JavaScript is required for this website to work.
post

De groene geldpers doet terugdenken aan de jaren dertig

Lorenzo Terrière19/3/2019Leestijd 4 minuten
Het planbureau & de ideologische mestkar

Het planbureau & de ideologische mestkar

foto © Reporters / DPA

Het voorstel om vanuit de overheid een ‘Klimaatbank’ op te richten doet terugdenken aan de hyperinflatie ten tijde van de Weimarrepubliek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het recente voorstel van de ecologisten en enkele economen om vanuit de overheid een ‘Klimaatbank’ op te richten baart zorgen. Rechtstreekse financiering vanuit de politieke overheid in de economie doet vooral terugdenken aan de jaren van dramatische hyperinflatie tijdens de Weimarrepubliek.

Overheidsfalen

Vooreerst is het voorstel wettelijk onmogelijk te realiseren in België. Het is verboden voor een centrale bank om rechtstreeks geld uit te lenen aan de overheid. En als lid van de Eurozone heeft België de geldpers ook definitief overgeheveld naar het Europese beleidsniveau. Of zijn uitgerekend Groen en Ecolo nu opeens vurige voorstanders van een volgende institutionele discussieronde geworden? Want ja, dat Open VLD deelstaatbevoegdheden wil herfederaliseren en dat CD&V de gezondheidszorg wil regionaliseren, dat wisten we al. Maar nu grijpen ook de ecologisten het klimaatdossier aan om de communautaire détente te doorbreken. Met de Klimaatwet die deze week in de Kamer voorligt willen de groene fracties zelfs de grondwet aanpassen. Ecolo stelt in haar verkiezingsprogramma voor om het instrument waarover taalgroepen beschikken om belangenconflicten in te roepen af te schaffen.

Maar belangrijker nog dan de wettelijke hinderpalen is dat de voorgestelde ‘Klimaatbank’ dan wel goedbedoeld maar economisch destructief is. Een wijdverspreide misvatting is dat de centrale overheid beter dan wie ook in onze maatschappij zou weten wat de meest rendabele investering voor onze toekomst is. Het grote voordeel van de vrije markt is net dat deze laatste decentraal en flexibel werkt. Wanneer de overheid onze middelen collectief in de verkeerde richting stuurt dan wordt het medicijn al snel erger dan de kwaal. Overheidsfalen leidt dan tot een scheefgegroeide economie en veel welvaartsverlies.

Van Rossem wist het al

Groen-Ecolo werd even verrassend concreet bij het lanceren van hun voorstel om een ‘Klimaatbank’ in te richten. Voorzitster Almaci haalde Belfius aan die als staatsbank deze rol in België zou kunnen vervullen. De groenen gaan met hun voorstel echter voorbij aan het cruciale inzicht dat Irving Fisher ons al ruim honderd jaar geleden bijbracht: de groei van koopkracht en handelsvolume staan in perfect evenwicht tot de geldhoeveelheid en de omloopsnelheid van het geld. De eerste twee kan je opkrikken door op de laatste twee in te werken. Monetaristen wezen er in dat verband terecht op dat loutere geldcreatie slechts een korte termijnmaatregel is: willen we duurzaam onze koopkracht en handel verhogen dan moet in de eerste plaats de omloopsnelheid van het geld omhoog.

Wijlen J-P Van Rossem wees tijdens de Grote Recessie al op dit denkspoor maar werd niet serieus genomen door de toenmalige politici. Hij stelde het idee ook nogal radicaal voor, maar deze oplossing kan ook meer bescheiden uitgevoerd worden. Hoe vraagt u zich af? Concreet bijvoorbeeld door de fiscale en wettelijke drempels voor burgers om te investeren verder verlagen. Zo maakte de wet Cooreman-De Clercq destijds financiële transacties interessanter wat heel wat particulieren naar de obligatie- en aandelenmarkt lokte. Goed geïnformeerde beleggers en spaarders zijn veel beter geplaatst dan het collectieve staatsapparaat om te kiezen aan welke projecten zij gericht hun financiële steun willen verlenen.

Geld moet rollen

Een hogere omloopsnelheid betekent wel degelijk dat we hetzelfde geld sneller laten circuleren in de economie, een dynamiek die essentieel verschilt van ‘meer geld uitgeven’. De volkswijsheid die stelt dat ‘geld moet rollen’ wijst dus vooral op de noodzaak van een voldoende hoog aantal onderlinge transacties. Wanneer centen meer van handen wisselen leidt dit tot een dynamischere en levendigere economie. Geld dat te lang op dezelfde plek geparkeerd staat vormt dood gewicht voor de economie.

Echter, wanneer nieuw gedrukt geld zonder meer in de economie wordt gepompt zal de omloopsnelheid de neiging hebben om net verder te dalen. Het is maar één reden waarom het gevoerde QE- beleid sedert de Grote Recessie niet tot een grotere inflatie-opstoot leidde. Veel burgers beseffen namelijk dat de ongedekte uitgaven van vandaag de belastingen van morgen zijn en besluiten hierop te anticiperen door nu middelen op te potten. Want inderdaad, oplopende inflatie oftewel geldontwaarding komt steeds ten bate van de schuldenaar. In België is dit voornamelijk de overheid. Schuldenaars zien hun rode cijfers kunstmatig teruglopen terwijl netto-spaarders hun overschotten zien wegsmelten.

Greenbacks

De Verenigde Staten knopen wel geldcreatie aan economische groei. Maar zij kan dit enkel vanuit haar unieke positie als houder van de dollar als wereldwijde reservemunt. Amerika exporteert haar greenbacks als het ware naar het buitenland. Het gebruikt de zelf aangehouden dollars bovendien ook sneller in de eigen economie. Een intensievere kredietverlening en meer beurstransacties zijn uitdrukkingen van dit laatste – vraag is evenwel of dit de te bewandelen weg is voor Europa.

Die andere befaamde econoom John M. Keynes (door velen verkeerd begrepen) wees al op het gevaar van de ‘geldillusie’. Politici maskeren de sluipende inflatie ten gevolge van hun geldcreatie door aan de mensen een stukje extra inkomen toe te kennen. Burgers krijgen dan verkeerdelijk de indruk meer centen in het laatje te krijgen. Echter, het algemene prijspeil is net forser gestegen!

Terwijl Fisher vaak als tegenpool van Keynes wordt beschreven deelden beiden een diepe bekommernis om de modale man. Fisher was een sterk sociaal geëngageerde persoon en een strikte vegetariër die talloze gezondheidskwesties onder de publieke aandacht bracht. Vanuit zijn bewogenheid om ‘de kleine burger’ niet te laten vertrappelen in tijden van economische recessie wees hij op het gevaar van inflatie en deflatie. Het mocht niet baten: de krach van Wall Street (1929) veroorzaakte heel wat sociaal leed. Irvings economische erfenis wordt terug opgerakeld sinds de Grote Recessie. Ook de groenen zouden dringend zijn werk moeten herlezen.

Is doctoraatsonderzoeker en assistent aan de faculteit Politieke Wetenschappen, UGent, vakgroep Belgische Politiek. Schrijft zijn proefschrift over regionalistische partijen en regeringsdeelname. Was van 2012 t.e.m. 2016 beleidsadviseur Economie voor N-VA in Parlement, studiedienst en Kabinet

Meer van Lorenzo Terrière
Commentaren en reacties