JavaScript is required for this website to work.
Media

Het monster van de politieke correctheid

Chris Ceustermans12/2/2017Leestijd 4 minuten

Pleidooi voor onveilige redactionele ruimtes

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Progressieve milieus, ooit de voorhoede van emancipatie, zijn vandaag de bakermat van het inperken van de vrije meningsuiting. Dit alles om een luchtbel te creëren waarin de werkelijkheid kan worden ontkend. Een klein pleidooi voor Doorbraak als een ‘onveilige ruimte’.

Een paar dagen geleden botste ik op een ex-collega met wie ik lang geleden bij volkshogeschool Elcker-Ik heb gewerkt. In de jaren negentig was Elcker-Ik nog een bakermat van progressieve ‘nieuwe’ sociale bewegingen zoals homobewegingen en, onder impuls van priesters zoals Hugo Ongena, de optochten voor verdraagzaamheid via Hand in Hand. Die oud-collega was vanuit de homobeweging bij Elcker-Ik beland om, in tegenstelling tot in zijn familie, een plaats te vinden waar hij zonder complexen of hypocrisie voor zijn homoseksualiteit kon uitkomen. Iets wat hij met overtuiging deed, met onder meer sappige verhalen over de Gay Pride. Dit maakte van Elcker-Ik een boeiende werkplaats voor de pas afgestudeerde heteroman die ik toen was.

Met verbazing hoorde ik die collega, die intussen was uitgegroeid tot lesgever inburgeringscursussen voor migranten, vertellen hoe hij door het intussen opnieuw kleinschalige Elcker-Ik was ontslagen. Hoe weinig hij er zich de laatste jaren van zijn twintigjarige carrière had thuis gevoeld. Een van de dingen die hem het meest op de maag lag, was dat hij in zijn Elcker-Ik te horen had gekregen dat hij tijdens de inburgeringscursussen Nederlandse taal beter niet meer repte over zijn homoseksualiteit. Dat zou nieuwkomers kunnen choqueren. De man wist niet wat hij hoorde. Elcker-Ik, dat mee aan de basis lag van het Roze Huis en van de semi-religieuze beweging voor verdraagzaamheid, vroeg hem om zijn homoseksualiteit niet aan te raken. Zulks zou immers niet bijdragen tot een veilige omgeving waar migranten zich konden integreren. Niet alleen vreesde men de reactie van de vele moslimcursisten, maar ook die van de niet-moslimse Afrikanen. Tussen mijn oud-collega en Elcker-Ik kwam het nooit meer goed. De man werd aan de deur gezet.

Het verhaal van de homoseksuele lesgever die zich bij het progressieve Elcker-Ik niet meer thuis voelt omdat hij de mond werd gesnoerd, is helaas geen fait divers maar symptomatisch voor deze tijden van politiek correcte newspeak en de groeiende obsessie voor ‘safe spaces’. Wat vroeger de broeikasten leken te zijn van emancipatie en inspraak van burgers zijn vandaag verworden tot de motors van het inperken van de vrije meningsuiting en de vrijheid tout court. Dit fenomeen van politiek correcte terreur, in Der Spiegel van 3 december 2016 het ‘PC-monster’ gedoopt, manifesteert zich heel sterk in progressieve bastions zoals de vooruitstrevende Amerikaanse universiteiten Oberlin (Ohio) of Berkeley – niet zelden onder druk van religieuze minderheden. In deze meest progressieve universiteiten eisten linkse studenten tijdens de presidentscampage ‘safe spaces’ waar ze niet zouden worden geconfronteerd met materiaal en aanhangers van presidentskandidaat Trump. Net zoals sommige militanten eisten dat ‘blanke’ werken uit de wereldliteratuur zoals The Great Gatsby of godbetert zelfs Antigone van Sophocles uit het lesprogramma zouden worden gegooid wegens onder meer vrouwenhaat.

De rode draad van deze verhalen van doorgeslagen politieke correctheid is dat die steeds uitmondt in pogingen om mensen het zwijgen op te leggen – niet zelden door de zogenaamde verdraagzamen, als nuttige idioten voor minder verdraagzame religieuze agenda’s. Dit alles in de hoop om een comfortabele, narcistische luchtbel in stand te willen houden waar men zoals in z’n Facebookgroep het eigen gelijk kan koesteren en met een vingerknip dissonante geluiden kan ontvrienden. Dat egocentrisme zat wellicht al van bij aanvang ingebakken in de bewegingen in de geest van mei ’68. Vaak kwamen die neer op een ‘ik wil mij uitdrukken zoals ik het wil en wanneer ik het wil’, aanvankelijk nog met een sociaal-geëngageerd laagje vernis dat intussen is afgebladerd.

Dit mechanisme van het wegduwen en verketteren van niet-welgevallige meningen is niet eigen aan weldenkende progressieve milieus, maar is er overduidelijk sterk aanwezig. Vooral bij de jongere generatie van millennials die opgegroeid zijn in digitale tijden en in een onderwijscontext die er vooral was op gericht hun ego’s af te schermen van de kneuzingen die de harde werkelijkheid ons allen onvermijdelijk zal toedienen. Wie af en toe iets voor Doorbraak schrijft, of die nu eerder links of eerder rechts is, maak onvermijdelijk mee dat hij of zij soms door verdraagzame, hippe bobo’s met de nek wordt aangekeken. Op zich is zoiets geen ramp. Zorgwekkend is echter het onvermogen om te willen en kunnen discussiëren over fundamentele uitgangspunten: dit zou de comfortabele zekerheden en het wenselijke zelfbeeld dat erop is gebaseerd onder druk kunnen zetten. Liever trekt men zich terug in een grote safe space van de intellectuele apartheid – waar men tegelijk een ambitieuze carrière kan ontplooien.

In die context is het niet verwonderlijk dat progressieve weldenkenden keer op keer ingehaald worden door die vermaledijde werkelijkheid waar plots als een donderslag de meerderheid van de Britten met de EU wil breken Wat is er in godsnaam met die idioten aan de hand? Maar eigenlijk wil men dat liever niet weten. Of waar een ‘schurk’ als Trump plots president wordt. Ondenkbaar! Men investeert vaak meer energie in het verdringen van dissonante geluiden dan in het begrijpen van dat wat zich afspeelt bij bevolkingsgroepen die zich te ver in de frontlijn van de globalisering en migratie bevinden om zich in vrolijke, hippe luchtbellen terug te kunnen trekken.

Daarom ben ik zo blij dat Doorbraak voor een ‘open denkdag’ voor een gesprek over media Gie Goris van het tijdschrift MO uitnodigt. In het verleden ergerde ik me steeds meer aan MO. Onder meer door artikels waarin men behoorlijk vergoelijkend schreef over de Moslimbroeders in Egypte (valt eigenlijk allemaal best mee, op termijn worden die zoiets als de christendemocraten bij ons…). Of waarin men Erdoğan met alle macht als een gewone machtspoliticus probeerde voor te stellen die steeds meer autoritair werd – alsof die leider van een islamistische partij op termijn überhaupt in democratie is geïnteresseerd. Maar andere analyses van MO zijn vaak goed geïnformeerd en houden een mens kritisch al is het maar omdat ze hem dwingen zijn eigen ervaringen scherper op een rijtje te zetten. Dus kijk ik uit naar het gesprek tussen Gie Goris en Frank Thevissen en hoop ik dat Doorbraak nooit een veilige ruimte wordt. 

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties