JavaScript is required for this website to work.
post

Hebzuchtige groene ‘Robin Hood’

Dirk Rochtus29/4/2013Leestijd 3 minuten

De kieskoorts stijgt bij onze oosterburen. Op 22 september 2013 vinden de verkiezingen voor de Bondsdag, het federale parlement, plaats. Wordt het ‘four years more’ voor kanselier Angela Merkel? Of verhuist ze naar de oppositiebank?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Duitse groenen lieten er op hun partijcongres in Berlijn afgelopen weekeinde (26-28 april 2013) geen twijfel over bestaan: ze willen de huidige regeringscoalitie van de christendemocratische ‘unie’ CDU/CSU (zwart) en de liberale FDP (geel) aflossen. En ze willen dat samen met de sociaaldemocraten van de SPD doen. Rood-groen dus. Zoals in 1998, toen Gerhard Schröder (SPD) samen met Joschka Fischer (Grüne) een einde maakte aan zestien jaar zwart-geel onder de christendemocraat Helmut Kohl (CDU). Het verschil met toen? De SPD hief de zieltogende Groenen mee op het podium van de macht; nu, vijftien jaar later, zijn het de Groenen die de SPD met zich mee moeten trekken. De Groenen liggen goed in de markt, de sociaaldemocraten in de lappenmand. Peer Steinbrück, de kandidaat-kanselier van de SPD, stapelde de afgelopen maanden de blunders op elkaar. De Grüne daarentegen leverden zelfs voor het eerst in hun geschiedenis in 2011 een minister-president in een deelstaat (Baden-Württemberg) en in 2012 de Oberbürgermeister van een van de grootste Duitse steden (Stuttgart).

Achillespees

De peilingen van 28 april 2013 zoals afgenomen door zes verschillende bureaus, geven de Grüne een gemiddelde van 14 procent, drie procent meer dan het resultaat van de Bondsdagverkiezingen van 2009. Tendens stijgend dus. De SPD komt op 24 procent, één procent meer dan bij diezelfde verkiezingen. Niet bemoedigend voor een oppositiepartij. De linkervleugel van de Grüne heeft het op het partijcongres gehaald met zijn voorstel om te gaan voor rood-groen. Maar hoe denken de Grüne Merkel te vloeren? De CDU/CSU van kanselier Merkel haalt in de peilingen 40,4 procent (tegen 33,9 procent bij de Bondsdagverkiezingen van 2009). Het is de persoonlijke populariteit van Merkel die de christendemocraten omhoogtilt, niet omgekeerd. De achillespees van de kanselier blijft de liberale coalitiepartner. De FDP is ineengeklapt. Boekte ze bij de Bondsdagverkiezingen van 2009 het droomresultaat van 14,6 procent, dan haalt ze volgens de huidige trend amper 4,7 procent. Dat is zelfs net onder de kiesdrempel van vijf procent. Als een partij daar niet over geraakt, komt ze niet in het parlement (tenzij wanneer ze in minstens drie van de 299 kiesdistricten met haar kandidaat de relatieve meerderheid wint, dus drie ‘Direktmandate’ in de wacht sleept).

Van tafel

Als het niet lukt met de FDP, zou Merkel in principe een coalitie kunnen vormen met de SPD of met de Grüne. Met de SPD is dat al eens gebeurd (van 2005 tot 2009), maar geen enkele politicus staat te springen voor een Grote Coalitie van de zogenaamde grote, alle klassen van de bevolking aansprekende Volksparteien. Zo’n coalitie lijdt immers tot verlies aan profiel en politieke scherpte.

Met de Grüne dan maar? In de deelstaat Hamburg heeft zwart-groen van 2008 tot 2010 al eens een bestuurscoalitie gevormd. Maar op federaal niveau? Zwart-groen is theoretisch denkbaar, maar het water is diep. Goed, er zijn Duitse groenen die deze optie niet uitsluiten. Vooral in Baden-Württemberg, waar groenen en christendemocraten in dezelfde vijver van bemiddelde burgers en van de middenstand vissen, en vaak ook als Wertkonservative de gevoeligheid voor milieu en levenskwaliteit delen. Volgens de  Politbarometer van ZDF, het tweede Duitse tv-kanaal, vinden  64 procent van de kiezers en 69 procent van de groene aanhang dat de zwart-groene optie niet zou mogen worden uitgesloten. Jürgen Trittin en Katrin Göring-Eckhardt, de twee topkandidaten van de Grüne in de komende verkiezingscampagne, vegen die optie echter radicaal van tafel. Rood-Groen is de boodschap. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de Grüne heeft een voorzitter van de SPD hun partijcongres met een bezoek vereerd. De man in kwestie, Sigmar Gabriel, hield er zelfs een vlammende toespraak.  Grüne en SPD kunnen elkaar vinden in hogere belastingen. De Grüne willen de aanslagvoet vanaf een inkomen van 80 000 euro doen stijgen van 42 naar 49 procent en grote vermogens en inkomsten uit kapitaal hoger belasten in naam van een Gerechtigkeitswahlkampf. Over één fundamentele zaak zijn groenen en sociaaldemocraten het oneens. Groen wil de steenkool- en bruinkoolenergie achter zich laten (‘Ausstieg aus der Kohlenenergie’) maar de sociaaldemocratie denkt daar niet aan, eng verbonden als de arbeidersklasse is met die sector.

Hebzuchtig

De plannen om de belastingen te verhogen doen buiten het rood-groene milieu heel wat wenkbrauwen fronsen. Volgens berekeningen van experts moet een echtpaar al vanaf een bruto loon van 5151 euro meer belastingen betalen. De belastingexpert Frank Hechtner noemt concrete cijfers: een echtpaar dat bruto 6000 euro per maand verdient, moet volgens de plannen van de Grüne maandelijks 105,97 euro en op een jaar dus 1271,64 euro meer afdragen. Verdient het echtpaar 10 600 bruto per maand, wordt dat maandelijks 600 en op jaarbasis 7200 euro er bovenop.  Een single die een bruto maandloon van 8000 euro heeft, wordt respectievelijk 127,66 en 1532 euro extra belast.  De Grüne bestempelen zich als Robin Hood die van de rijken neemt om aan de armen te geven, maar de (eerder linkse) Süddeutsche Zeitung noemt de partij een ‘gieriger Robin Hood‘ (een hebzuchtige Robin Hood). Het Zentralverband des deutschen Handwerks stelt dat de groene belastingplannen  een ‘rem op de groei’ vormen en de Bond van Belastingbetalers zelfs dat ze ongrondwettelijk zijn. Boris Palmer, de 40-jarige groene burgemeester van de beroemde universiteitsstad Tübingen, had ook zo zijn bedenkingen bij de plannen van zijn partijgenoten en pleitte op het partijcongres voor ‘wirtschaftsfreundliche Signale’ (vrij vertaald: signalen sturen dat je het bedrijfsleven of de ondernemers niet het mes op de keel wil zetten).  Het ‘loon’ voor zoveel weerbarstigheid? Hij werd flink uitgejouwd door de groene congresgedelegeerden.  

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties