JavaScript is required for this website to work.
post

F-16’s aan vervanging toe

Communautaire rel in de maak?

Theo Lansloot16/10/2015Leestijd 2 minuten

Defensie moet de F16’s vervangen. Maar door welke toestellen? En zitten Vlaamse en Franstalige partijen op dezelfde golflengte?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Eerder deze week bepleitte Herman Matthijs, hoogleraar Openbare Financiën (Ugent en VUB) en lid van de Hoge Raad Financiën, dat België spoedig zijn F16’s zou vervangen om het politieke en militaire vertrouwen van de NAVO-partners niet kwijt te spelen.

Als België zijn F-16’s niet vervangt, vervallen ook de economische compensaties en dat ten koste van de knowhow van de betrokken hoogtechnologische nijverheid in België en dus van de werkgelegenheid.
Daarnaast zijn ook de werkingskosten van belang en dit laatste is deels te relateren aan de kosten voor updating. Die zijn steeds het goedkoopst bij het vliegtuig dat de meest verkochte exemplaren heeft. Voor de F-16 waren die destijds voor België erg goedkoop omdat het 60 vliegtuigen had van de 4000 die van dit type waren gemaakt.
Een apart vraagstuk voor België is de nucleaire capaciteit van de vliegtuigen op de luchtmachtbasis van Peer/Kleine Brogel. Als men dat criterium laat vallen, dient er vooraf met de NAVO te worden onderhandeld. Bovendien rijst dan de vraag over de bestaansreden zelf van die militaire luchthaven.
Herman Matthijs uit terecht de vrees dat de VS niet langer de grootste kosten van verdediging van Europa willen dragen zoals dat sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog het geval was.

De Europese lidstaten zullen dus hun aandeel in de NAVO-begroting moeten opkrikken. België is een van slechtste leerlingen van de NAVO-klas. Op de defensiebegroting wordt al 20 jaar bespaard maar zonder veel langetermijnvisie. Momenteel staat de defensiebegroting op 2,4 miljard euro of 0,8% van het bnp. Zowat 68% van dit budget dient om de 32.000 militairen te betalen, 24% gaat naar werkingskosten en slechts 8% blijft over om te investeren. Zelfs met een inkrimping van het aantal militairen met bijvoorbeeld 10.000 lost men de investeringsproblemen bij Defensie niet op. Een verdere succesvolle samenwerking met Nederland zal ook alleen maar kunnen als België meer geld op tafel legt.

Omwille van de toenemende internationale spanning aan de buitengrenzen van Europa besparen andere NAVO-landen niet langer op hun defensie-uitgaven. Nederland, met zijn liberaal-socialistische regering bijvoorbeeld, zit al boven de acht miljard euro per jaar en doet er nu structureel 200 miljoen bij. Hetzelfde doen nu ook de socialistische regering Hollande in Frankrijk, de Britse conservatieve regering Cameron, de Zweedse linkse minderheidsregering, de Baltische staten en ook IJsland, de minst bevolkte NAVO-lidstaat.
Als toestellen ter vervanging van de F-16’s ziet professor Matthijs vooral de Franse Rafale en de Amerikaans F-35 gebouwd door Lockheed Martin. Vele NAVO-landen hebben al voor dit laatste vliegtuig gekozen: de VS, Groot-Brittannië, Noorwegen, Denemarken, Turkije, Italië en ook Nederland.

Boven en beneden de taalgrens bekijkt men dit aankoopdossier echter met verschillende ogen. De twee toonaangevende Franstalige politieke partijen (MR en PS), zo schrijft hij, hebben goede banden met Parijs en hebben veel meer feeling met Defensie dan de Vlaamse partijen. MR en PS zullen zeker pleiten voor de Rafale. Een dergelijke aankoop bindt echter België militair en politiek aan Frankrijk en verhindert een nauwe samenwerking met Nederland.

Matthijs vraagt zich dan ook af of politiek Vlaanderen een Franse aankoop wel wil slikken. Ten slotte behoort de huidige Minister van Defensie tot de N-VA. Daarom oppert hij de mogelijkheid van een confederale deal: Franstalig België kiest 25 Rafaels voor de basis van Florennes en Vlaanderen krijgt de vrije keuze voor de toestellen op die van Peer/Kleine Brogel. In hoeverre het hem met dit voorstel ernst is, blijft een open vraag.

 

Foto: (c) Reporters

 

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.