JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Het Manifest van Zimmerwald

Dirk Rochtus4/9/2015Leestijd 2 minuten

Honderd jaar geleden kwamen radicale socialisten samen in Zimmerwald. Tegen de ‘Groote Oorlog’, voor de hervatting van de klassenstrijd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De ‘Groote Oorlog’ woedde al een jaar toen 37 pacifistische socialisten uit verschillende Europese landen samenkwamen in het Zwitserse plaatsje Zimmerwald, niet ver van Bern. De gedelegeerden van wat de geschiedenis zou ingaan als de ‘Zimmerwalder Konferenz’ waren niet te spreken over het ‘verraad’ van de socialistische partijen in de oorlogvoerende landen. De Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) bijvoorbeeld had op 4 augustus 1914 in de Reichstag de oorlogskredieten goedgekeurd. De sociaaldemocraten gaven daarmee hun verzet tegen de oorlog van het Duitse keizerrijk met Frankrijk en Rusland op. In het tsarenrijk zagen ze als ‘Feind aller Kultur und aller Unterdrückten’ (dixit August Bebel) een nog grotere bedreiging. Alle binnenlandse spanningen werden terzijde geschoven in naam van de ‘Burgfrieden’. Politici van alle gezindheden, ook de sociaaldemocraten, schaarden zich rond ‘das Vaterland’. In Frankrijk heette die politiek ‘Union sacrée’. Jean Jaurès, het charismatische boegbeeld van de Franse socialisten, was op 31 juli 1914 omwille van zijn pacifistische ideeën doodgeschoten door een verwarde nationalistische student. Zijn dood vergemakkelijkte het de Franse socialisten om op 26 augustus 1914 toe te treden tot de regering-Viviani.

Prominenten

Het initiatief voor de conferentie van Zimmerwald ging uit van de Zwitserse sociaaldemocraat Robert Grimm (1881-1958). Hij wilde die socialisten bijeenbrengen die zich binnen hun eigen partij verzetten tegen de ‘Burgfrieden’. Op zijn verlanglijstje stond bijvoorbeeld Karl Liebknecht (1871-1919). Die had als enige van de SPD-parlementsleden op 2 december 1914 tegen extra oorlogskredieten gestemd. Maar omdat hij intussen onder de wapens was geroepen, kon hij uiteraard niet naar Zimmerwald afreizen. Prominente deelnemers aan de conferentie in ‘Hotel Beau Séjour’ in Zimmerwald waren onder andere Lenin – vader van de Oktoberrevolutie –, Trotzki en de Nederlandse dichteres Henriëtte Roland Holst (1869-1952).

Manifest

Het meest tastbare resultaat van de conferentie was het zogenaamde Manifest dat door alle deelnemers werd ondertekend, ook door Lenin, ook al had hij zijn nog radicalere standpunten niet kunnen doordrukken. De gedelegeerden hekelden het militarisme en het imperialisme van de grote kapitalistische staten. Ook schoten ze met scherp op die socialistische partijen die de strijd van het proletariaat tegen het militarisme hadden opgegeven en die ‘socialistische ministers als gijzelaars voor de instandhouding van de Burgfrieden overgeleverd [hadden]’ aan de regeringen van hun landen. Het was volgens de ondertekenaars van het manifest echter de plicht van de socialisten van de oorlogvoerende landen om zich weer in te zetten voor ‘de heilige doelen van het socialisme, voor de bevrijding van de onderdrukte volken evenals van de geknechte klassen […] door middel van de onverzoenlijke proletarische klassenstrijd.’

‘slachtbank’

Tegen de oorlog, voor de klassenstrijd: dat was de dubbele boodschap van de conferentie van Zimmerwald. Ze was ook een striemende aanklacht tegen die socialistische partijen die zich voor de oorlogskar hadden laten spannen en zo de arbeiders naar de ‘slachtbank’ hadden helpen leiden. De eenheid van de arbeidersbeweging stond op springen. ‘Burgfrieden’ en ‘Union sacrée’ leidden tot een kloof tussen sociaaldemocraten en meer radicale elementen die zich later in communistische partijen zouden hergroeperen.

 

Foto: Zeitgenössische Postkarte aus dem Archiv der Gemeinde Wald BE

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties