JavaScript is required for this website to work.
post

Gerhard Richter retrouvé

Guido Lauwaert24/10/2017Leestijd 3 minuten
Een bezoeker bekijkt werk van Gerhard Richter in de expositie ‘Oever
schilderen’.

Een bezoeker bekijkt werk van Gerhard Richter in de expositie ‘Oever schilderen’.

foto © Reporters

Het geëxposeerde is niet meer dan een greep uit wat zich nog in het atelier van de kunstenaar Gerhard Richter bevindt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Gentse Citadelpark met zijn twee beroemde musea, het S.M.A.K. en MSK, hebben een druk weekend achter de rug. Tegelijk met Van Bosch tot Tuymans was er de vernissage van de tentoonstelling Over Schilderen, helemaal gefocust op Gerhard Richter.

Hopelijk de laatste

Het was de eerste verschijning van de artistiek bekende Duitser in België sinds 1976 en ik hoop dat het de laatste is bij mijn leven. Tenzij er met wat anders uitgepakt wordt dan wat in het Hoetse Huis getoond wordt. Niet één van de geëxposeerde werken is afkomstig van een museum of uit privébezit. Een iconisch werk ter waarde van de geschilderde foto’s van de RAF, met voorop Ulrike Meinhoff? Nada. De tijdgeest waarin de naam Gerhard Richter van de lippen van elke kunstliefhebber rolde zou dan opnieuw belicht worden.

Het lijkt wel of de intussen 85-jarige, voelende dat zijn ster tanende is, een laatste maal wilde tonen wat hij waard is. De artistieke staf van het S.M.A.K. is in de val getrapt en heeft wat het te pakken kon krijgen naar Gent gesleurd. Het geëxposeerde is niet meer dan een greep uit wat zich nog in het atelier van de kunstenaar bevindt. Op de valreep is Philippe Van Cauteren ingegaan op het aanbod acht recente werken te exposeren.

Misschien dat Richter de hoop koestert dat het museum een werk van hem aankoopt. Om zijn begrafenis slash crematie te financieren. Als hij het beoogde bedrag binnenhaalt, kan het met pomp and circumstance. Want al mag hij bekend staan om zijn afkeer van drukte, een bescheiden ingesteldheid is ook – en niet zelden – een vorm van imagobuilding.

De faam van Gerhard Richter

Gerhard Richter is een naam met faam. Terecht. Maar alles is relatief en heeft zijn rek. De man past in het rijtje van mensen die in de jaren 60 het gelaat van de maatschappij grondig veranderde en het denken over kunst omgooide. Maar hem op dezelfde hoogte als Picasso plaatsen, toontje lager asjeblief. Er komt voor ieder echter een tijd dat zijn lied is uitgezongen en hij de uitgang mag kiezen met in de hand een kartonnen doos, gevuld met familiale parafernalia.

De expositie en vooral de opgeblazen reclamecampagne – waar veel journalisten zijn ingetrapt – doet me denken aan de opening van het Museum Carl-Henning Pedersen, begin van de jaren tachtig [als ik mij niet vergis]. De Deense Cobra-schilder wilde ruim 3.000 tekeningen, schilderijen en sculpturen aan Kopenhagen schenken, maar de stad sloeg het aanbod af. Terecht. Na een flink pak lobbywerk vond het onderdak in een nieuwbouw van de stad Herning. Waarschijnlijk viel er daar weinig anders te bezoeken. Bij de vooropening was de internationale kunstpers uitgenodigd. Iedereen ergerde zich de tenen uit zijn schoenen. Gelukkig was er Deens bier, in kroegen vol afgestofte mannen die eindelijk hun kraag konden verlossen van de das. Toen hebben alle aanwezige journalisten ingezien dat Pedersen het kakelkuikje van Cobra was en hoe iemand zijn zwakke waarde verder kon laten zinken.

Over Schilderen

Je kan de expositie Over schilderen ook bekijken vanuit de vraag, wat rest en waar eindigt Richters parcours? In dat geval, op een kale vlakte. Wat er uitgestald staat is fraai zonder franje. Het doet niets. De nieuwe kleren van de keizer, en dat is het. Het is verbazend hoe in snel tempo de kritische zin van de media afneemt. Is het wegens gebrek aan historische en artistieke kennis en de gulzige wens de directie te vriend te houden?

Toegegeven, er zijn enkele werken die indruk maken. Diep gaat die echter niet. Maar kom, om er toch een paar te noemen, 4 ruiten uit 1967 en 7 ruiten [Kaartenhuis] uit 2013. Om de expositie body and soul te geven werden de atelierrestanten tussen die twee werken gewrongen. Geen slecht idee ware het dat, met een psychologische bril op, die twee werken de op- en neergang van Gerhard Richter aantonen. Want dan ziet men dat de 4 kantelramen de standpunten van de kunstenaar symboliseren en het kaartenhuis de nakende ineenstorting van zijn neergang weergeeft. Die hij vreest, betreurt en met alle middelen bestrijdt. Voor de val… nog eenmaal schitteren. Dat is in wezen de diepere betekenis van Over schilderen.

Twee werken waar door de curator hoger en dieper over gepraat werd dan ze lang en breed zijn: Gordijn IV [1965] en Venster [1968]. De techniek mag dan secuur zijn, de symboliek is er met de haren bij gesleurd. Aan welke kant van het venster staat de kijker? Wat betekent een gordijn? Had Van Cauteren een venster in de Brico en een gordijn bij de Hema gaan kopen, en dat ook op het bijhorend plaatje vermeld, het had meer vuurwerk van de geest opgeleverd. Dezelfde hitte als Joseph Beuys en Marcel Broodthaers wisten te verwekken. Strip [2013], ruim tien meter breed, is mooi maar niet meer dan een spelen met kleuren en eenmaal tevreden werd er een digitale print van gemaakt. Drukkers van de Xerox en Agfa Graphics doen het dagelijks om de nieuwe inkten en drukpersen uit te testen en zich in de rustige uren te amuseren.
De curator van Gerhard Richter Over schilderen is Martin Germann. Een goede vriend van Richter. Dat kan een nadeel zijn. Voor de kunstenaar, het museum, en de bezoeker.

GERHARD RICHTER – Over schilderen
S.M.A.K. – van 21.10.2017 t/m 18.02.2018

www.smak.be

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties