JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Het bilan: een verwelkte Iris?

bij het afscheid van Charles Picqué

Hendrik Vuye6/5/2013Leestijd 4 minuten

Charles Picqué neemt ontslag als Brussels minister-president. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest bestaat 24 jaar. Gedurende 19 jaar was Charles Picqué minister-president. Tijd voor een bilan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Charles Picqué (PS) verpersoonlijkt het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Hij wordt de eerste minister-president van het nieuwe gewest in 1989. Hij vervult de functie gedurende vele legislaturen: 1989-1994, 1994-1999, 2004-2009 en 2009 tot op heden. Ter gelegenheid van de Brusselse Iris-feesten wordt hij vervangen door zijn partijgenoot Rudi Vervoort. Maar is er wel reden tot feesten? Tijd voor een bilan van 19 jaar PS-bestuur en van bijna een kwarteeuw Brussels Gewest.

Task Force Brussel

In 2012 heeft de Task Force Brussel haar eindrapport neergelegd. Het gaat om een studie uitgevoerd door leidinggevende ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Dit verslag zal een leidraad zijn voor het politieke kerntakendebat over Brussel.

Het gaat dus niet om een verslag opgesteld door de studiedienst van een politieke partij. Al evenmin gaat het om een studie van een onafhankelijke denktank. Wel integendeel, het is een ambtenarenrapport opgesteld onder leiding van de secretaris-generaal van de Vlaamse Gemeenschap. Het verslag telt 227 bladzijden en bespreekt vele elementen. Sommige cijfergegevens vermeld in het verslag interpelleren.

De bevolkingscijfers

In 1968 bestaat de Brusselse bevolking uit 1 079 181 eenheden. Tot midden de jaren 90 neemt de bevolking af tot minder dan 950 000 inwoners. Vanaf 1995 gaan de bevolkingscijfers opnieuw in stijgende lijn. Op 1 januari 2010 telt het Gewest 1 089 538 inwoners. Het Gewest is nu bevolkingsrijker dan ooit.

De 19 gemeenten hebben een bevolkingsdichtheid van 6.751 inwoners per km². Dit is bijna 20 keer hoger dan de gemiddelde Belgische bevolkingsdichtheid. Ter vergelijking, Antwerpen telt een dichtheid van 2.364 inwoners per km².

Samenstelling van de bevolking

Brussel is het jongste Gewest van België. De gemiddelde leeftijd bedraagt 37,8 jaar. Toch is het verschil met Vlaanderen niet spectaculair groot. Vlaanderen telt een gemiddelde leeftijd van 41,6 jaar.

Wat de herkomst van de bevolking betreft, vermeldt het rapport van de Task Force dat maar liefst 55,2% van de Brusselse bevolking van vreemde herkomst is.

Taalsociologisch bekeken

Franstalige politici stellen Brussel graag voor als een Franstalig gebied. Vandaar ook de droom van de Fédération Wallonie-Bruxelles, met als ultiem bindteken de Franse taal. Vlamingen argumenteren dan weer graag dat Brussel, volgens de Grondwet, een tweetalig taalgebied is.

Taalsociologisch bekeken worden te Brussel ongeveer honderd talen gesproken. Bovendien bestaan er grote verschillen voor de huistaal, de onderwijstaal, de werktaal, de vrije tijdstaal en het officiële taalgebruik.

De gegevens die het ambtenarenrapport vermeldt zijn nog gebaseerd op de Taalbarometer II van 2007. Sedert maart 2013 is Taalbarometer III beschikbaar. De onderzoekers besluiten dat tien jaar taalbarometeronderzoek een verhoogde taaldiversiteit aantoont. Het model van twee taalgemeenschappen komt sterk onder druk te staan als identificatiekader voor de inwoners. Beide officiële talen blijven echter overeind.

Leefsituatie en inkomen

Bij de oprichting van het gewest in 1989 was Brussel de rijkste regio van het land. Charles Picqué, Philippe Moureaux en de andere Brusselse PS-coryfeeën kunnen alvast niet stellen dat ze een lelijk eendje hebben geërfd.

Het gewest boert echter gestaag achteruit. Vanaf het aanslagjaar 1995 – het gewest bestaat dan zes jaar – situeert het gemiddelde inkomen van de Brusselaar zich onder het landelijk gemiddelde.

Bovendien zijn de laagste inkomens te Brussel sterker vertegenwoordigd dan elders in België. Meer nog, in de top vijf van de gemeenten met het laagste fiscale inkomen bevinden zich vier Brusselse gemeenten: Sint-Joost-ten-Node, Sint-Jans-Molenbeek (de gemeente van Philippe Moureaux), Sint-Gillis (de gemeente van Charles Picqué) en Schaarbeek.

Werk en werkloosheid

In 2008 vertegenwoordigen de pendelaars uit beide andere gewesten 52% van de werkgelegenheid te Brussel. Een veelzeggend citaat uit het rapport: ‘De Brusselaars zelf beschikken vaak niet over de vereiste kwalificaties en talenkennis voor de jobs die Brussel en omgeving als hoofdstad en Europees centrum creëren (98% van de Brusselse werklozen is eentalig – meestal Franstalig – en komt vaak alleen al daarom niet in aanmerking voor jobs in de veeleisende internationale economie van de stad of de Vlaamse Rand)’.

De zogenaamde administratieve werkloosheid bedraagt in 2008 te Brussel 19% (ter vergelijking in Vlaanderen 6%). De jongerenwerkloosheid bedraagt te Brussel 31,7%. Dit is dubbel zo groot als in het Vlaamse Gewest (15,7%) en ronduit dramatisch. Brusselse jongeren krijgen niet de kansen die ook zij verdienen.

De Brusselse werkloosheid kent drie kenmerken: (a) er is een groot aantal laaggeschoolden, (b) jongeren zijn in grote mate het slachtoffer en (c) een derde van de werkzoekenden heeft een vreemde nationaliteit.

Armoede

De armoedecijfers zijn bijzonder triest. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest telt volgens de Task Force het hoogste percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft, namelijk 27,8%. In het Waalse Gewest gaat het om 18,4% en in het Vlaamse Gewest om 10,1%.

Ook hier is de situatie van de jongste leeftijdscategorieën dramatisch. In 2006 groeide 34,6% van de Brusselse jongeren (0-17 jaar) op in een gezin zonder inkomen uit arbeid.

Wanneer men beseft dat Brussel ook wel heel rijke gemeenten en wijken kent, dan kan men toch alleen maar besluiten dat sommige wijken tot de armste van Europa behoren?

Komt dit alles uit de lucht gevallen?

Brusselse politici – Franstaligen, maar ook Nederlandstaligen met op kop Guy Vanhengel (Open VLD) – klagen graag over de vele plagen die Brussel over zich heen krijgt. Alsof dit allemaal uit de lucht komt vallen. Dit alles heeft veel te maken met de politieke keuze om van Brussel een derde gewest te maken in 1989. Nogmaals, dit was eertijds de rijkste regio van het land.

In zijn boekje over nationalisme beschrijft PS-voorzitter Paul Magnette hoe Philippe Moureaux aan de basis ligt van de PS-visie op de Belgische Staat: een België dat bestaat uit autonome gewesten. Waarom? Moureaux heeft begrepen dat Brussel en Wallonië anders zijn. Brussel is multicultureel en de immigranten zijn het nieuwe proletariaat. Moureaux heeft, nog steeds volgens Magnette, het socialisme aan die realiteit aangepast.

De realiteit is echter hard, bijzonder hard. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest uitgedokterd door Jean-Luc Dehaene (CD&V) en Philippe Moureaux (PS) is een fiasco. Brussel kent nu inderdaad een nieuw proletariaat.

Brussel als politiek probleem: een kieskring of toch niet?

Wanneer politici over Brussel onderhandelen, dan zou dit moeten gaan over armoedebestrijding, creatie van jobs, kansen geven aan jongeren, efficiënt bestuur, veiligheid en mobiliteit.

Werd hierover gepraat tijdens de 541 dagen onderhandelen? Geenszins of nauwelijks. De herfinanciering van Brussel werd onderhandeld als een compensatie voor de splitsing van de kieskring BHV. Nu moet men mij eens uitleggen wat het verband is tussen armoedebestrijding te Brussel en de kieskring BHV?

Is er nog iemand die gelooft dat de Brusselse politici, met een labyrint aan politieke instellingen, deze problemen kunnen aanpakken? Er valt te vrezen dat de situatie binnen enkele jaren nog veel erger zal zijn. Het is hoog tijd om de Brusselse jeugd de kansen te geven die elke jongere verdient. Boert men verder zoals men nu bezig is, dan tikt de sociale tijdbom Brussel alleen maar verder. Ooit ontploft die bom.   

Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen

Meer van Hendrik Vuye
Commentaren en reacties