JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Hervorming lokale verkiezingen: stap vooruit of gemiste kans?

Regeerakkoord 2019 doorgelicht

Nicolas Van Haecke5/10/2019Leestijd 4 minuten

foto © Reporters / STG

De nieuwe Vlaamse regering heeft beslist om de lokale verkiezingen te hervormen. Maar lost ze de huidige problemen daarmee ook echt op?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De nieuwe Vlaamse regering heeft beslist om de lokale verkiezingen te hervormen. De opvallendste maatregelen uit het regeerakkoord: de burgemeesterssjerp gaat automatisch naar degene met de meeste stemmen van de grootste partij (dus niet noodzakelijk de grootste lijst) binnen de coalitie, de lijststem wordt afgeschaft en ook de opkomstplicht verdwijnt. Dat kan de lokale democratie versterken.

Maar tegelijk blijft datgene wat nogal wat kiezers tegen de borst stoot ook in de toekomst nog altijd perfect mogelijk. Namelijk dat veruit de grootste lijst* door een ‘monstercoalitie’ van kleinere lijsten buitenspel gezet wordt. (NB: ik hanteer het woord ‘lijst’ i.p.v. ‘partij’ omdat bij de gemeenteraadsverkiezingen een lijst vaak bestaat uit kartels of uit kandidaten van meerdere ‘fracties’)

Stap vooruit

De verdienste van de hervorming is alleszins dat het voortaan glashelder wordt wie binnen de grootste coalitiepartij burgemeester wordt, namelijk degene met de meeste voorkeurstemmen. Gedaan dus met de interne discussies en mogelijke impasse wanneer iemand anders dan de lijsttrekker (veelal de tweede op de lijst) de meeste voorkeurstemmen haalde. De lijsttrekker verwees dan naar het succes van zijn of haar partij in haar geheel en naar het aantal kopstemmen terwijl ‘de stemmenkampioen’ uiteraard het argument van de meeste voorkeurstemmen uitspeelde.

Het verdwijnen van de kopstem zal weinig impact hebben, want de meeste kiezers brachten sowieso al een voorkeurstem uit bij de gemeenteraadsverkiezingen. Wie per se de lijst in haar geheel wil steunen, kan ook in de toekomst trouwens nog altijd een bolletje inkleuren of aanvinken achter elke kandidaat op de lijst.

De afschaffing van de opkomstplicht op lokaal en provinciaal niveau zullen velen allicht ook niet ongenegen zijn. De meeste burgemeesters zijn volgens Het Laatste Nieuws  ook voorstander van de afschaffing. Bovendien was er toch al geen sanctie voor wie niet ging stemmen. Maar de opkomstplicht meteen ook afschaffen voor de Vlaamse verkiezingen was blijkbaar toch nog een brug te ver voor de onderhandelaars.

Mogelijke onduidelijkheid en discussie blijft

Zeker bij de laatste lokale verkiezingen ontstond geregeld discussie tussen partijen — en dus ook onduidelijkheid bij de kiezer — over wie nu de rechtmatige burgemeester is: die met de meeste voorkeurstemmen of die van de grootste lijst? Het bekendste voorbeeld is dat van Gent waar zowel Open Vld als ‘sp.a-groen’ de sjerp claimden. Open Vld omdat Mathias De Clercq de meeste voorkeurstemmen haalde en zijn partij de verkiezingen ‘gewonnen had’ , ‘sp.a-groen’ omdat hun lijst de grootste was.

De hervorming neemt die mogelijke onduidelijkheid niet weg. Want ook met het nieuwe systeem hadden zowel kartelpartner Groen als Open Vld in Gent nog de burgemeester kunnen leveren. De nieuwe regeling kan uiteraard wél invloed hebben op de coalitievorming, gezien het binnen de coalitie niet meer mogelijk zal zijn om de burgemeester ‘af te staan’ aan een kleinere partij .

Burgemeester best uit grootste lijst

Om hogere discussie beter te kunnen duiden, is het relevant om even stil te staan bij het gemeentelijk kiesstelsel. Zowel in de toekomst als het verleden zullen kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen nog altijd in eerste instantie (kandidaten van) één bepaalde lijst moeten kiezen. De lijst presenteert zich in aanloop naar de verkiezingen vaak ook samen en op basis van één gezamenlijk verkiezingsprogramma aan de kiezer. Ook de manier waarop de zetels verdeeld worden in de gemeenteraad, in eerste instantie tussen de lijsten met het toewijzen van het aantal verkozenen per lijst, blijft (los van het afschaffen van de kopstem) behouden.

Volgens dat systeem hebben lijsten dus nog altijd voorrang op individuele kandidaten. Men kan daar uiteraard voor of tegen zijn, maar de logische consequentie daarvan is feitelijk wel dat dat de burgemeester dus best zo vaak mogelijk uit de grootste lijst komt. Ongeacht dus of die lijst nu de verkiezingen ‘gewonnen’ of ‘verloren’ heeft en ongeacht ook of hij of zij nu al dan niet de meeste voorkeurstemmen heeft van allemaal. Dat laatste consequent als uitgangspunt nemen, zou immers betekenen dat dé globale stemmenkampioen altijd burgemeester is, ook al haalde zijn of haar partij maar één zetel binnen. Dat zou in de praktijk al vlug onwerkbaar blijken.

Symbolisch initiatiefrecht

Voortaan zal de lijsttrekker van de grootste partij dan wel veertien dagen het initiatiefrecht krijgen om een meerderheidscoalitie te vormen, maar veel meer dan een symbolische maatregel lijkt dit niet te zullen worden. Want de andere partijen kunnen uiteraard makkelijk veertien dagen het been stijf houden.

Wou men de kansen van de grootste partij echt versterken, dan had men bijvoorbeeld kunnen beslissen dat de lijst met de meeste zetels in de gemeenteraad altijd de burgemeester levert tenzij een 2/3 meerderheid in de gemeenteraad de voorgedragen burgemeester niet steunt. Met andere woorden: de grootste lijst zou dan normaal sowieso de burgemeester leveren als deze lijst meer dan 1/3 van de zetels heeft. Dat het schepencollege dan mogelijk uitzonderlijk geen meerderheid zou hebben in de gemeenteraad, hoefde daarom niet onoverkomelijk te zijn of tot ‘onbestuurbaarheid’ te leiden.

Constructieve motie van wantrouwen

De regeling van ‘structurele onbestuurbaarheid’, die in de praktijk niet bleek te werken, zal overigens vervangen worden door een constructieve motie van wantrouwen. ‘We voeren de constructieve motie van wantrouwen in, zodat onbestuurbaarheid van een gemeente vermeden kan worden. Dit instrument kan enkel worden ingezet met de steun van 2/3de van de verkozenen van elk van de indienende fracties en niet in de eerste 12 maanden na de installatie van de gemeenteraad noch in de laatste 12 maanden voor de lokale verkiezingen,’ meldt het regeerakkoord daarover.

Op de concrete uitwerking is het uiteraard nog wachten (bijvoorbeeld hoeveel ‘indienende fracties’ er dan nog minstens nodig zullen zijn?) maar in een eerder persbericht van 2015 op de site van de N-VA wordt de regeling wat nader uitgelegd: ‘Daarmee kan de gemeenteraad een motie van wantrouwen stemmen tegen het zittend college wanneer tegelijkertijd een alternatieve meerderheid wordt voorgedragen. Op die manier wordt onmiddellijk een oplossing aan het probleem geboden en kan er terug degelijk bestuurd worden.’ Intussen blijft het uiteraard nog even afwachten of toestanden zoals in Haaltert daarmee straks echt tot het verleden zullen horen.

Nicolas Van Haecke heeft interesse voor EU-thema's en binnenlandse politiek. Hij is ook vertrouwd met de werking van lokale besturen.

Commentaren en reacties