JavaScript is required for this website to work.
Media

Hele kranten met enkel opiniebladzijden

Een opinie over opiniëring

Dominique Laridon24/12/2016Leestijd 4 minuten

Er is geen onderscheid meer tussen opiniebladzijden en alle andere bladzijden van een krant. Het is één brij van commentaar op het nieuws.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het botert niet echt tussen Vlaamse journalisten en de grootste partij van Vlaanderen: de N-VA. Toch delen de N-VA-mandataris en de Wetstraatjournalist een fundamentele karaktertrek. Ze behoren allebei ontegensprekelijk tot het establishment, maar ze stellen zichzelf veel liever voor als het slachtoffer van dat establishment. Daarvoor gebruiken ze elkaar. De N-VA-mandataris zegt dat hij wordt uitgespuwd door de veeleer progressieve journalisten. De Wetstraatjournalist beweert dat hij wordt geïntimideerd door de nietsontziende machtspartij. Misschien is dit iets typisch Vlaams, dat we hier allemaal delen. We willen allemaal zo graag verdrukt worden. Pas als we vervolgd worden, zijn we gevaarlijk. Pas als we gevaarlijk zijn, zijn we interessant en relevant. We kunnen onszelf lekker heldhaftig voelen als we onszelf een wrede verdrukker inbeelden als vijand.

Het vervelende is dat de N-VA tegenwoordig geen scheet meer kan laten of daar is de totalitaire dictatuur al. Elke kritiek op rechters is een opstapje om de hele rechtsstaat af te schaffen. Elke repliek op journalisten is een muilkorf voor de vrije pers. Elk tegenargument is een onvermogen om met kritiek om te gaan. Steeds meer journalisten zien in elke zet van de N-VA een voorbereiding van een afschuwelijk schrikbewind. Zo komt het dat tegenwoordig zelfs een paar zinnetjes in een Humo-rubriek enkele dagen later uitmonden in twee volledige bladzijden De Morgen. Voor Humo’s eindejaarsvraagjes had Bart De Wever immers “de opkomst van de opiniërende journalistiek” aangeduid als belangrijkste trend van 2016. In De Morgen werd dat: de N-VA stoort zich weergaloos aan journalisten met een mening. Dus: hoe zit dat nu?

Opmars der opiniëring 

Het probleem is niet dat journalisten een mening hebben: het probleem is dat steeds meer journalisten die mening laten doorsijpelen in álle artikels. Het probleem is niet dat er opiniebladzijden bestaan: het probleem is dat er alleen nog maar opiniebladzijden bestaan. Vroeger bestond een krant in de eerste plaats uit berichtgeving, die vervolgens werd verrijkt met commentaar in een duidelijk afgebakende opiniesectie. Vandaag is het onderscheid tussen berichtgeving en opiniëring bijna helemaal verdwenen. Journalisten doorspekken hun ‘feitelijke’ verslaggeving constant met persoonlijke terzijdes, eigen observaties, subjectieve waardeoordelen en privé-meningen. Dat gebeurt ook (en steeds vaker) in artikels die er vormelijk uitzien als ‘normale’, feitelijke verslagjes – maar eigenlijk volstaan met individuele indrukken en twijfelachtige interpretaties.

De politieke berichtgeving is zowat volledig gepersonaliseerd. Een puur feitelijk stuk over een politieke ontwikkeling is haast nergens nog te vinden. In de plaats daarvan hebben we een uitgebreid aanbod van blanke mannen die hun eigen markante, karakteristieke of besmuikte kijk op het nieuws brengen. Marc Van de Looverbosch op Radio 1. Bart Brinckman in De Standaard. Walter Pauli in Knack. Alle media zijn in hetzelfde bedje ziek. Tussen het editoriaal voorin en de opiniebladzijden achterin staan de Vlaamse kranten vol met columns, ‘analyses’ en ‘essays’. Vlaamse journalisten vinden hun eigen mening zo ontzettend pertinent dat geen enkele krantenbladzijde ‘af’ is zonder minstens één eigen kanttekening. De marketingafdelingen spelen deze teloorgang trouwens uit als troef: bepaalde analisten of ‘senior writers’ worden expliciet naar voor geschoven als celebrities om de krant of de zender een smoel te geven.

Misschien denkt u nu: Doorbraak is slecht geplaatst om kritiek te geven. Ook Doorbraak biedt veel meer meningen dan nieuws. Dat klopt, maar er is een belangrijk verschil. Doorbraak heeft niet de journalistieke pretentie om een nieuwsmedium te zijn dat elke dag objectief verslag uitbrengt van (al) het nieuws. Daar heeft deze webstek ook niet de middelen voor. Bovendien wordt de ploeg achter Doorbraak deels gedreven door de stellige indruk dat de reguliere pers steevast dezelfde meningen, dezelfde invalshoeken en dezelfde waardeoordelen brengt. Dat is ook het grootste probleem van de opiniërende journalistiek: het zijn meestal licht verschillende variaties van telkens dezelfde opinie. Je kan meestal een dag op voorhand voorspellen wat er ongeveer in de kranten zal staan: wat er veroordeeld zal worden, wat er geprezen zal worden en wat er compleet (maar dan ook compleet) genegeerd zal worden.

Niets nieuws onder de zon

Is opiniërende journalistiek nu de trend van 2016? Daar kan je over discussiëren. Tegenstanders zullen zeggen dat opiniërende journalistiek geen nieuwigheid van het laatste jaar is. En dat fenomenen zoals de brexit, islamistische terreur of de verkiezing van Donald Trump toch belangwekkender zijn. Daar is iets voor te zeggen. Anderzijds: de vervreemding tussen Europeanen en de Europese Unie, islamistische terreur of de onvrede in de onderbuik van de Verenigde Staten zijn ook niets nieuws. Het zijn fenomenen die al jaren aanslepen, maar grotendeels genegeerd zijn door de reguliere pers. De opiniërende journalisten staren zelfgenoegzaam naar de eigen navel en vallen pas uit de lucht als de feiten zich brutaal opdringen. Je zou zelfs kunnen denken dat de opiniërende pers de brexit of de Trump-zege in de hand gewerkt heeft. Als de burger zich niet meer herkent in zijn eigen krant, resten finaal alleen nog wanhoopsdaden.

Een kleine hypothese: misschien vindt ook Bart De Wever opiniërende journalistiek niet heus de belangrijkste trend van het voorbije jaar. Maar het was een somber jaar, ook voor de veelgeplaagde N-VA-voorzitter. Dan wil je, in de luwe eindejaarsperiode, wel een beetje lol trappen. De Wever weet maar al te goed dat veel journalisten zichzelf wel degelijk erg belangrijk vinden – en dat ze, bijgevolg, die paar zinnetjes in de eindejaarsvraagjes van Humo meteen heel serieus zullen nemen. Bart De Wever is veel veranderd in de afgelopen 15 jaar, maar 1 ding is altijd hetzelfde gebleven: hij schept een sardonisch genoegen in de hooggestemde verontwaardiging van het commentariaat. Die paginalange replieken op een kort antwoordje in een zoveelste eindejaarslijstje hebben het kerstweekend van De Wever zeker opgefleurd. Ik hoop van u hetzelfde. Zalig kerstfeest!

 

Foto: (c) Reporters

Dominique Laridon (1978) zat eerst gewoon op Twitter, maar 140 tekens bleken toch iets te beperkt. Je hebt dan ook wat meer woorden nodig als je kanttekeningen wil plaatsen bij het publieke debat, licht wil laten schijnen op de manoeuvres binnen de binnenlandse politiek of uitgebreid wil treuren om de ondergang van het Avondland. Dominique heeft ergens in een lade een diploma politieke wetenschappen liggen, maar dat hoeft u niet ter sprake te brengen - het ligt gevoelig. 

Commentaren en reacties