JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Federale kieskring: institutioneel gefoefel

29/7/2011Leestijd 3 minuten

Reactie op een pleidooi voor een federale kieskring. Het plan van De Standaard om het stuk op te nemen werd doorkruist door de dramatische gebeurtenissen in Noorwegen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Pavia-groep rond Kris Deschouwer en Philippe Van Parijs probeert al enkele jaren de federale kieskring te slijten. Di Rupo nam het idee over in z’n nota. ‘Nu of nooit’, laten de vaders van het voorstel in DS weten (http://www.destandaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=NN3D27JP&word=Deschouwer), want de invoering ervan heeft alleen voordelen. Wie er even over nadenkt, stoot toch op een reeks ernstige bezwaren.

Vooreerst behelst het voorstel géén zuivere federale kieskring, want in België is weinig wat het lijkt. De zetelverdeling tussen Nederlands- en Franssprekenden wordt vooraf vastgelegd en gaat dus uit van de tweeheid van het land. Als we dan toch een reeks zetels op Belgisch vlak laten verkiezen, waarom beslist dan niet de kiezer hoe die worden toegewezen?

Het ronduit perverse effect mag niet uit het oog verloren worden, want zo wordt de deur opengezet voor georganiseerd kiesbedrog. De Franstaligen kunnen hun stem uitbrengen op de Vlaamse partij die hen het meest naar de mond praat zonder dat daarmee één Franstalige zetel verloren gaat en dus het Vlaamsgezinde aandeel in de Vlaamse zetel verwateren. Een extreem voorbeeld. Alle Franstalige kiezers stemmen voor een ‘Vlaamse’ unitaire partij, die daarmee veertig procent van de Vlaamse zetels binnenrijft. De Vlaamse kiezer (60% van het corps) moet zich dan tevreden stellen met minder dan 40% van de zetels. Technisch kan de waarde van een Vlaamse stem zowat gehalveerd worden.

Deschouwer en Van Parijs ontkennen dat ze weer Belgische partijen willen doen ontstaan. Stel je echter zo’n verkiezing voor binnen het huidige partijenlandschap. We krijgen dan een verkiezingsfolder in de bus waarin Elio Di Rupo probeert te overtuigen voor de PS en niet voor de SP.a te stemmen. Benieuwd welke argumenten hij daarvoor zal aanhalen. Te gek voor woorden, tenzij de twee socialistische partijen zich gaan profileren… op communautaire standpunten.

Maar de herinvoering van Belgische partijen stoot dan ook op een technisch probleem. Elke kandidaat moet aangeven voor welke zetels hij/zij meedingt. Zijn de Vlaamse zetels uitgeput, komt de eerstvolgende Franstalige kandidaat aan bod ook al krijgt die veel minder stemmen dan lijstgenoten (of omgekeerd). Het ideetje zonder nadelen leidt tot ronduit dubieuze kunstgrepen.

Het klopt dat de meeste partijen zich uitsluitend in één taalgebied aan de kiezer aanbieden. Maar er bestaat geen enkel verbod om heel-Belgisch te gaan. Vandaag is het een vrije keuze om lijsten in één provincie, in enkele provincies of het hele land in te dienen. Partijen kunnen zelf bepalen hoe de groot de vijver is waarin ze willen vissen. Die vrijheid zou worden afgeschaft en vervangen door de verplichting om België-wijd op te komen. Niet echt een democratische vooruitgang. Kandidaten van een eventuele unitaire partij worden dan zowaar paradoxaal genoeg verplicht te kiezen voor een taalrol.

Als een partij die kandideert in Oost-Vlaanderen met een onversneden Belgisch programma geen succes boekt, is dat omdat de kiezer er geen pap van lust, niet omdat het systeem daar toe zou leiden.

De voorstanders van de Belgische kieskring hopen dat hun techniek wel de standpuntbepaling van de partijen zal beïnvloeden. ‘Met een federale kieskring zouden partijen verplicht worden om reeds voor de verkiezingen wat realistischere standpunten te hanteren, aan beide kanten van de taalgrens’, zegt Dave Sinardet in een interview voor De Wereld Morgen. Een kieswetgeving moet het democratische spel organiseren op een neutrale manier. Ze kan en mag nooit dienen om een bepaalde politieke optie te stimuleren, wat wel de bedoeling is van de Belgische kieskring. Want lees bij ‘realistische standpunten’ natuurlijk minder uitgesproken Vlaamse standpunten.

‘Het belangrijkste doel van een federale kieskring is de federale besluitvorming vlotter te laten verlopen’, schrijven Deschouwer en Van Parijs. Spijtig dat ze dat niet wat uitwerken. Uiteraard zou er sneller een regering komen als de Vlaamse partijen ‘braver’ voor de dag kwamen. Als ze dat niet vrijwillig doen, kan zo’n manipulatieve ingreep in de organisatie van de verkiezingen misschien een handje helpen.

Sterk overigens dat dit idee met ‘alleen maar voordelen’ in geen enkel federaal land bestaat en zelfs niet in de meeste unitaire staten. Maar die landen kunnen een vrij en neutraal electoraal systeem wel aan, het wankele België blijkbaar niet.

Er bestaat een andere techniek om de besluitvorming in dit land vlotter te laten verlopen. Schaf de talloze blokkeringsmechanismen zoals alarmbellen en belangenconflicten af. Als we dan toch Belgisch willen redeneren, laten we het dan zuiver doen. Beschouw elke Belg als een Belg en laat een meerderheid een meerderheid zijn. Wie dat weigert, gaat uit van de fundamentele tweeledigheid van het land. Ook goed, maar dan graag in alle consequentie en zonder manipulatief gefoefel met de kieswetgeving.

(29 juli 2011)

undefined

Commentaren en reacties