JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Het ietsisme regeert

Standpunt

Peter De Roover8/7/2013Leestijd 3 minuten

‘De middenstand regeert’, zong Luc De Vos met Gorki in Mia. Die middenstand stond symbool voor de grijsheid van het beleid hier. Vandaag regeert een nog grijzere ideologie: het ietsisme. Al geeft een minister aan al die grijsheid toch een aparte kleur door de rechterlijke macht te suggereren ‘niet moeilijk’ te doen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie voorbije weekeinde een krant opsloeg, moet de indruk opgedaan hebben dat dit land een vedette rijker is. Ze heet Monica De Coninck en leidde de voorbije twee jaar een ietwat onopvallend bestaan als minister van werk in de regering di Rupo. Maar vrijdag trok ze alle schijnwerpers naar zich want in 27 uur slaagde ze ‘in een opdracht waar mannen 27 jaar tanden op stuk beten: een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden smeden’ (De Morgen, 6 juli). Ook volgens De Standaard (diezelfde dag) verdwijnt het verschil tussen arbeiders en bedienden. In DS Avond zegt de minister zelf: ‘we hebben het onderscheid tussen arbeiders en bedienden afgeschaft’

Even grasduinen in de persreacties: ‘historisch compromis’ (De Standaard), ‘benadert een mirakel’ (De Standaard), ‘probleem van de baan’ (De Morgen), ‘formidabele prestatie’ (De Tijd), ‘met dank aan topdiplomaten Monica De Coninck en Yasmine Kerbache’ (Gazet van Antwerpen).

Het Grondwettelijk Hof besliste twee jaar geleden dat het onderscheid tussen het statuut van arbeiders en bedienden een discriminatie vormt en op 8 juli 2013 moet weggewerkt zijn. De regering bleef evenwel talmen en boekte geen millimeter vooruitgang in dit heikele dossier. De minister wachtte tot drie dagen voor de deadline om een voorstel op tafel te leggen, dat twee van de tien verschillen in de statuten zou willen wegwerken. Verder dan een voorstel is de minister dus niet gekomen. Raadpleeg het Staatsblad van vandaag en merk dat er niets in terug te vinden is over dat eenheidsstatuut. Met andere woorden: de regering heeft gefaald in het tijdig vinden van een oplossing en negeert dus in feite een arrest van het Grondwettelijk Hof.

‘Verre van opgelost’

Het voorstel zit bovendien vol gaten. We citeren Isabel Albers dit weekeinde in De Tijd, want wie voorbij de euforische krantentitels kwam, merkte wel dat het zogenaamde mirakel weinig fraai oogt. ‘Er was gisteren een uiterst koelbloedige minister Monica De Coninck nodig om in een ultieme marathonvergadering de vakbonden en de werkgevers toch tot een compromis te dwingen over de toenadering van de statuten van arbeiders en bedienden. <Dit bleek later niet te kloppen, want de sociale partners hebben geen compromis afgesloten, ze hebben slechts een voorstel ontvangen – nvdr> Terwijl de sociale partners elkaar tot voor kort naar het leven stonden. Dat is op zich een formidabele prestatie. Met het resultaat valt geen schoonheidsprijs te winnen. Het zal zelfs nog uiterst moeilijk worden om de tekst de juridische toets te laten doorstaan. Evenmin is alles opgelost, verre van.’ ‘Geen schoonheidsprijs’ – dus: zit vol met uitzonderingen en onduidelijkheden – ‘uiterst moeilijk om de juridische toets te laten doorstaan’ – dus: absoluut niet zeker dat het probleem werd opgelost – ‘alles verre van opgelost’ – dus: er blijven heel wat gaten open liggen en er is, voor alle duidelijkheid en alle berichten daarover ten spijt, géén eenheidsstatuut uitgewerkt.

De indruk wordt gewekt dat Monica De Coninck, en daarmee deze regering, een topprestatie leverde, terwijl ze niet verder kwam dan gammel oplapwerk. Het verwachtingspatroon van de media ten opzichte van deze regering is blijkbaar heel erg laag als ‘iets’ verkocht wordt als ‘een mirakel’.

De pers nam, ook vandaag maandag 8 juli, niet eens aanstoot aan volgende verbijsterende uitspraak van de minister: ‘De rechters en de vakbonden leven niet in een vacuüm, dus ik denk niet dat die moeilijk zullen doen.’ U leest het goed, de minister gaat er van uit dat de rechters het arrest van het Grondwettelijk Hof zullen negeren, terwijl dat inhoudt dat alle arbeiders die nu ontslagen worden de regeling voor bedienden kunnen opeisen. Ze noemt rechters die wel rekening zouden houden met het arrest ‘moeilijk’. Heeft de minister ooit gehoord van de scheiding der machten? Ze zegt eigenlijk dat ze de medewerking van plichtsverzuimende rechters nodig heeft om de volgende maanden een juridische chaos te vermijden.  

Premier di Rupo was uiteraard helemaal mee met de euforische sfeer die rond deze gebeurtenis werd opgeroepen. Maar eigenlijk leert deze episode dat in dit land het ‘ietsisme’ tot staatsideologie is uitgegroeid. De basisboodschap, achter het trompetgeschal verstopt, luidt dat we blij mogen zijn dat er toch ‘iets’ gedaan wordt, dat het altijd nog erger kan. ‘Niemand is doodgelukkig, niemand is doodongelukkig’, verdedigt de minister haar voorstel. ‘De dossiers zijn lang niet afgerond en ze zullen opnieuw op zijn <di Rupo’s, nvdr> bureau komen. Maar alles wat op korte termijn ontmijnd moest worden, is onder controle’, schrijft Het Nieuwsblad (6 juli) waarbij ‘onder controle’ nog met een stevige korrel zout moet worden genomen.

Niet lang geleden moesten we het ook al als een overwinning beschouwen dat ons land geen boete kreeg van de Europese Commissie. Dit weekeinde hoorden we een delirium te krijgen omdat een minister beweert er in te slagen tegemoet te komen aan een twee jaar oud arrest van het Grondwettelijk Hof, terwijl dat in de feiten niet eens blijkt te kloppen.

België blijft het droomland voor wie alle illusies heeft afgelegd en blij is dat het ergste weer voor even vermeden werd.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties