook schreef of schrijven zal, of die nu een rechtse, linkse, scheve of vage signatuur had of heeft, ik deed het voornamelijk wegens een totale vrijheid van spreken en schrijven. Dit gezegd hebbende, weer ter zake.

Pleidooi voor sedatie

De Roomse bakkers hebben deze zaak opgeblazen om te trachten de euthanasiewet in een slecht daglicht te stellen, in de hoop dat die herzien, liefst vernietigd, afgevoerd zou worden. Ze vergeten echter, de meeste ongetwijfeld opzettelijk, dat gerenommeerde kerkleiders in een recent of minder recent verleden al pleiten voor palliatieve sedatie. Ze vonden het een humanitaire daad. Zelfs al wilden zijzelf lijden, dan is het onverantwoord je lijden over te dragen aan naaste verwante en vrienden. Waarom anderen tot last te wezen? Het is een vorm van marteling.

Door een processie van kruisdragers zal ontkend worden dat kerkleiders, van zwart geklede over paarse tot witte, zich ooit ten gunste van euthanasie hebben uitgesproken. Tijd dus om hen de mond te snoeren met twee voorbeelden, een recent en minder recent.

De anglicaanse aartsbisschop en Nobelprijswinnaar voor de Vrede Desmond Tutu overwoog euthanasie als zijn lijden ondraaglijk werd. Hij bekende dat aan The Washington Post, ter gelegenheid van zijn 85ste verjaardag, 7 oktober 2016.

Het maakte nogal wat ophef in Vaticaanse kringen. Nochtans had hij al eerder aangegeven de zachte dood boven het extreem lijden te verkiezen. In 1982 schreef hij omtrent wel of niet euthanasie en het humanistisch aspect ervan in The Observer [een fragment]: ‘Ik heb besloten dat ik mijn leven niet kunstmatig wil verlengen. Als je machines nodig hebt om te kunnen blijven ademen, moet je je afvragen of je kwaliteit van leven nog voldoende is. En of het geld niet op een betere manier kan worden besteed.’

Hij voegde er als mens, niet als kerkleider aan toe: ‘In ons Afrikaanse continent is het een voorrecht om te mogen overlijden vanwege ouderdom. We moeten ons afvragen: wat is het leven? En is de dood daar niet een natuurlijk onderdeel van?’ Het kan niet ontkend worden dat de Afrikaanse cultuur in bepaalde zaken ‘moderner’ is dan de Europese, niet ten onrechte de Oude Wereld genoemd.

Na de dood van Nelson Mandela in 2013 herhaalde Desmond Tutu het recht op waardig sterven. Dat zijn vriend Mandela pas stierf na een maandenlange aftakeling deed hem pijn. ‘Je kon zien dat hij er niet meer helemaal bij was. Hij sprak niet, hij maakte geen contact. Hij was niet langer zichzelf.’ Aan zo’n langgerekt lijden moet een mens kunnen ontsnappen, vond Tutu.

Euthanasie in Utopia

De zeer goede vriend van Erasmus van Rotterdam, Thomas More [1478-1535], werd in de adelstand verheven door de Britse koning Hendrik VIII, maar ook op diens bevel onthoofd. Hij was geen godgeleerde maar advocaat, en kende dus de wet, en voor hem was de wet het christelijke humanisme. Daar gaf hij onder meer blijk van met zijn boek uit 1516, Utopia, een beschrijving van de ideale staat.

Utopia heeft een ludieke sfeer, een schertsende toon, maar bij momenten wordt Thomas More bloedserieus en slaat hij spijkers met koppen. Zoals bij de kwestie van euthanasie in het tweede deel, hoofdstuk Wetgeving, waaruit hier een paar fragmenten: ‘Wanneer de ziekte niet alleen ongeneeslijk is maar ook uitzichtloos en ondraaglijk lijden veroorzaakt, dan komt er een delegatie van priesters en andere gezagsdragers bij de patiënt op bezoek om hem voor te houden dat hij, nu hij het leven niet meer aankan en een last is geworden voor zichzelf en voor anderen, misschien wel zijn eigen dood overleefd heeft. … Omdat hij met zijn dood niet een voortijdig einde zou maken aan een productief leven maar aan een vreselijke doodsstrijd, zou hij dus iets verstandigs doen. En omdat het advies dat hij daarmee zou opvolgen van priesters komt, mannen die het woord van God verkondigen, zou hij ook nog iets heiligs doen, in overeenstemming met Gods wil.’

Roomse heilige en Vaticaanse held

Thomas More werd 400 jaar na zijn terechtstelling, in 1935 door paus Leo XIII toegevoegd aan de heiligen en helden van de roomse kerk, met als feestdag zijn sterfdag, 6 juli.

Over Utopia zweeg de kerkelijke commissie, die beslist wie heilig is en wie niet, in alle talen. De vraag is zelfs of ze dat traktaat gelezen hebben. Zowel Leo XIII als de huidige kerkleiders. Mocht Leo XIII het toch verorberd hebben – hij was weliswaar een verlicht kerkleider, de verlichting mocht echter niet te zwaar wegen. En de huidige kerkleiders, hebben die het gelezen? Zo ja, dan zijn het in de euthanasiekwestie hypocrieten, met een christelijk-bolsjewisme als ondergrond.

Het Gentse euthanasieproces is een klucht met Roomse trekjes. Laat het doorgaan, zelfs misleidende, valse theaterproducties hebben recht van bestaan, maar het blijft een schande dat deze productie werd opgezet. Heel wat betrokken spelers bij deze farce zijn dezelfde mening toegedaan, maar ze spinnen er bekendheid mee, wat hun kassa ten goede komt. Daarvoor spelen ze mee, enkel daarom. Meester Fernand Keulenaer is daar met treffend voorbeeld van. Hij at van twee walletjes, tot hij door professor Wim Distelmans van tafel werd gehaald.

Conclusie van een week commedia delle maschere, zo genoemd naar de gebruikte maskers, in het Gentse justitiepaleis: het euthanasieproces gaat gebukt onder een dubbele schande.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties