JavaScript is required for this website to work.
Wetenschap

Het Armand Piensyndroom

Hendrik Cammu9/5/2020Leestijd 5 minuten
De legendarische weerman Armand Pien, met op de kaart (in het groen) de fameuze
straalstroom (13/10/1989).

De legendarische weerman Armand Pien, met op de kaart (in het groen) de fameuze straalstroom (13/10/1989).

foto © VRT

Dr. Hendrik Cammu gaat in een nieuwe column op zoek naar de wetenschap achter de wetenschappers, en legt daarbij het Armand Piensyndroom bloot.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Armand Pien (1920-2003) was tussen 1953 en 1990 de tv-weerman. Frank en Sabine in één persoon en dat 37 jaar lang. Het grote verschil met vandaag is dat Pien niet beschikte over geavanceerde satellietbeelden en hoogtechnologische meteorologie. Het gevolg was dat Pien er regelmatig compleet naast zat. Hij voorspelde zon maar het goot pijpenstelen. Bijgevolg viel het voor dat de mensen kwaad waren op Pien. En hoewel Pien erg grappig en immens populair was, was hij vaak kop van jut. ‘Leugenaar’, was een koosnaam die hem wel eens te beurt viel. Maar ach, de arme man kon er niets aan doen. De meteorologische apparatuur en kennis waren beperkt.

Splinternieuw virus

Iets dergelijks zien we vandaag in de wereld van de virologen die de covid-19-pandemie trachten in goede banen te leiden. Ze durven er wel eens compleet naast zitten, weliswaar goed bedoeld. Dat is helemaal niet erg. Het covid-19-virus is namelijk een splinternieuw virus en de kennis over dat virus was tot eind december 2019 onbestaande. Het is geweldig om te zien hoe de wetenschappelijke wereld massaal bezig is het virus te leren kennen en te bestrijden. Eind december 2019 verschenen de eerste publicaties over covid-19 en van januari 2020 tot nu zijn daar al meer dan 7000 wetenschappelijke publicaties bijgekomen. De zoektocht is een permanent vallen en opstaan, een permanent ‘trial and error’.

‘Een griepje’

Sinds het begin van de pandemie is er al wat veranderd. Toen covid-19 arriveerde in ons land was het volgens de virologen iets zoals griep, en dus moest de aanpak navenant zijn. U herinnert zich de tijd, begin maart, dat we met net geen duizend mochten samenkomen, 999 was oké. Covid-19 bleek echter besmettelijker en dodelijker dan griep. Resultaat: social distancing, handen wassen en vooral ‘blijf in uw kot’. Dat de maatregelen nuttig zijn, staat vast, zegt prof. Marc Lipsitch, epidemioloog uit Harvard, maar hoe nuttig ze echt zijn is niet bekend en dat is, volgens de prof, belangrijk om de impact te kunnen meten van de opheffing van de maatregelen.

Er werd gezegd dat kinderen niet naar hun grootouders konden want kinderen, die meestal geen klachten hebben, zijn fabriekjes van microben die opa en oma besmetten en eventueel doden. Bij griep is dat zo. Sommige landen (o.a. Japan) vaccineren daarom de kinderen tegen de griep om de bejaarden te beschermen, dat heet ‘altruïstisch vaccineren’. Nu blijkt dat kinderen geen extra bedreiging vormen voor de oudjes noch voor de leerkrachten.

en dus veel minder een bedreiging vormen voor de oudjes. Dat kan de houding tegenover het heropenen van de scholen beïnvloeden. Is het wel nodig om zoveel ruimte per kind voor te behouden en ze maskers te geven? Over dat laatste, de maskers, ging het in het begin van ‘niet echt nuttig’ en ‘een vals gevoel van veiligheid’ tot ‘noodzakelijk in het openbaar leven als de lockdown maatregelen versoepelen’. Nog een verschil met griep is dat je besmettelijk bent alvorens je ziektesymptomen hebt.

Vaccin

Om het virus op de knieën te krijgen beschikt de virologie klassiek over drie wapens: ‘herd immunity’, vaccinatie en virusremmers. Deze staan los van het vierde wapen: onze gedragingen. ‘Herd immunity’, collectieve immuniteit is een totale utopie. Hooguit 5% van de bevolking heeft antilichamen tegen corona, ver verwijderd van de 70-80% die nodig is om het virus te stoppen. Ik begrijp niet dat virologen die piste ooit serieus hebben genomen. Ten tijde van de Spaanse griep in 1919 (de pandemie der pandemieën met 50 miljoen doden) had 30% antilichamen. Dramatische ziektes zoals de uitgeroeide pokken of de (bijna uitgeroeide) polio zijn overwonnen door vaccinatie van 70-90% van de bevolking en niet door spontane ‘herd immunity’.

Een vaccin tegen covid-19 zal de game changer zijn. Minstens 70 bedrijven werken aan een vaccin. Goed nieuws is dat filantroop en miljardair Bill Gates (1955) de geldkraan van zijn ‘foundation’ opendraaide voor coronavaccinresearch. Vaccinbouw duurt normaal enkele jaren maar nieuwe, slimme technieken moeten dat proces inkorten. In plaats van, klassiek, eiwitten van het virus in verdunde vorm in te spuiten en zo beschermende antilichamen op te wekken, injecteert men genetisch materiaal van het virus waardoor het lichaam zelf de eiwitten en de antilichamen aanmaakt. Op die manier kan een vaccin gemaakt worden binnen de zestien weken. Wanneer de vaccins operatief zullen zijn weet niemand. Ik lees in de vakliteratuur voorspellingen gaande van ‘deze winter’ over ‘in de lente van 2021’ tot ‘winter 2021’ of zelfs nog later.

Virusremmers

Hoe zit het met de virusremmers? In het begin van de crisis was er enthousiasme over de genezende kracht van het antimalaria medicijn hydroxychloroquine (R/Plaquenil). Waarom dit medicijn? Omdat het in een labo, in vitro dus, in staat is Covid-19 te onderdrukken. Frans onderzoek toonde aan dat het medicijn covid-19 patiënten op de intensieve zorgenafdeling, in vivo dus, sneller deed genezen. Een volgende studie, enkele dagen later, kon die voordelen niet meer terugvinden en een nog recenter kwalitatief goed onderzoek toonde aan dat hydroxychloroquine zelfs schadelijk is en meer sterfte met zich meebrengt.

Dan was er ook nog de virusremmer Remdesivir die tussen 21 en 29 april van ‘zeer veelbelovend’ naar ‘geen effect’ en terug naar ‘veelbelovend’ evolueerde. Het farmaceutisch bedrijf Gilead Science, die de eerste studie had gesponsord, keek beteuterd toen ze hun initiële gunstige resultaten niet bevestigd zagen door een Chinees onderzoek. Dat was op 24 april. Vijf dagen later kwam Gilead Science met nieuwe cijfers die wel gunstig waren. Hoopgevend is de interleukine-6 blokker Tocilizumab die gebruikt wordt om de op hol geslagen immuniteit, dus de cytokine-storm, van de patiënt in de tweede week van de infectie af te remmen. Het is die immuun-storm die verantwoordelijk is voor het in faling gaan van de longen, hart en nieren met de dood tot gevolg. Over enkele weken weten we meer.

Tweede golf

Dan is er de discussie over de ‘tweede golf’. De Amerikaanse topviroloog Anthony Fauci zegt: ‘Er komt een tweede golf van corona en die zal agressiever zijn dan de eerste’. Hij zegt niet: ‘We moeten rekening houden met een mogelijke tweede golf’. Neen, de tweede golf komt er. Dit soort affirmatieve statements doe je als wetenschapper beter niet, het vergroot de kans op het Armand Piensyndroom. Waarom is Fauci zo overtuigd? Omdat alle pandemieën tot op heden een tweede golf hebben gekend. Dat was zo bij de Spaanse griep (1918-‘19) – daar waren zelfs drie golven en de tweede golf was de zwaarste – de Aziatische griep (1957), de Hongkonggriep (1968) en de Mexicaanse griep (2009). Het waren echter allemaal griep- en geen coronapandemieën. De enige twee kleine corona-epidemieën (SARS en MERS) hebben geen tweede golf gekend.

Dat neemt niet weg dat we moeten voorbereid zijn op een tweede covid-19 golf, later in de herfst. Maar we weten het dus niet en het zou beter zijn dat de virologen de bevolking meenemen in de wetenschappelijke onzekerheid rond covid-19. Onzekerheid bespreken en dat goed uitleggen verkleint de afstand tussen arts en bevolking. Dit is geen kritiek. Virologen zouden ons moeten meenemen in hun wereld van ‘trial and error’. Laten inzien dat wetenschappers hun uiterste best doen maar feilbaar zijn. Pas na de pandemie zullen wetenschappers, niet meer opgejaagd door het virus, in alle sereniteit en door systematische analyse van de feiten de ‘strenghts and flaws’ van de verschillende beleidsopties blootleggen. Ik ben nieuwsgierig.

Beleid? Welk beleid?

Ten slotte het beleid. Is er nu al iets goed gegaan? Het begon met de maskers (eerst geen, dan van slechte kwaliteit en ruim te laat) het tekort aan beschermkledij en alcoholgel voor zorgverstrekkers, het debacle in de WZC’s met als dieptepunt de verwarring rond bezoekrecht, de krakkemikkige exitstrategie met een tekort aan testen, de app die er niet komt, de contactonderzoekers die nog moeten gerekruteerd worden.

Te vaak gaat de hete aardappel van federaal naar de regio’s en omgekeerd. Openlijke ruzies tussen ministers en middenveldorganisaties en tussen ministers en vakbond. Te veel ministers zijn slecht voorbereid maar wel bevoegd. De communicatie is van het zevende knoopsgat. Dat België amper bestuurbaar is, is geen nieuw feit. Het was naïef te denken dat de coronacrisis dit imbroglio zou rechttrekken.

Dr. Hendrik Cammu verzorgt voortaan elke twee weken op zaterdag een column over wetenschap en wetenschappers.

Hendrik Cammu (1956) is als arts verbonden aan UZ Brussel en is docent gynaecologie aan de VUB. Als publicist, populariseert hij medische wetenschap o.a. voor De Tijd en Eos. Hij schreef eerder drie boeken over zeer uiteenlopende medische onderwerpen voor een breder publiek.

Meer van Hendrik Cammu
Commentaren en reacties