fbpx


Binnenland

Geilaard, buiten!




Het moet 1966 geweest zijn. Ik was dertien. Zat in het tweede jaar Latijn-Griekse. Een kleine helft van onze leraren was priester. Niet meer in soutane, maar in clergy: een gewoon zwart of donkergrijs pak, wel met Romeinse boord. Een gevolg van het Vaticaans Concilie. Dat concilie liet ruimte voor liturgische experimenten. Alleen de eigenlijke eucharistie – voor de ketters: het gebed bij de transsubstantiatie, de verandering van brood en wijn in lichaam en bloed - moet nog in het…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.


Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media.





Wachtwoord vergeten





Nog geen proefabonnement?


Lees Doorbraak een maand gratis en vorm uw eigen mening.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als u nu een abonnement neemt, dan mist u geen enkel artikel.


Het moet 1966 geweest zijn. Ik was dertien. Zat in het tweede jaar Latijn-Griekse. Een kleine helft van onze leraren was priester. Niet meer in soutane, maar in clergy: een gewoon zwart of donkergrijs pak, wel met Romeinse boord. Een gevolg van het Vaticaans Concilie.

Dat concilie liet ruimte voor liturgische experimenten. Alleen de eigenlijke eucharistie voor de ketters: het gebed bij de transsubstantiatie, de verandering van brood en wijn in lichaam en bloed – moet nog in het Latijn. Qui, pridie quam pateretur, accepit panem in sanctas ac venerabiles manus suas. Zit nog altijd in mijn geheugen.

Wat ik ook nog weet is dat we verondersteld werden geregeld te biechten. Maar, zei men, dat moet niet langer in die aftandse, achterhaalde, donkere biechtstoelen. Gewoon van man tot man, zonder meer; dat gaat ook. Dat is veel echter, zei men. En aldus geschiedde.

Ik had wel een priester gekozen van wie ik geen les kreeg. Uit denk ik nu aangeboren voorzichtigheid. Je moest die dan een briefje schrijven met altijd dezelfde formule: Eerwaarde Vader, ik begeer te biechten. En je kreeg altijd snel antwoord. Morgen, om één uur, op mijn kamer. Het is mijn (gelukkig) kleine Godvergeten.

Onderhemd

Ik sta in de altijd naar boenwas geurende gang, klop aan, en het ‘kom binnen’ volgt meteen. De man staat in zijn onderhemd, een marcelleke. Ik zie dat, schrik, mompel excuses en draai me om. Nee, nee, zegt hij. Zet u maar in de zetel, ik kom. Er hangt een geur van eau de cologne.

Als hij op de bank naast mij zit, nog altijd in marcelleke, begin ik met de vaste formules en som mijn zonden op. Ik neem aan zoals bij iedereen:  vooral verzinsels. Bedachte zonden. Wat moet je anders zeggen?

Midden in die opsomming komt hij iets dichter bij me zitten en vraagt of ik ‘al iets gevoeld heb’. Ik weet echt niet waarover hij het heeft. Ik ga door met mijn zonden. Maar hij onderbreekt meteen. ‘Ik vroeg of ge al iets gevoeld hebt?!’ Luider dan bij de biecht gebruikelijk is. Ik antwoord naar waarheid: neen. De man wordt rood, begint ook licht te zweten. Hij zegt dat ik eens goed moet nadenken, en dat ik eerlijk moet zijn. Hebt ge al iets gevoeld? Nu wel heel luid. Ik zwijg, weet niet wat ik moet zeggen.

Maar na hooguit vijf seconden schiet hij overeind, hij is zichtbaar razend kwaad, en roept: ‘Geilaard, buiten!’  Ik snel de kamer uit.

Terug op de gang, voel ik mijn hart kloppen. En ik zweer dat het waar is mijn eerste gedachte is dat ik geen absolutie, geen vergeving van zonden heb gekregen. Maar er komt een andere priester voorbij, vraagt wat ik daar doe in die gang. Ik antwoord: biechtviering bij eerwaarde heer V. Hij knikt, zegt dat het goed is dat we niet meer in de biechtstoel kruipen.

Van Dale

Ik had nog niets gevoeld. En ik wist ook niet wat geilaard betekende. Erger nog, ik wist niet eens of geil met een g is dan wel met een h. Ik ben een Oost-Vlaming. Nog erger: ik weet ook niet of dat met een lange ij of een korte ei is. Ik moet dat opzoeken.

Ik zwijg. Overal. In de klas, op de speelplaats, thuis. Ik neem wel de Van Dale. Hijl bestaat niet. Gijl wel, maar dat kan het niet zijn (het is iets met bier). Heil ken ik, maar bij een heilaard kan ik mij niets voorstellen. En dan is er dus geil. In de Van Dale van toen lees ik: de vleselijke lusten opwekkende. Ik weet eigenlijk nog altijd niet waarover dat gaat, maar ik weet wel dat ik daar maar beter over kan zwijgen.

Eén jaar later weet ik meer, veel meer. In de godsdienstles gaat het over zelfbevlekking en hoe kwalijk dat is. Niet alleen is het een doodzonde, het is ook levensgevaarlijk. Tast het ruggenmerg aan, zegt de priester. Bewijs? Nietzsche. Hij vond zelfbevlekking aanvaardbaar, en is totaal waanzinnig gestorven. Het angstzweet breekt ons uit.

Naakte vrouw

Dezelfde man zegt korte tijd later ook nog dat voor hem een naakte vrouw als een baksteen is; dat zegt hem niets. Ik zit op de eerste rij en zeg net iets te hoorbaar: ‘Dan zijt ge ziek.’ Ik krijg een pak rammel. Vanaf dan let ik op mijn woorden.

Ook als ik vijfentwintig jaar later de overlijdensberichten lees. Dat doe ik al sinds mijn twintigste. Ik lees ze altijd allemaal. Nog altijd trouwens. Je leert eruit dat families netwerken zijn.

Ik zie dat het de Heer heeft behaagd (zo staat het er) tot zich te roepen de ziel van zijn trouwe dienaar, Eerwaarde Heer F.V. En ik denk: geilaard! Hij is niet oud geworden: net geen zestig. Ze hebben je dus te pakken gekregen, denk ik. 

En ik ben dat niet gaan biechten.    

Siegfried Bracke

Siegfried Bracke (°1953) was tot 2010 journalist bij de VRT. In 2010 werd hij federaal volksvertegenwoordiger bij de N-VA, en tussen 2014 en 2019 was hij voorzitter van de Kamer.

Dit artikel delen


Als abonnee kan u dit artikel gratis verspreiden via sociale media en doorsturen naar uw vrienden. Zij zullen dit artikel volledig kunnen lezen zonder abonnee te zijn of zonder een (proef)abonnement te nemen. Zij krijgen bij het lezen de vermelding dat dit artikel door u wordt aangeboden. Als u dit via email doorstuurt, wordt het emailadres van uw vriend niet genoteerd in de databank.

Commentaren en reacties


Reageren op een artikel? Graag, maar hou het netjes, blijf bij het onderwerp van het artikel en blijf niet eindeloos reageren.  Dit is geen plaats voor scheldpartijen en eindeloze discussies. Niet meer dan 10 reacties per dag per persoon en niet meer dan 3 per artikel graag.  Kijk vooraf even op onze Spelregels en technische problemen
Reacties - klik hier
i
Als ingelogde bezoeker kan u hier de reacties lezen en deelnemen aan het debat.

Sinds 11/9/2023 gebruiken we een nieuw systeem voor de reacties. Het lijkt op de vroegere disqus, maar je gebruikt je eigen login voor de discussie. Voor artikelen voor 11/09 gebruiken we nog Disqus. Je kan je instellingen (eventuele alias en foto) aanpassen op je gebruikersprofiel.

Doorbraak zoekt een moderator voor de reacties. Houdt u van discussie en polemiek, maar ook van een correcte discussie? Wil u ons graag helpen om de kwaliteit van dit forum te verbeteren? Dan horen we het graag.