JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Federale diplomatie steekt Vlaamse diplomatie stokken in de wielen

Winny Matheeussen12/10/2022Leestijd 3 minuten
Jan Jambon.

Jan Jambon.

foto © Belga

Uit een circulaire van de top van de federale diplomatie blijkt dat ze haar ambassades opdracht geeft Vlaamse diplomaten te omzeilen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘De federale diplomatie heeft het niet overal even goed voor met de Vlaamse diplomatie’, zo was zaterdag te horen op het symposium over Vlaamse publieksdiplomatie in het Vlaams parlement. Deze uitspraak komt van dr. Peter De Wilde, CEO van de toeristische dienst van de Vlaamse overheid.

‘Onlangs werd een circulaire onderschept waaruit blijkt dat de federale diplomatie actief aanstuurt op het omzeilen van de Vlaamse vertegenwoordigers, of ze nu cultureel, toeristisch of economisch actief zijn. Dit is een bijzonder alarmerende situatie.’ In se gaat het om het met de voeten treden van het diplomatieke beginsel ‘in foro interno et in foro externo‘, dat bepaalt dat de staatkundige entiteiten de aspecten en belangen van de eigen binnenlandse bevoegdheden ook in het buitenland behartigen. Dit principe staat sinds de vierde staatshervorming (1993) ingeschreven in de Belgische Grondwet, met name in artikel 167.

Bevestiging vanop het terrein

Dat de aangehaalde circulaire haar impact niet mist op het terrein bevestigde Marleen Verstreken, Vlaams economisch vertegenwoordiger voor Flanders Investment & Trade in Milaan, in antwoord op een vraag van moderator Tom Van de Weghe. ‘Wij ondervinden concreet problemen met het respecteren van het principe “in foro interno et in foror externo”. Dat speelt vandaag meer en meer.’

‘Het is een moeilijke evenwichtsoefening. Ik kan me voorstellen dat het frustrerend is voor de federale collega’s omdat wij de mooie bevoegdheden hebben om mee uit te pakken: cultuur en economie. Het doet soms pijn dat zij die niet kunnen gebruiken. Wij proberen op onze strepen te staan en moeten dat ook doen, maar het wordt niet eenvoudiger.’

Ook voormalig diplomatiek vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de Europese Unie Axel Buyse nam in zijn slotbeschouwingen na het debat de gelegenheid te baat om de uitspraken van De Wilde te onderschrijven. ‘Die sluiten aan bij mijn persoonlijke ervaringen. Het is zeer spijtig om te moeten vaststellen dat de federale diplomatie ons op bepaalde momenten eerder afwendt dan helpt. Dat is een vorm van kapitaalvernietiging. Uiteindelijk betalen de Vlamingen een flink stuk van de federale diplomatie. We zouden die dus waar mogelijk moeten kunnen gebruiken.’

‘Nochtans zijn er bij de federale diplomatie heel wat mensen van goede wil aanwezig. Het is te gek voor woorden dat de top instructies geeft aan de ambassades om de Vlaamse diplomaten stokken in de wielen te steken.Wie haalt dat nu in z’n hoofd?’

Verouderd samenwerkingsakkoord

De kern van het probleem bevindt zich in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gefedereerde entiteiten over buitenlands beleid en diplomatie. Die dateert van 1994 en is dringend aan vernieuwing toe. Sindsdien zijn namelijk heel wat bevoegdheden overgegaan naar de regio’s.

Alleen lijkt de federale regering geen haast te maken met het afsluiten van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Dat moet gebeuren binnen het ondertussen beruchte overlegcomité, waar Vlaanderen wel vaker alleen staat tegenover de andere deelnemers.

Jambon wil doorpakken

Minister-president Jan Jambon (N-VA) luisterde vanuit het publiek aandachtig. Wij vroegen hem achteraf om een reactie. ‘Ik was niet op de hoogte van het bestaan van die circulaire, maar we ervaren de impact wel op het terrein. Het is afhankelijk van de diplomaat op het terrein, en het gaat dan niet noodzakelijk enkel over Franstalige diplomaten. We merken dat men de Grondwet niet steeds respecteert.’

‘Ik ben hierover in gesprek met de eerste minister. Wij hebben in dezen de Grondwet aan onze kant. De samenwerkingsakkoorden hieromtrent dateren al van 1994. Sindsdien zijn er een reeks staatshervormingen geweest die – gelukkig maar – meer bevoegdheden naar de deelstaten gebracht hebben. Het is hopeloos verouderd en moet aangepast worden.’

‘Het gaat voornamelijk over de vertegenwoordiging op de Europese raden. Wanneer de bevoegdheden bij de deelstaten liggen, zouden die daar de eerste viool moeten spelen. Die logica is op dit moment niet doorgetrokken in de samenwerkingsakkoorden. We hadden hieromtrent werkafspraken met timing met minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR). Door haar plotse vertrek werd besloten om dit over het reces te tillen. Het staat nu terug op de agenda om aan te pakken.’

Gaat Vlaanderen hier zijn slag thuishalen?

‘Wij willen hier zeker in doorpakken en ver gaan. Alleen merk ik dat de andere deelstaten minder interesse betonen. 86% van de export van dit land komt uit Vlaanderen. Dat er bij de andere deelstaten veel minder interesse bestaat vindt daarin zijn oorsprong, wat maakt dat we in dit debat redelijk alleen staan. Maar we voeren het debat en zijn zeer gemotiveerd om het hard te spelen. In elk geval moet deze zaak geregeld worden in een intern verdrag tussen de federatie en de deelstaten. Ik heb een aantal elementen die ik tijdens de onderhandelingen op tafel ga leggen, maar ik ga die onderhandelingen niet in de pers voeren.’

‘Het overlegcomité komt in elk geval regelmatig bijeen. Ik kan dit punt agenderen. Alleen had men mij gevraagd dit pas te doen -door het wegvallen van minister Wilmès – op het eerstvolgende overlegcomité na het reces. Maar dat het dan op de agenda staat betekent nog niet dat we gaan kunnen bereiken wat we willen. Het overlegcomité beslist namelijk bij consensus. Ik denk niet dat er vanuit de andere deelstaten weerstand gaat komen, maar ik reken evenmin op echte steun. Het debat zal dus voornamelijk gevoerd worden tussen Vlaanderen en de federale regering.’

Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.

Commentaren en reacties