JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Hadden Vuye en Wouters niet bestaan, men had ze moeten uitvinden

Johan Sanctorum29/5/2018Leestijd 3 minuten
Belgium , Brussels , Oct 13 , 2016 – Plenary session of the Belgian federal
parliament – Hendrik Vuye et Veerle Wouters Copyright Danny Gys / Reporters

Reporters / GYS

Belgium , Brussels , Oct 13 , 2016 – Plenary session of the Belgian federal parliament – Hendrik Vuye et Veerle Wouters Copyright Danny Gys / Reporters Reporters / GYS

De uitzonderingsregel voor partijvoorzitters die géén sanctie krijgen als ze nooit aanwezig zijn in de kamer, werd door de media nooit onder de aandacht gebracht: particratie én mediacratie samen sterk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dat partijvoorzitters boven het kamerreglement staan en geen deel van hun wedde verliezen als ze minder dan 80% van de stemmingen bijwonen, is één zaak. Let wel: stemmingen, geen zittingen, dus als een kamerlid donderdagnamiddag (de ‘plenaire’) even verschijnt om op een knopje te drukken is het OK. Het moet als een uitwas van de particratie beschouwd worden: partijvoorzitters die zichzelf bedenken met een uitzonderingsmaatregel. Dat is gewoon een genereuze extra wedde zonder er ook maar een voet voor te hoeven verzetten. Kostprijs: 70 miljoen euro per jaar.

Schriftelijke vraag

De manier hoe dat uitkwam is echter ook veelzeggend: via een schriftelijke vraag van kamerlid Hendrik Vuye aan Kamervoorzitter Siegfried Bracke. Opeens roepen alle partijvoorzitters in koor dat ze van die uitzonderingsmaatregel niet willen profiteren. Waarom hebben ze hem dan niet al lang afgeschaft? Juist: omdat dit soort arrangementen onder de waterlijn blijft en van een soort omerta geniet die alle partijen zorgvuldig handhaven. De mainstreammedia vinden het evenmin nodig om dat aan het klokzeel te hangen: zij leven van goede relaties met de partijen en hebben dus sinds het bestaan van die uitzonderingsregel, ingevoerd in 2002, een oorverdovend stilzwijgen gehanteerd.

Bestaan er nog van die verzwegen lucratieve arrangementen en voordeeltjes? Vermoedelijk wel. Hoe komen we ze uiteindelijk te weten? Niet door de media dus, en ook niet via de partijsoldaten die het parlement bevolken en gedwee op de knop drukken. Maar via stoorzenders à la Hendrik Vuye die onverdroten het systeem schaduwen, machtspartijen confronteren met ongerijmdheden en ministers op de vingers tikken. Het soort werk waarvoor een parlementair volgens het aloude driemachtenstelsel door ons dus betaald wordt.

Alleen al om die reden hoop ik dat het voorbeeld van Vuye en Wouters navolging krijgt: dissidenten die de partij verlaten maar niet de politieke arena. Ze zijn de echte engelbewaarders van de democratie. Voor de N-VA is het fenomeen Vuye & Wouters een blijvende angel, een lastige luis die uit de pels kroop en nu, niet gehinderd door enige partijdiscipline, elke kans benut om ballonnen te doorprikken, leugentjes om bestwil te ontmaskeren en valse cijfers met rood aan te strepen. Dat is puur genieten. De partijbureaus en hun aanhangsels zullen dit uiteraard als verzuring, negatieve politiek en populisme afdoen. Nogmaals: dat is het niet. Het is de taak van het parlement om de regering te controleren, de anomalieën in het systeem met de vinger te wijzen en eventueel af te toetsen aan de grondwet. En laat Hendrik Vuye nu net grondwetspecialist zijn,- dubbel vervelend voor de satrapen van de zittende macht.

Harde cijfers versus Twitterpraat

De N-VA is de uitverkoren schietschijf van Vuye en Wouters. Dat heeft uiteraard een persoonlijke reden (beiden verlieten in september 2016 de partij omdat de denkgroep rond confederalisme Objectief V niets meer bleek dan een praatbarak en bezigheidstherapie), maar politiek en democratisch is het ook de evidentie zelf: de N-VA is in Vlaanderen én België hét dominante politieke krachtveld, en zoiets heeft oppositie nodig. Echt, kwalitatief diepgravend oppositiewerk, en dat kan in de huidige constellatie alleen komen van niet-partijgebonden parlementsleden. Terwijl heel ons politiek bestel op maat is gemaakt van het partijwezen.

Neen, ik zie het niet als een Don Quichottefenomeen, al zullen beiden het niet makkelijk hebben om hun zitje veilig te stellen: alleen al het overwinnen van de kiesdrempel (nog zo’n particratisch zelfbedieningsverschijnsel) wordt een heksentoer. Ik zou niet-partijgebonden politici daarvan vrijstellen, juist in naam van de democratie, maar dat zal uiteraard niet gebeuren.

Ondertussen tonen Vuye en Wouters met harde cijfers aan dat het migratie- en asielbeleid, ondanks het Twittergedaas van Theo Francken, weinig voorstelt, bijvoorbeeld in vergelijking met Frankrijk. Met dank aan Kristof Calvo als bliksemafleider en pineut van dienst. Dat de goed-nieuws-show à la Verhofstadt rond de begroting een hoop knoeiwerk verbergt. Dat de belastinghervorming maar niet op kruissnelheid raakt, en de rijke zakenfamiles achterpoortjes gunt om aan de effectentaks te ontsnappen. Enzovoort. Maar vooral de onwil om dit hopeloos ineffciënt ingerichte land te hervormen (of gewoon naar de geschiedenisboeken te verwijzen), ook met de zelfverklaarde partij van de verandering, wordt door Vuye en Wouters keer op keer opnieuw voor de voeten gesmeten van de achtbare vergadering en het publiek.

Alleen dankzij dit soort loslopend wild komen we nog eens iets te weten. Moeten we daar nu blij om zijn? Het is eigenlijk het werk van journalisten dat hier wordt gedaan, schande voor de particratie én de mediacratie. De politieke correctheid is geen zaak van links of rechts, ze overkoepelt heel het politieke establishment. De afkeer van de gewone burger voor dit vertoon kan makkelijk leiden tot een vaag verlangen naar autoritaire bulldozerrecepten, zie maar wat er vandaag in Italië gebeurt. In die zin tonen Vuye en Wouters dat democratie wél werkt als ze zichzelf heruitvindt buiten de karikatuur die de partijen er van gemaakt hebben. Alleen al daarom vingers kruisen dat ze hun werk kunnen voortzetten na de volgende stembusslag.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties