JavaScript is required for this website to work.
Europa

Het kluwen, genaamd Europa

ColumnJohan Sanctorum29/10/2015Leestijd 4 minuten

In belangrijke dossiers zoals de afhandeling van het diesel-uitstootschandaal blijken de industriële lobby’s oppermachtig.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Drie recente Europese beslissingen over normen en voorschriften bewijzen hoe oppermachtig de industriële lobby’s functioneren, hoe ze daarin door de nationale regeringen gesteund worden, en hoe machteloos de EU-onderdaan daar tegenover staat. De EU is een ‘demictatuur’ zonder weerga, waarin de reële macht wordt uitgeoefend door een kleine cirkel van politieke potentaten en groot-industriële lobby’s.

Gesjoemel wordt beloond

Het eerste besluit gaat over de fameuze dieselvervuiling. Na het Volkswagenschandaal was de roep groot om orde op zaken te stellen, en strenge uitstootnormen van het dodelijke stikstofoxide te hanteren.
Dat was echter niet naar de zin van de Europese auto-industrie, die alle middelen gebruikte om het oorspronkelijke voorstel (terug naar de voorziene 80 mg/km-norm) af te zwakken. Uiteindelijk kwam er een miraculeus compromis uit de bus: diesels mogen het dubbele (!) van die norm blijven uitstoten, en na 2021 zal dat de helft meer blijven.
Anders gezegd: het gesjoemel wordt beloond, gezondheid wordt een volstrekt ondergeschikte materie. Uw mening wordt niet gevraagd.

Tweede exploot: de kwestie van de dure ‘roaming’-tarieven voor buitenlands gsm-gebruik. Nu heeft het Europees Parlement gestemd voor een afschaffing in 2017. Eindelijk, na jarenlang treuzelen, maar weer met een achterpoortje: wie teveel belt, zal toch extra afdokken. Waarom pas 2017, weet niemand, behalve de telecombedrijven: ze willen gewoon nog een paar jaartjes groot geld verdienen. Maar het wordt nog erger. Het roaming-voorstel zat namelijk in één pakket met het volgende punt op de agenda.

Derde geval. In één moeite stemde het Europees Parlement ook het principe van ‘netneutraliteit’ weg. Dat bepaalt dat het internet open staat voor iedereen en dat de providers zich niet mogen moeien met de inhoud, om die al dan niet een voorkeurbehandeling te geven.
Dat principe valt nu weg: Telenet mag zien hoe u surft en bepaalde sites op een slow lane (tragesnelheidspoor) zetten als dat haar commercieel goed uitkomt. Of als Proximus het niet zo leuk vindt dat u gratis met Skype belt, kan het die site vertragen of zelfs helemaal blokkeren. Dat geeft de providers een enorme macht en nieuwe hefbomen om prijzen te verhogen en te laten betalen voor extra diensten.

In al deze drie nieuwigheden inzake Europese regelgeving gaat het duidelijk om beïnvloeding vanuit grootindustriële spelers. Zij zijn de winnaars. In het eerste geval de auto-industrie, bij de twee anderen de telecomsector. In de drie gevallen komen u en ik er bekaaid vanaf. De Euro-parlementsleden moeten niet jammeren: zeker in het telecomverhaal hebben ze zich als communicanten laten naaien, en degradeerden ze zich tot banale stemmachine.
Iemand nog verbaasd dat de doorsneeburger de E-stituten weghoont?

Het Parlement wikt, de Raad beschikt.

Om te begrijpen hoe de lobby’s hun slag thuishalen in een instituut dat zich toch in theorie ‘democratisch’ noemt, is enig inzicht in de mallemolen van besluitvorming nuttig. De Europese instellingen tonen er zich als een raadselachtig labyrinth, allicht opzettelijk complex om vooral met de rechtstreekse stem van de burger niét geconfronteerd te moeten worden. We sommen de organen even op.

1) Voor de camera’s en de micro’s is er Europese Raad: het kransje van regeringsleiders dat in een periodieke ‘top’ voor show zorgt. Zij nemen de grote strategische beslissingen en bemoeien zich in principe niet met ‘de details’.

2) Dan is er de Europese Commissie: het dagelijks uitvoerend orgaan, samengesteld uit commissarissen, een zeer gegeerde post, van elke lidstaat één. Voor België is dat Marianne Thyssen, bevoegd voor werk en sociale zaken. Alleen deze Commissie mag wetsvoorstellen lanceren: belangrijk voor het vervolg van het verhaal.

3) Het democratische uithangbord wordt gevormd door het Europees Parlement: de enige rechtstreeks verkozen vergadering, in theorie de wetgevende macht van de EU. Maar zoals gezegd: het parlement mag alleen stemmen over voorstellen van de Commissie. Een praatbarak en stemmachine dus.

4) Het minst bekende cenakel heeft misschien wel de meeste macht: de Raad van de Europese Unie is de eigenlijke bureaucratische harde kern van het EU-labyrinth. Elk land is er met een minister vertegenwoordigd. Daarnaast buigt een kluwen van comités en technische werkgroepen zich over wetgevende materie, waarbij contacten met de lobby’s tot de essentie behoren. Naast de genoemde, hebben ook de machtige farma-lobby en de banksector een vaste voet tussen de deur.

Deze Raad heeft de echte macht en verschuilt zich achter de democratische façade. Het is deze Raad die de rotte compromissen over de dieselnormen en de telecomprocedures heeft uitgedokterd, plus de mysterieuze pakketvorming bij deze laatste. Ze kan het Europees Parlement consulteren maar ook volstrekt negeren. Het Parlement wikt, de Raad beschikt.

De één-tweetjes tussen de organen zijn in feite nogal doorzichtig, al lees je daarmaar zelden een media-analyse over. In de affaire van de dieselnormen bijvoorbeeld heeft de Commissie (2) duidelijk een ‘strenge’ voorzet gegeven, waarvan men wist dat de Raad (4) hem ging afzwakken. Doorstoken kaart: Juncker en co kenden de desiderata van Volkswagen, Peugeot en Citroën, en namen alleen voor de schone schijn een milieuvriendelijk standpunt in.

Heel dit theater, gespeeld in een decor vol dubbele bodems en achterpoortjes, toont ons hoe de nationale politiek en het EU-kader gemene zaak maken, en hoe ze beiden de besluitvorming aan de burger onttrekken. Iets wat wij, Vlamingen in België, als het ‘democratisch deficit’  ervaren.

Het is dus niet eens een EU-kwaal, het is een globaal falen van de democratie zoals we die kennen en zoals die bij ons beoefend wordt: een persoonlijke machtsstrijd én het speelveld van lobby’s, waarachter enorme financiële belangen staan.

Europa én zijn samenstellende naties tonen hoe het niet moet. Als Vlaanderen niet in staat is om dit deficit te ontmantelen, en de democratie te herdenken, leidt elk onafhankelijkheidsstreven tot meer van hetzelfde.

 

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

 

Categorieën

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties