JavaScript is required for this website to work.
post

Peter von Kant: each man kills the thing he loves

Fassbinders Petra wordt Ozons Peter

Karel Deburchgrave8/7/2022Leestijd 6 minuten
Net zoals Steven Soderbergh en Woody Allen is de 55-jarige Franse filmregisseur
en scenarioschrijver François Ozon een snelfilmer.

Net zoals Steven Soderbergh en Woody Allen is de 55-jarige Franse filmregisseur en scenarioschrijver François Ozon een snelfilmer.

foto © Wikipedia

Ozons film over de manipulatieve kant van de liefde is een trouwe bewerking van Fassbinders Die bitteren Tränen der Petra von Kant.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Net zoals Steven Soderbergh en Woody Allen is de 55-jarige Franse filmregisseur en scenarioschrijver François Ozon een snelfilmer. Zijn eerste langspeelfilm Sitcom dateert van 1998 en volgend jaar mogen we Ozons meest ambitieus project sedert Huit Femmes verwachten: zijn 22e film, Madeleine, met Isabelle Huppert, Dany Boon en Fabrice Luchini.

Aan een gemiddelde van één film per jaar blijft Ozon verbazen. Je kan zijn oeuvre wél opdelen in komedies en tragedies, maar niet in pareltjes en flops. Pareltjes zijn er genoeg. Dans la maison (2012) en vooral Frantz (2016), om er maar twee te noemen. Flops? Met heel veel slechte wil zou je enkel Ricky (2009) daar kunnen plaatsen: zijn elfde film over… een vliegende baby. Zijn 21e film, Peter von Kant, hoort bij de beste Ozons. Het is een tragikomisch melodrama over een amour fou.

Ozons libido zit in zijn films

Ozon is al jaren Frankrijks markantste regisseur, die zich graag laat inspireren door Luis Buñuel en Alfred Hitchcock. Zeer jong begonnen, filmt hij aan een hels tempo en als non-conformist choqueert hij graag met zijn films in heel uiteenlopende genres. Confronteer je Ozon met zijn werkijver, dan verwijst hij steevast naar Rainer Werner Fassbinder (1945–1982). In 1970 alleen realiseerde die zeven films én drie theaterregies. ‘Slapen doe ik wel als ik dood ben’, merkte Fassbinder dikwijls schamper op. Hij stierf dan ook 37 jaar jong aan een overdosis, met een veertigtal films op zijn palmares.

Ozons derde film Gouttes d’eau sur pierres brûlantes (2000), was een adaptatie van het toneelstuk dat Fassbinder schreef toen hij amper 19 was, over de homoseksuele relatie tussen een vijftiger en een stuurloze twintiger. Ozon zelf is homoseksueel, Fassbinder een biseksueel die er prat op ging, net zoals de Italiaanse filmer Federico Fellini en de Luikse Maigret-schrijver Georges Simenon meer dan 10.000 wisselende partners gehad te hebben. De absolute tegenpolen van Ozon, die zijn libido uitsluitend in zijn werk stopt. ‘Mijn leven is zo vlak als de tafel waarop ik schrijf. Nieuwsgierigheid naar mijn privéleven ergert me, omdat ik niks spannends kan melden.’ Intens spannend is het wel in Peter von Kant, een meeslepend melodrama dat zeer terecht dit jaar de Berlinale mocht openen. Ozons film gaat over de manipulatieve kant van de liefde waar dominantie en onderwerping schering en inslag zijn. Peter von Kant bevestigt Fassbinders dictum: ‘Liefde bestaat niet, alleen hoop op liefde.’

Zes vrouwen en een schilderij

Maar wat heeft het overleden icoon van de naoorlogse Duitse cinema nu te maken met het ‘enfant terrible’ van de Franse film? Wel, alles! Peter von Kant is immers een erg trouwe herwerking van Fassbinders 15e film Die bitteren Tränen der Petra von Kant (1972), een lesbische, sadomasochistische driehoeksverhouding tussen een couturière, haar assistente en haar model.

Fassbinder baseerde het scenario van de film op zijn gelijknamig theaterstuk en dus speelt de hele film zich af in één kamer met de claustrofobe sfeer van een Kammerspiel.

De zes personages, allen vrouwen en geen enkele man, kijken voortdurend op het enorm uitvergroot schilderij Midas en Bacchus van de Franse schilder Nicolas Poussin (1594-1665), dat een mythologische scène voorstelt. Bacchus biedt Midas aan om een gelofte te vervullen, en de koning eist dat alles wat hij aanraakt, in goud verandert. Dat blijkt echter meer een vloek dan een zegen, aangezien alles wat hij naar zijn lippen brengt in goud verandert, zodat hij niet meer kan eten of drinken. Om zich ervan te bevrijden, vertelt Bacchus hem dat hij moet baden in de rivier de Pactolus, die sindsdien goudzand bevat. In Poussins schilderij zie je koning Midas, geknield voor Bacchus, de god bedanken.

Petra von Kant (Margit Carstensen) is de Midas in Fassbinders-verhaal: ze is een succesvolle modeontwerpster die op haar wenken bediend wordt door Marlene (Irm Hermann). Dat is haar mede-ontwerpster, secretaresse, voetveeg en slavin, net niet tot het bittere einde. In alle scènes is Marlene, zonder één woord te zeggen, er getuige van hoe haar meesteres driekwart van de film alleen aan het woord is. De andere vrouwen cirkelen rond Petra als planeten rond de zon, die langzaam maar zeker lijkt uit te doven.

Wanneer vergane glorie Sidonie (Katrin Schaake) met de jonge verleidelijke Karin (Hanna Schygulla) op bezoek komt, wordt Petra tot over haar over verliefd op Karin, die zij tot ster-mannequin wil transformeren. Petra neemt Karin in huis en ze beleven een passionele amour fou.

Wanneer, zoals gebruikelijk bij Fassbinder, liefde een machtsspelletje wordt en verandert in ziekelijke jaloezie, ziet Marlene hoe haar bazin in een kwetsbare vrouw en slaaf verandert, terwijl Karin terugkeert naar haar echtgenoot. Noch Petra’s moeder (Gisela Fackeldey), noch haar dochter (Eva Mattes), noch de trieste The Platters-crooners Smoke Gets in Your Eye of The Great Pretender, kunnen troost brengen. En in de apotheose zien we wat de stilzwijgende Marlene tijdens het melodrama moet gevoeld en gedacht hebben.

Genderwissel

Precies een halve eeuw later verplaatst Ozon het Fassbinder-verhaal van Bremen naar Keulen, wordt Petra Peter, wordt er Frans in plaats van Duits gesproken, verandert de lesbische- in homoliefde en is Ozons campy bewerking veertig minuten korter. Fassbinders gerenommeerde cameraman Michael Ballhaus is bij Ozon de Belgische Manu Dacosse, met wie Ozon al samenwerkte in L’amant double en Grâce à Dieu.

Ozon blijft hondstrouw aan het origineel maar dan zonder de bitterheid en met meer relativerende humor. Blijkbaar niet overtuigend voor vele LGBTQIA+’ers die vinden dat je geen hommage kan brengen aan Andy Warhols 32-delig werk Campbell’s Soup Cansmet een 33e soepblik. Ozons respectvolle en bijzonder intelligente Fassbinder-herwerking vergelijken met een blik soep! Dan ben je zo blind als Peters assistent Karl stom is.

Vlijmscherpe analyse

Peter von Kant blijft een vlijmscherpe analyse van de onmogelijkheid tot liefde: ‘L’être humain a besoin de l’autre mais il n’a pas appris à être deux’. Van verliefdheid tot pure radeloosheid: keer op keer is dat het thema van Fassbinders melodrama’s, geïnspireerd door die van Douglas Sirk.

Ozon blijft trouw aan dat thema met een drietal aanpassingen: de vrouwen Petra, Melanie en Karin worden de mannen Peter, Karl en Amir. Ozon vervangt de modewereld van Petra door de filmwereld van Peter. Vertolkt door Denis Ménochet, voor de derde keer in een Ozon-film maar vooral bekend van zijn rol als de Franse boer die de joodse Shosanna redt in Tarantino’s Inglourious Basterds, is regisseur Peter von Kant het alter ego van Fassbinder, zowel qua fysiek als temperament: geniaal, workaholic, alcohol en cocaïneverslaafd en soms een drama queen.

Karl (Stefan Crépon) is Peters zwijgzaam manusje-van-alles: butler, scenarioschrijver, cameraman, monteur en vooral slaafs en onderdanig met snor en trieste koeogen, tot net voor de verrassende apotheose. De 23-jarige opportunistische Amir (Khalil Gharbia), daarentegen, wordt Peters nieuwe muze, na Sidonie. De relatie tussen Peter en Amir is hét voorbeeld van het Pygmalion-effect, verwijzend naar de Griekse mythe waarin Pygmalion een standbeeld van zijn ideale vrouw maakt en verliefd wordt op het standbeeld, door Aphrodite tot leven gebracht. Maar de relatie is ’te goddelijk om aangenaam te zijn’. De kunstenaar verslindt zijn muze en de muze daarna de kunstenaar.

De drie vrouwen mogen bij Ozon hun geslacht behouden en hebben allen affiniteit met de filmwereld: filmdiva Sidonie, Peters dochter en moeder. Respectievelijk gespeeld door filmdiva Isabelle Adjani, Aminthe Audiard, ja, de achternicht van Jaques en, last but not least, Fassbinders fetisj actrice, Hanna Schygulla.

Sint-Sebastiaan

Een tweede aanpassing vind je in de aankleding van Peters luxe-appartement: sporadisch is Nicolas Poussins schilderij Midas en Bacchus nog te zien maar het zijn de Sint-Sebastiaan schilderijen van Caracciolo, Titiaan en Rubens die de aandacht trekken. De heilige Sebastiaan is een van de vroegchristelijke martelaren, die omwille van zijn geloof op bevel van de keizer met pijlen wordt doorboord, overleeft en daarna wordt doodgeknuppeld en onthoofd.

Sinds de Renaissance etaleert hij zijn spieren in een elegante houding, waarbij zijn lendendoek lichtjes afzakt. Datt beeld leidde in de twintigste eeuw tot de ontwikkeling van Sebastiaan als homo-icoon. Niet toevallig was Oscar Wildes schuilnaam ‘Sebastian’.

Jeder tötet was er liebt

Een derde verandering vinden we in de muziek: nog wel In my Room van de Walker Brothers maar geen The Platters meer. Bij Ozon mag Hanna Schygulla het wiegeliedje Schlaf, Kindlein, Schlaf voor haar zoon Peter zingen, mag Peter dansen op Cora Vaucaire’s nummer Comme au Théâtre en zingt Isabelle Adjani Each man kills the thing he loves … in het Duits.

Tijdens Oscar Wildes gevangenschap werd in Reading Gaol de militair Charles Thomas Wooldridge opgehangen, veroordeeld voor de moord op zijn 23-jarige vrouw. Het inspireerde Wilde, gevangene C.3-3., voor zijn beroemdste gedicht, dat hij een jaar later in ballingschap zou schrijven: The Ballad of Reading Gaol. Het einde van deze lange ballade is een strofe, in eenvoudig Engels, door Jeanne Moreau gezongen in Fassbinders laatste film Querelle (1982): Each man kills the thing he loves! Doet Ozon dat ook met zijn idool Fassbinder?

De jongere generatie

Het meest merkwaardige aan Peter von Kant is hoe goed de jongere generatie acteurs Khalil Ben Gharbia en Stefan Crepon hun mannetje kunnen staan tegenover diva’s als Isabelle Adjani en Hanna Schygulla. Beide jonge acteurs waren op het Brussels filmfestival en op mijn vraag hoe ze zich hadden voorbereid op hun rol antwoordden beiden dat Ozon hen het Fassbinder-origineel had aangeraden om het dan onmiddellijk te vergeten.

Khalil heeft zijn intuïtie gevolgd en de op de set aanwezige Hanna Schygulla heeft hem nooit tips gegeven. Stefan Crepon vond  het ontzettend hard om de brutale eindscène te spelen. Eerst wilde Ozon hem toch een woord laten zeggen maar uiteindelijk werd beslist zijn rol woordloos te houden. Of Ozon ook zo dictatoriaal optrad als Fassbinder op de set? Helemaal niet! Het was één en al kameraadschap.

Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.

Commentaren en reacties