JavaScript is required for this website to work.
post

Excuseer mij dat ik een prijs heb gekregen

Gaston Durnez6/9/2016Leestijd 2 minuten

De auteur heeft geen last meer van staar

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Excuseer mij, dat ik een prijs heb gekregen. En dat ik hem graag heb aanvaard! Een aanval van ijdelheid natuurlijk.

Het gebeurde precies een jaar geleden. De Provincie Antwerpen bood mij de eer en de begeleidende centen aan, en ik liet mij gaan. Ik geloofde zelfs de spreker die zei dat ik het waard was. Ach, hoe is een mens…

Ik zal het nooit meer doen. Inderdaad, het was de laatste prijs die de provincie mocht uitreiken. Zijzelf, de provincie, loopt ook op haar laatste benen, hoor ik zeggen. Zij is al wat ingekrompen, want haar doel en opdrachten veranderen. Zodra haar nieuw provinciehuis voltooid zal zijn, loopt de provincie zelfs gevaar afgeschaft te worden. “Waarom, zo vraagt men, een politiek leven nodeloos rekken?”

Dat doet mij iets. Ik stel mij voor hoe de prijs een laatste krachtsinspanning is geweest van een literatuurminnende maar (dus?) wat ouderwetse overheid. Bij de plechtige overhandiging kreeg de bevoegde Gedeputeerde tranen in de ogen, dacht ik. Maar ik zag op dat ogenblik niet zo klaar. Ik had staar. De prijs kwam dus op tijd voor de oogarts, grinnikte iemand. Maar zó duur zijn de oogartsen nu ook weer niet.

Ik besefte te laat wat men in bevoegde hogere cultuurkringen al een tijdje duidelijk maakt. Er zijn eindelijk nieuwe cultuurvormende formules in de maak. Zo zal men met het ouderwetse prijzengeld (wat verhoogd, natuurlijk) niet zozeer afgewerkte producten van gepensioneerden belauweren, als wel nog uit te werken Projecten steunen, komende van jonge artiesten en gelijkgestelden met Innoverende Plannen. De overheid mag geen staar hebben, zij moet de toekomst in het oog houden, zij mag het geld niet zomaar uitdelen aan iemand met wat veel verleden.

Ja, dat is mooi, natuurlijk. Ik voel mij als laatste bekroonde ineens achterhaald. Misschien had ik moeten weigeren. In mijn gezonde mannentijd werd dat wel eens gedaan door schrijvers die bezig waren aan de vernieuwing van onze literatuur, en dus van onze maatschappij. Weigeren was toen een alternatieve vorm van democratisch deelnemen, en vooral van ware artistieke promotie. Weigeraars kwamen goed over. Zij geraakten gemakkelijker in het nieuws, wat hun straatwaarde vlug opdreef. Media houden nu eenmaal van andere levensvormen en van oppositie. En wie niet in het nieuws komt, blijft op de zijbank zitten, waar geween is en geknars van tanden.

Wat de oude provincie nu met haar laatste prijzengeld heeft gedaan, was nog ingegeven door de wegzinkende weldadige traditie. Zij stapelde alle boeken van een grijs geworden auteur op, onder de noemer “Verzameld Werk” en zij dacht: “ Kijk, wat een hoge toren! Daar zit allicht iets goeds in. De ijverige Bob de Bouwer mag een applaus krijgen, met een bloempje en wat spaargeld voor de zorgen die binnenkort wel zullen opdagen.” Een beetje mens is daar gevoelig voor. De media, van hun kant, kijken gegeneerd een andere kant op.

Dat is nu een jaar geleden. De staaroperatie is geslaagd. Het letterenleven schrijdt verder, ik jeun mij, wel beseffend dat er een periode in de geschiedenis van het hemelse manna is afgesloten.

Bij valavond kijk ik met enige verbazing op het VRT-scherm naar het dagelijkse vragenspelletje en zie en hoor daar dat een jongeman vrij en vrolijk álles weet over de drummer van The Black Monkey Rockers (Chicago) die uit het leven getreden is. Ik zie en hoor hoe de jongeman op het scherm kan vertellen over de dramatische derde rit in de Vuelta van verleden jaar. Maar ik zie ook hoe hij de Leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience verwart met Johan Museeuw van Gistel, en ach, jammer, jammer, hoe hij daarna diep gestresseerd het synoniem van het mooie woord karnemelk niet kan vinden. Dientengevolge moet hij na vier spannende avonden de quiz verlaten, met in zijn portefeuille een aantal euro’s, precies zoveel als de laatste Prijs voor Volledig Werk in de Provincie Antwerpen.

Sorry, jongeman, maar verder: succes met alles wat je doet!

Gaston Durnez (1928) is dichter, proza- en cursiefjesschrijver en journalist. Hij was heel zijn professionele leven verbonden aan de krant De Standaard, waarvan hij de tweedelige geschiedenis schreef, naast tientallen andere boeken. Tevens is hij oud-redacteur van Ons Erfdeel.

Meer van Gaston Durnez

De tentoonstelling van Adriaen Brouwer in Oudenaarde bevalt Gaston Durnez zeer, en hij brengt nog een andere Vlaamse meester in herinnering.

Commentaren en reacties