JavaScript is required for this website to work.
Media

Habemus K3!

ColumnJohan Sanctorum10/11/2015Leestijd 3 minuten

De marketingstrategie van Studio-100 klopt als een bus: hou het simpel en wees gelukkig.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgelopen vrijdag vond de ontknoping plaats van een wekenlange VTM-show waarin de welhaast oma geworden Karen, Kristel en Josje werden bedankt, en een jury drie nieuwe K3-zangeresjes mocht kiezen. Met inspraak van het publiek, althans daar leek het toch op. Als marketingstunt goed bekeken: het werd een super-gemediatiseerd transitieritueel dat bij voorbaat alle ontevredenheid bij de fans de kop indrukte.

Dat de finale door zowat anderhalf miljoen Vlamingen werd bekeken (dat is ongeveer het aantal N-VA-stemmers de laatste verkiezingen), en nog eens zoveel kijkers van boven de Moerdijk, bewijst dat de groot-Nederlandse gedachte wel degelijk leeft. Het feit dat de verkiezing, met zijn wekenlange aansleep, in de geschreven kwaliteitspers tot staatszaak werd verheven,- is eveneens een bemoedigend teken. Knorpotten zijn het, die zich vragen stellen bij de pedagogische waarde van het jolige meidenstel uit de’ Studio-100-stal.

Eerst een paar feiten en cijfers. Studio-100, onder meer eigenaar van drie Plopsa-parken, draait een jaaromzet van 199 miljoen Euro en realiseert een winst van 12,9 miljoen Euro (cijfers van 2014). Het bedrijf is voor 2/3 in handen van het tweetal Gert Verhulst en Hans Bourlon, die hun belang om fiscale redenen hebben ondergebracht in de holding ‘Romulus en Remus’. De BBI neust een en ander verder uit, soit. De overblijvende 33 procent berust bij het vroegere Fortis, nu de bank BNP Paribas.

Hun kerndoelgroep is het segment van 4 tot 14-jarigen (vooral meisjes, met een vette knipoog naar moeders en oma’s), die groot worden met Bumba, Kabouter Plop, Samson en Gert, Piet Piraat, Mega Mindy. Heel dit pakket kinderentertainment wordt doorspekt met reclame via Studio 100-TV. Daarnaast is er een uitgebreid merchandising van alle mogelijke (dure) spulletjes die kunnen gekocht worden, van CD’s over brooddozen tot alle mogelijke kledingoutfits.

NederBarbies

Binnen deze commerciële strategie vormt de meidengroep K-3 de ‘fysieke’ poot die optreedt en op tournee gaat. Acht miljoen per jaar moeten de meisjes aan Studio 100 opbrengen. Als ik de berichten mag geloven, wacht hen daartoe een bestaan van blanke slavinnen. Maar binnen hun rol zijn ze gezworen vriendinnen, dragen korte (maar niet te korte) rokjes, zijn lenig en slank, hebben stralend witte tanden, lachen altijd en zingen Oya Lélé of andere uitingen van intens geluk. Fysiek, ja, maar per definitie niet reëel. Ze acteren altijd hetzelfde stereotype, doen alles synchroon en beantwoorden veeleer aan het format van een kinderstrip.

Het is niet de bedoeling dat K-3 ook maar iets problematiseert. Alles is gericht op het vermijden van spanning en controverse. Vraagtekens bestaan niet in dit universum, alleen euforische uitroeptekens. Uiteraard houden marketeers van een glad product, maar de drie K-3-meiden lijken wel klonen van elkaar, die, om hen te kunnen onderscheiden, een pruik met een verschillend kleurtje worden opgezet.

Hanne, Marthe en Klaasje zijn zorgvuldig gescreend op hun fysieke uniformiteit, maar tegelijk stralen ze ook consensus en conformisme uit. Als kindvrouwtjes tonen ze vooral meisjes de weg (gelukkig keren mannelijke 10-jarigen en ouder zich gedegouteerd af van het fenomeen) naar een harmonieus leven dat zich afspeelt tussen de kleerkast, de keuken en de kinderkamer, om het maar bij de 3 K’s te houden. Ze zijn de NederBarbies van de Lage Landen, de hersenloze truttigheid ten top. Altijd blij, nooit ongemakkelijk, niets dat wringt.

Enige sociale glamour en ik-pose past binnen hun rol van kindervedette, zolang het maar niet de vorm aanneemt van dissidentie of beklemtoning van het anders-zijn. Die ingebeelde uniformiteit wordt ook van de fans verwacht. Te dik, te klein, te groot, teveel sproeten, teveel piekeren: niet op letten, zet gewoon een cd’tje op. In het universum van Gert Verhulst is elke existentiële rimpel weggestreken via de obligate Heyah mama-choreografie van de drie geluksfeeën.

Voor de rest lijkt het debiele niveau van de teksten én de muziek bijna een hersenspoeling om kinderen van intellectuele en/of artistieke prikkels weg te houden. K-3-fans worden niet verondersteld om boeken te lezen of naar Mozart te luisteren,- het Karaoke-universum van Studio-100 bereidt hen zorgvuldig voor op het verdere fastfood-aanbod, aangeleverd door de muziekindustrie. Gert Verhulst en C° propageren niet alleen de euforische consensus, maar ook nog eens de nivellering naar onder op cultureel vlak. Hun kijk op het kind is een Walt Disney-perspectief op de kritiekloze burger/consument in spe die vooral niet wil verontrust worden.

Het idee dat een machtig en alomtegenwoordig entertainment-bedrijf, via een aantal goed opeenvolgende, gestroomlijnde archetypes, de mindsetting bepaalt  van een complete generatie jonge Vlamingen, stemt me niet bepaald vrolijk. Dit lijkt onschuldig amusement, maar dat is het niet. Veeleer zie ik K-3 als onderdeel van een indoctrinerend vehikel dat door zijn commerciële gladheid politiek reactionair functioneert en jonge mensen de gedachteloosheid inlepelt, in plaats van hun verstand te prikkelen.

Als iemand nog twijfelt aan de zin van een openbare omroep en het belang van buitencommerciële kwaliteitsnormen: VTM en Studio-100 hebben een argument van formaat geleverd.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties