JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Het integratiedebat: vier stukken van één waarheid

ColumnLudo Abicht5/2/2015Leestijd 3 minuten

Ludo Abicht waarschuwt voor de escalerende toon in het debat over integratie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Intussen hebben we, zowel in de buitenlandse pers als hier, zowat alles en meer gehoord over problemen als veiligheid, mensenrechten, vrije meningsuiting, terreur en integratie.  Wat niet betekent dat de realiteit er daarom beter op geworden is:  soms lijkt een verklaring door haar eenzijdigheid veeleer bij te dragen aan de verdeeldheid dan de mensen dichter bij elkaar te brengen. Misschien moeten we beginnen met vier vaststellingen die niet in dit debat mogen ontbreken:

Ten eerste  bestaan er ontegensprekelijk terroristische  activiteiten die haaks staan op alles wat we sinds de tweede, zogenaamd Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948, onszelf en elkaar na de gruwelijke misdaden van de Tweede Wereldoorlog en de uitroeiing van Joden en andere ongewenste mensen plechtig beloofd hadden. Het is niet meer dan normaal dat de dagelijkse online informatie over die terreur ons denken en ons gedrag beïnvloedt.  We weten niet met zekerheid of het gaat om terroristische strategieën of complotten of om geëxalteerde individuen, maar we worden er wel voortdurend mee geconfronteerd.

Ten tweede kunnen we zonder enige aarzeling weten, dat de overgrote meerderheid van de moslims in het Midden-Oosten of het Westen totaal niets met die terreur te maken heeft, wat de propagandamedia van die terreurgroepen ook mogen beweren.  Het valt ook niet moeilijk te bewijzen dat de band tussen hun misdadig gedrag en de sacrale teksten waarop ze zich vaak beroepen wezenlijk onbestaande is en niets anders dan een bewijs van hun gebrek aan kennis en/of de manipulatie van religieuze waarden voor hun eigen doel.

Ten derde kunnen we moeilijk ontkennen dat er binnen de niet-moslim wereld individuen en groepen actief zijn die, ook, in naam van hún heilige teksten en waarden (van christendom tot Avondland), moslims en andere landgenoten van vreemde origine discrimineren, kleineren en onrechtvaardig behandelen. Ook deze feiten zijn gekend en moeten door iedereen erkend worden als schendingen van de sociale, politieke en spirituele rechten van onder meer de moslims.

En ten vierde getuigt het van onwetendheid of kwade wil  te willen ontkennen dat de overgrote meerderheid van de niet-moslims zich niet discriminerend of racistisch gedragen, maar dat er duizenden, en ik wik mijn woorden, gevallen bekend zijn of zouden kunnen bekend zijn van niet-moslims die zich op allerlei manieren inzetten voor de belangen van de moslims en anderen. Ik heb het hier uiteraard over alle solidariteitsgroepen, maar nog meer over de dagelijkse gestes van menselijkheid door gewone, niet politiek actieve medeburgers.

We kunnen daarom besluiten dat mensen die zich schuldig maken aan om het even welke vorm van geweld, en dat gaat van terreurdaden tot discriminatie en institutioneel geweld, bijvoorbeeld discriminatie op de arbeidsmarkt, in naam van de hier geldende normen van de Verlichting en de Rechten van de Mens zonder pardon moeten worden aangepakt en gestraft, ook omdat het hier vaak gaat om mensen die je vooralsnog niet met gesprekstherapie en allerlei pedagogische  technieken kan bereiken.  De wetten bestaan en moeten zoals altijd verder aangepast en verfijnd worden en, en dit is het ethische kenmerk van een democratie, ook gebruikt worden om zelfs de rechten van de terroristen en racisten te beschermen, maar ze moeten het resultaat blijven van duidelijke afspraken binnen de hele samenleving.

De authentieke dialoog die op termijn de enige strategie zal blijken om ons uit de malaise te helpen, is de communicatie tussen de twee overgrote meerderheden die in feite slechts twee varianten zijn zijn van één democratische maatschappij.  Wanneer de moslims die terecht claimen dat ze niets met terrorisme te maken en de niet-moslims die al evenmin racisten, ‘antisemieten’ of ‘islamofoben’ (beide termen zouden trouwens best uit het discours geweerd worden) zijn er niet in slagen werk te maken van die communicatie blijven ze alleen maar de extremisten aan beide uiteinden van het spectrum versterken.

De allereerste voorwaarde is uiteraard dat we de vier aspecten van die ene werkelijkheid samen aanpakken, iets waar empathie voor nodig is, zelfkritiek en grootmoedigheid, maar ook een gezonde dosis eigenbelang, want de toestand zoals hij nu in de realiteit en het debat escaleert, bedreigt niet enkel specifieke individuen en groepen, maar ieder van ons.

 

 (c) Reporters

Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.

Meer van Ludo Abicht

Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …

Commentaren en reacties