JavaScript is required for this website to work.
post

De fatale frustratie van Paul Goossens

Eddy Daniels30/3/2018Leestijd 5 minuten

foto © Kroon, Ron / Anefo Nationaal Archief Den Haag

Paul Goossens heeft zelf de mei 68-beweging niet begrepen. Bedreigd klampt hij zich vast aan slogans, niet aan nuchtere analyses.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Paul Goossens heeft vijftig jaar geleden een belangrijke historische rol gespeeld. Niet omdat Leuven Vlaams is geworden. Eerder omdat hij, en de kleine kliek van de toenmalige Studenten Vak Beweging (SVB) waar hij een prominent woordvoerder van was, de racistische slogan ‘Walen Buiten’ wisten om te buigen tot het emancipatorische programma ‘Bourgeois Buiten’. Koenraad Elst, die iets te jong is om het nog meegemaakt te hebben, vergist zich als hij denkt dat de eerste slogan uitsluitend tegen de francofiele overheden gericht was. Er heerste een reële afkeer onder de Vlaamse boeren- en middenstandszonen voor de maniertjes van de Franstalige studenten ‘van beteren huize’.

Vandaag, vijftig jaar later, jammert Goossens omdat de ‘leiders’ van de Vlaamse Beweging (die in de hele beweging ongeveer onzichtbaar waren) hem toen niet gevolgd zijn. Zo kan Bart De Wever nu een verkeerd beeld ophangen van de beweging die hij toen (mee) geleid heeft. Hij bewijst daarmee dat hij de kern van de ’68-dynamiek nooit begrepen heeft. Niet de ‘leiders’ maakten toen de beweging, de beweging maakte de ‘leiders’. En de ‘leiders’ van de Vlaamse Beweging werden toen door de dynamiek van de tijdsgeest buitenspel gezet.

Niet leren genieten van zijn winst

Een poging om de toenmalige tijdsgeest te ontwarren vinden we overigens in het interviewboek van Geert De Vriese & Frank Van Laeken, Mei ’68. 31 dagen die ons leven veranderden (Houtekiet) en waarin ik ook even aan het woord kom (p. 165-171). Zij wijzen er vooral op hoe intrinsiek braaf de Vlaamse jeugd toen was, en hoe maagdelijk de Vlaamse maagden.

Doordat twee tendensen door elkaar vloeiden — de Vlaamse ontvoogding en het wereldwijde verzet tegen autoriteit — heeft Goossens nooit een duidelijke analyse gemaakt van zijn ervaringen. Hij is vergeten dat hij toen eigenlijk gewonnen heeft. En dat die overwinning nog steeds voortduurt. Goossens heeft nooit leren genieten van zijn winst. Hij gedraagt zich daarom al jarenlang als een verliezer die bang is voor elke nieuwe ontwikkeling of verandering.

Alles wat in zijn ogen slecht is, ziet hij terugkeren. De discussie rond de F-16 herleidt hij tot het ‘verraad’ van de Vlaamse Beweging aan haar nooit meer oorlog-programma van na 1918, door een slaafse onderwerping aan de NAVO-retoriek. Hij is blijkbaar vergeten dat het meest actieve deel van die Vlaamse Beweging (het VNV) in 1940 de Duitsers al verwelkomde, en vanaf 1942 ronselde voor het Oostfront. Staf Declercq pochte zelfs dat hij hen geholpen had. Dus dat ‘verraad’ is wel wat ouder.

Goossens had echter ook kunnen wijzen op het verraad van het socialisme aan Het Gebroken Geweer van diezelfde periode. Twee politici uit hun rangen werden secretaris-generaal van die vermaledijde NAVO (Paul-Henri Spaak en Willy Claes). Men kan de houding van Goossens daarom omschrijven als ‘van alle hout pijlen maken’ zolang hij zijn vermeende vijanden maar treft. In zijn logica moeten we immers het leger gewoon afschaffen en uit de NAVO treden. Dat we dat niet doen, zou na volle vijftig jaar de fout zijn van de N-VA die nog geen vijf jaar meespeelt.

De Vlaamse Beweging was verdreven

Ondertussen is hij vergeten wat De Wever in zijn toespraak tijdens het herdenkingscongres in Leuven (24/02/2018) ruiterlijk toegaf: dat de Vlaamse Beweging in 1968 nagenoeg uit haar broednest, de Leuvense Universiteit, werd verdreven. Tussen 1970 en 1980 werd er onder politiek actieve studenten niet gediscussieerd over links of rechts, maar over trotskisme versus maoïsme. Zelfs het zo traditionele KVHV zette de strijd tegen de dictatuur van de Griekse kolonels vooraan op de agenda.

Een anekdote: in 1975 zette een rechts-flamingantische splintergroep voor het eerst weer een betoging op in die stad. De linkse groupuscules Ral en Amada konden dat niet dulden, Leuven was van hen. Dus mobiliseerden zij een links front met andere ‘progressieven’ om die betoging met geweld te verhinderen. Er was een enorme rijkswachtbescherming die de twee groepen uit elkaar hield. Terzijde: de rechtsen hadden overigens maar goed honderd man bijeen gekregen.

Het toeval wilde dat ik (die me toen in de mouvance van Amada bevond) het verzamelpunt gemist had en op de Grote Markt bij het stadhuis stond, terwijl de betoging van de Oude Markt vertrok. Er waren duizenden nieuwsgierige studenten samengestroomd.

Ik was in paniek, herkende niemand en dacht dat dit allemaal sympathisanten waren van de ‘fascisten’. Toen kwam de betoging op gang. Pas werden de eerste leeuwenvlaggen zichtbaar of daar klonk uit duizenden kelen de toen populaire slogan: ‘VMO Gestapo, Were Di Nazi’. Terwijl de linkse militanten zichzelf geïsoleerd hadden door soldaatje te spelen een eindje verder, nam de menigte spontaan hun ordewoorden over.

De IJzerbedevaart stortte in elkaar

Dat was toen de mentaliteit en Paul Goossens weet dat zeer goed. Hij was erbij als verslaggever voor De Standaard. Het is dus dwaasheid van hem om nu te klagen dat de Vlaamse Beweging zijn visie niet had overgenomen. De Vlaamse jeugd had dat wel gedaan en de ‘leiders’ liepen aan het hoofd van een afkalvend leger.

Dit leidde tot de ineenstorting van de voorheen massaal bijgewoonde IJzerbedevaart. In heel Vlaanderen ontstonden vanuit/naast/tegen de traditionele, door de kapelaan gecontroleerde jeugdbewegingen jeugdclubs die autonoom werkten. Daar werd druk besproken hoe men in het eigen dorp de revolutie kon voorbereiden.

Vanaf 1978 is het Vlaams Blok gekomen. Zolang dit zich baseerde op een Vlaams programma (tegen het Egmontakkoord) was het een marginale partij met één zetel. Zijn succes begon toen Filip Dewinter en Gerolf Annemans inzetten op anti-vreemdelingenretoriek. Zij rekruteerden niet bij de Vlaamse intelligentsia, maar in de toen rode arbeidersbuurten. Daar voelde men zich bedrogen omdat de politieke kaste de reële problemen niet wilde zien die de modale Vlamingen uit hun sociale woningen en volkswijken verdreef.

Paul Goossens had daar, als inmiddels hoofdredacteur van De Morgen, geen antwoord op. Hij wilde niet meer luisteren naar de gewone man. Dát werd zijn grote trauma. De duivel die Goossens door de voordeur meende verdreven te hebben, kwam via de achterdeur weer in volle glorie binnen.

Het Blok vervelde tot het Belang, en groeide door tot 24 procent (in 2004). Het werd vervolgens niet teruggedreven door Goossens en zijn geestesgenoten. Wél door uitgerekend Bart De Wever, een zelfverklaarde neoconservatief die Karl Marx (1818-1883) verwisseld had voor Edmund Burke (1729-1797). Marx was de sociale denker die als eerste de maatschappelijke vooruitgang zag verlopen via catastrofale breekpunten. Burke was de liberale filosoof die vond dat al te grote maatschappelijke schokken vermeden dienden te worden.

Daarom stelde Burke al zeer vlug dat de Franse Revolutie in chaos zou ontaarden. Hij schoof het model van de Amerikaanse Revolutie naar voren als voorbeeld van een organische ontwikkeling die het sociale weefsel intact liet.

Niet zonder tweederdemeerderheid

Paul Goossens heeft dat nooit begrepen, zelfs al zien we vandaag dat De Wever daarin zeer consequent is. Hij vangt de Catalaanse ballingen op als oude vrienden die hij humanitair niet in de steek laat. Tegelijkertijd laat hij geen gelegenheid voorbijgaan om te beklemtonen dat hij Puigdemont al jaren geleden waarschuwde dat hij een verkeerde weg koos. In De Zondag 20/3 ging hij zover te stellen dat je de onafhankelijkheid maar kunt uitroepen als je een tweederdemeerderheid hebt (terwijl de separatisten in Catalonië in december allemaal samen slechts 48 procent behaalden).

Goossens is blind daarvoor. Hij probeert nu De Wever zelfs in de schoenen te schuiven – in De Afspraak 29/03 – dat hij het ‘Walen Buiten’ verdedigt en dus op hetzelfde niveau staat als het ‘Juden ‘raus!’ van de nazi’s. Een ziekelijk voorbeeld van een reductio ad Hitlerum, die elk ernstig debat blokkeert. Ik heb De Wever nooit horen pleiten voor ‘Walen buiten’. Wel heeft hij het over ‘de twee democratieën’ in dit land die vanuit een eigen identiteit elk hun eigen weg moeten gaan.

Zijn argument daarvoor is niet een ‘Blut und Boden’-ideologie maar de nuchtere vaststelling dat de miljardentransfers de vooruitgang in Vlaanderen hinderen. Deze laten Wallonië leven in de illusie dat het nooit voor zichzelf verantwoordelijk zal moeten zijn.

Goossens weigert die nuance te zien. Hij maakt een complete karikatuur van de toespraak van De Wever. Hij klampt zich daarbij vast aan een paar bewoordingen, en heeft de redenering duidelijk niet begrepen. Hij heeft een apocalyptisch wereldbeeld waarin de wereld waar hij zich aan vastklampt ineen lijkt te storten. De psycholoog Karl Jaspers (1883-1969) noemde dat ‘Katastrophe Ahnen’. Het kan het begin zijn van een gevaarlijke paranoia. Ik wens hem dat niet toe.

Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.

Commentaren en reacties