JavaScript is required for this website to work.
post

België heeft het menselijke geluk bestudeerd!

Maar ook onderzoeksresultaten verlangen een kritische blik…

Jan Van Peteghem30/10/2018Leestijd 5 minuten
‘Geluk als niet-gepland bijproduct van je handelingen en je contacten.’

‘Geluk als niet-gepland bijproduct van je handelingen en je contacten.’

foto © Reporters / Science and Photo

Geluk is een glibberig, moeilijk te definiëren begrip. Vier Belgische universiteiten probeerden het toch en de resultaten zijn bekend.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Over enkele dagen zullen de onderzoeksresultaten van een omvangrijk bevragingsproject over het geluksgevoel bij de inwoners van ons land aan het brede publiek voorgesteld worden via een vulgariserende publicatie[1]. Nog concreter: op 3 november e.k. in de voormiddag presenteren drie betrokken onderzoekers (Fredéric Vermeulen, Koen Decancq, Bart Capéau) de resultaten van die enquêtering op de lopende Antwerpse Boekenbeurs. Allen daarheen. Maar wacht even vooraleer u erheen stormt: er blijven een paar vragen…

Hoe meet je geluk?

De vier universiteiten hebben 3000 Belgen bevraagd over de mate waarin zij zich gelukkig voelen. Zij lieten daarbij de mensen zichzelf inschatten op een schaal tussen 1 en 10. Dat lijkt alvast een wat te smalle insteek. Wanneer psychologen het hebben over menselijk geluk, maken zij traditioneel immers een onderscheid tussen emotioneel welbevinden en levensvoldoening. Dit zijn twee begrippen die op het eerste gezicht kort bij elkaar liggen, maar academici zien een duidelijk verschil, in de eerste plaats omdat beide op een totaal andere manier gemeten worden.

Emotional well-being refereert naar de gevoelsmatige kwaliteit van de alledaagse ervaringen van een individu: het vóórkomen en de intensiteit van gevoelens van vreugde, stress, droefheid, woede en affectie die maken dat iemands leven als prettig, of integendeel als minder aangenaam wordt ervaren. Emotioneel welbevinden is de som van alle kleine genoegdoeningen die een mens ondervindt bij het doorbrengen van zijn dag, en verwijst naar een continue stroom van gevoelens die al dan niet heftig kunnen schommelen rond een evenwichtspunt. Wetenschappers nemen aan dat dit het begrip is dat wat Jan Modaal impliciet beschouwt als ‘gelukkig zijn’ het beste dekt.

Life evaluation daarentegen heeft meer te maken met de overwegingen die mensen zich maken wanneer zij vanop enige afstand gaan nadenken over hun levensloop, en op deze wijze een balans opmaken over de positie waarin zij zich nu bevinden. Het is het geluk van het terugblikkende ik. Levensvoldoening is dus het gevolg van een cognitief beoordelingsproces dat in de eerste plaats te maken heeft met maatschappelijk aanzien en het gevoel de eigen doelstellingen bereikt te hebben. Dat is niet voor iedereen weggelegd, en mensen praten daar liever niet over. Frederik Anseel van de vakgroep Personeelsbeleid, Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Universiteit Gent, zei dan ook eens: ‘Indien je iemand maar blijft vragen of hij echt gelukkig is, zal hij uiteindelijk in tranen uitbarsten’[2].

Geluk en levenstevredenheid: twee afzonderlijke gegevenheden

Onderzoekers zijn het er grosso modo over eens dat, wanneer je een individu de tevredenheid met het leven laat scoren (de courante praktijk is dat dit gebeurt op een schaal van 10) dat je dan hun levensvoldoening meet, met inbegrip van hun financieel welvaren of hun aantal kinderen. Maar niet hun geluksgevoel, daarvoor moet je peilen naar de dagelijkse triviale ervaringen die genoegen en voldoening geven, en dat roept om uitgebreidere vragenlijsten die peilen naar subjectieve indrukken over de dagelijkse kanten van het bestaan.

Wat het onderzoeksconsortium dus willen meten heeft, is niet zodanig het menselijke geluk, als wel de globale tevredenheid van de respondenten met het door hen afgelegde parcours. En dat zijn twee verschillende dingen…

Inkomen en menselijk geluk

We illustreren dit door te antwoorden op de vraag: maakt geld gelukkig? Daar bestaat nogal wat onderzoek over, onder meer uitgevoerd door de beroemde Joodse psycholoog Kahneman[3]. Inkomen en het opleidingsniveau hebben een rechtstreekse impact op levenstevredenheid. Nauwkeurige correlatieberekeningen schuiven zelfs het belang van het opleidingsniveau terzijde en behouden alleen de eerste parameter: hoogopgeleiden verdienen immers per definitie meer, en het is deze laatste relatie die bij uitstek zorgt voor het statistische verband tussen basisopleiding en tevredenheid. Wanneer we levenstevredenheid uitzetten tegen inkomen, krijgen we een steeds stijgende curve.

Maar we zagen daarnet dat geluk, in termen van emotioneel welbevinden, een heel ander gegeven is. Wanneer je hiernaar peilt, krijg je eveneens een stijgend verloop naarmate het subject over meer geld beschikt, maar de curve vlakt af vanaf een bepaalde drempel. Weliswaar ligt die drempel hoog: Amerikaans onderzoek schat die op een jaarloon van ongeveer 75 000 $, en in ons land zou deze liggen op pakweg 6 000 euro per maand[4]. Kahneman en Deaton besluiten dan ook ’that high income buys life satisfaction but not happiness, and that low income is associated both with low life evaluation and low emotional well-being’.

De wetenschappers lijken zich dat gerealiseerd te hebben, want zij komen in hun rapport op de proppen met een nieuwe methodiek om welzijn op te meten, en allicht zal deze in de toekomst gehanteerd worden bij nieuwe peilingen. Maar het wil wel zeggen dat hun conclusies, die gebaseerd zijn op het scoresysteem tussen 0 en 10 en waarover we in deze bijdrage niets zeggen (dat laten we aan henzelf over), niet altijd evenveel zeggen over geluk…

Kan je spreken over de gelukscore van landen?

Iedereen is het erover eens dat het bruto nationaal product weinig verband heeft met sociale vooruitgang, laat staan met een nationaal geluksgevoel — wat dat laatste dan ook moge zijn. In de praktijk zullen socio-economen, behalve financiële parameters als het BNP, dan ook een gebruik maken van bijkomende nationale parameters om het geluksgevoel enigszins te kwantificeren.

In 2011 werden hiervoor twee modellen ontwikkeld: het European Statistical System (beter bekend onder de afkorting Eurostat) en de OECD-benadering die een wereldwijd toepasbare meeteenheid voorhoudt. Deze laatste schaal wordt de Better Life Index genoemd, en bevat parameters als het globale opleidingspeil, de omgevingskwaliteit, de persoonlijke veiligheid, het gemiddelde gezondheidsniveau…

Keuze te over, dus. En om de hoop nog te vergroten heeft Bhutan, een verloren gelopen koninkrijkje ergens in de Himalaya, ook eigen pogingen gedaan om een Bruto Nationaal Geluks-product te definiëren. Het land heeft behoorlijk wat middelen gestoken in de ontwikkeling daarvan (twee Canadese wetenschappers hebben daar zes jaren aan gelaboreerd, en wat zij bekokstoofden is daarna overgenomen door sommige andere landen). Maar helaas heeft dit niet voor gevolg gehad dat de levensstandaard in Bhutan daardoor ineens doorheen het plafond is geschoten, het is nog steeds een van de armere landen op de wereldbol en staat pas 84ste in de World Index of Happiness. Maar het is alvast een verdienstelijke poging geweest. En het land heeft, samen met Irak (ook niet direct een wereldkampioen waar het geluksgevoel van de straat te rapen valt) de Verenigde Naties ertoe gebracht een Internationale Dag van het Geluk af te kondigen; deze werd vastgelegd op 20 maart omdat dan de dag en de nacht even lang duren.

Laten we het houden bij de Better Life Index, en ook deze laat zien dat een stijgend BNP niet per definitie inhoudt dat ook het algemene geluksniveau uit de pan rijst. Ook hier bereikt de curve een plafond, net zoals dit bij individuen het geval is. Onderstaande figuur met het gemiddelde geluksgevoel in diverse landen, gerelateerd aan hun gemiddeld inkomensniveau[6], illustreert dit: zo beschikken Luxemburgers over dubbel zoveel koopkracht als Belgen, maar staan daarom niet noemenswaardig gelukkiger in het leven.

gelukKBC Groep / Edwin De Boeck

Ter verklaring van de meeteenheden die voor deze curve: het ramen van het landelijk geluk gebeurde op basis van de meetschaal van de Better Life Index van de OECD die we hierboven kort hebben aangehaald, en de rangschikking van de landen volgens de y-as is afkomstig van de resultaten van de peiling die in 2015 gebeurde. Voor het kwantificeren van de rijkdom van elk land werd het begrip KKP gehanteerd, hetgeen de afkorting is voor ‘koopkrachtpariteit’. We gaan niet in op de precieze betekenis van deze meetparameter; het betreft een omrekeningswijze die vertrekt van het gemiddelde inkomen van de ingezetenen van een land en toelaat om de koopkracht van verschillende landen onderling te kunnen vergelijken.

De rangorde kan natuurlijk al eens verschuiven in functie van de tijd. De laatste rangordening, deze die in 2017 werd opgesteld door de Verenigde Naties, en die tot stand komt op basis van een serie vragen aan inwoners van meer dan 150 landen over zaken als inkomen, gezondheid, vrijheid en sociale ondersteuning, ziet er als volgt uit:

  1. Noorwegen
  2. Denemarken
  3. IJsland
  4. Zwitserland
  5. Finland
  6. Nederland
  7. Canada
  8. Nieuw-Zeeland
  9. Australië
  10. Zweden

 

België is er, tegenover de peilingen van de voorbije jaren, lichtjes op vooruitgegaan: het stond in 2017 op de 17de plaats. En ook Duitsland is in goeden doen en komt net vóór ons.[7]

 


[1] De publicatie zal “Wat heet dan gelukkig zijn?” heten en verschijnt bij Garant, Antwerpen/Apeldoorn

[2]  F. Anseel: “Hoe een geluksmanager u ongelukkig kan maken”, De Standaard, 7 augustus 2015

[3] D. Kahneman & A. Deaton: “High income improves evaluation of life but not emotional well-being”, Journal for Psychological and Cognitive Sciences, www.pnas.org/cgi/doi/.10.1073/pnas.1011492107

[4] L. Annemans: “Belastingen zijn goed voor ons geluk”, De Standaard, 25-26 februari 2017

[6] E. De Boeck (2015): “Welzijn, meer dan bruto binnenlands product”, presentatie in het kader van Horizon 2050, https://www.kbceconomics.be/wp-content/uploads/2015/02/Inleiding-Edwin-De-Boeck.pdf

[7] J. Van Peteghem: “Meer Welzijn op het Werk”, INNI publishers, 2017

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties