JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Het non-event van het jaar

De Vuye & Wouters-Saga – Een vervolgverhaal in 5 afleveringen (3)

Bart Maddens5/10/2016Leestijd 4 minuten

Bart Maddens beschrijft in vijf afleveringen de exit van Vuye en Wouters bij de N-VA. Vandaag: de verrader versus de rebellen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Hendrik Vuye en Veerle Wouters mogen van geluk spreken dat hun voorzitter geen stalinist is. Anders hadden ze een jaar geleden al een nekschot gekregen. Dat verklaarde Bart De Wever een paar weken geleden.

Het was dus al in september 2015 dat ze dat nekschot hadden moeten krijgen, volgens de stalinist die Bart De Wever blijkbaar niet is. Maar waarom dan? Intussen weten we dat er allerlei managementproblemen waren in de N-VA-fractie. Hendrik Vuye was geen people manager lazen we her en der in de pers. Kan zijn. Maar is dat een reden om iemand een nekschot te geven?

Naar alle waarschijnlijkheid was het communautaire artillerievuur van Vuye en Wouters de belangrijkste steen des aanstoots. In september was het tweetal al aan zijn zesde explosieve opiniestuk toe. Allicht hebben ze die Knack.be-columns nooit vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de partij. Hadden ze dat wel gedaan, dan was daar nooit groen licht voor gegeven. Precies omdat ze zo een flagrante schending vormden van de communautaire omerta. En dan nog wel uitgerekend door de federale fractievoorzitter en -ondervoorzitter. 

Er werd echter geen nekschot gegeven, letterlijk noch figuurlijk. Het Vlaams-nationale artillerievuur van Vuye en Wouters bleef maar doorgaan. De opiniestukken werden zelfs scherper. Meer en meer kwam ook de monarchie onder vuur te liggen. In het najaar moesten de koninklijke en prinselijke dotaties het tot twee keer toe ontgelden. En eind december haalde het duo vernietigend uit naar koning Filip: ‘Sire, wie heeft nog nood aan uw kerstboodschap?’

Men kan zich gemakkelijk voorstellen dat Vuye en Wouters de partijtop stevig op de zenuwen begonnen te werken. Paradoxaal genoeg moeten vooral de meer Vlaamsgezinde politici in de N-VA zich hebben geërgerd aan dit communautaire vuurwerk. Neem nu Peter De Roover. Zijn vingers moeten toch getinteld hebben om precies hetzelfde te schrijven als Vuye en Wouters? Het kan toch niet anders of hij had even goed een bijna onweerstaanbare drang om de omerta te doorbreken en te fulmineren tegen de zesde staatshervorming, tegen het pseudo-federale België, tegen de monarchie enzovoort. Kortom, om te doen wat hij al heel zijn leven heeft gedaan. Alleen heeft hij, in tegenstelling tot Vuye en Wouters, wél weerstaan aan die drang. 

Hoe kwam dat dan? We kunnen enkel maar vaststellen dat De Roover heilig overtuigd was en is van het nut van de omerta. Zelfs in die mate dat hij die omerta haast tot een doctrine heeft verheven. Toen ik in juli 2015 bij hem mijn beklag deed over het communautaire stilzwijgen van de N-VA antwoordde hij: ‘Dat is theoretisch gezwets uit de ivoren toren. Je kan niet afspreken dat je loyaal wil meewerken en toch elke dag folders in de bus steken om te zeggen hoe slecht het allemaal is. (…) Het heeft geen zin om nu, op 11 juli 2015, communautair helemaal los te gaan. (…) De dag dat we jou tevreden stellen, Bart, is heel onze strategie naar de knoppen.’ (De Standaard, 11 juli 2015).

Volgens De Roover moest de N-VA zich communautair koest houden om de door de Vlamingen gedomineerde regering Michel in het zadel te houden. En dat was de beste strategie om op langere termijn het confederalisme te realiseren. Het creëren van een draagvlak daarvoor in de publieke opinie was nu de taak van de beweging. Dat was de argumentatie die hij – met de retorische flair hem eigen – ontwikkelde ten aanzien van de kritische Vlaams-nationale achterban. Ze moesten begrijpen dat hij, zelfs als radicale flamingant, de lippen nu even stijf op elkaar moest houden. Dat kon gewoon niet anders. 

Maar het kon blijkbaar wél anders. Want Vuye en Wouters roffelden steeds harder op de communautaire trom, zonder dat dit de regering Michel scheen te deren. Als zelfs de chief whip dat kon, waarom moest een backbencher als Peter De Roover, met zijn radicale voorgeschiedenis, dan zwijgen? Met andere woorden, Vuye en Wouters schoten met hun communautair activisme ook gaten in de verdediging van Peter De Roover. En er dreigde in Vlaamsgezinde kringen een vervelende framing te ontstaan waarbij De Roover werd afgeschilderd als ‘partijslaaf’ en ‘verrader’ tegenover Vuye en Wouters als ‘zuiveren’ en ‘Vlaams-nationale rebellen’. Ook daarom zal De Roover wellicht gevloekt hebben telkens als Vuye en Wouters hun communautaire kanon lieten bulderen.

Hoe dan ook, in vergelijking met het investituurdebat een jaar voordien waren de rollen nu helemaal omgedraaid. Peter De Roover was diegene die zweeg over het confederalisme en zich helemaal inschreef in de partijlijn. Hendrik Vuye was diegene die, tegen de partijlijn in, bleef hameren op het communautaire. Zo bekeken was de vervanging van Hendrik Vuye als fractieleider door Peter De Roover, in januari van dit jaar, enkel maar de logische formalisering van een feitelijke positiewissel. 

Dat ging gepaard met de zogenaamde ‘bocht van Vuye’ waarover zo veel te doen was in de media en in de Vlaamse Beweging. De bocht die zoveel hoop had gewekt bij de flaminganten, mezelf inbegrepen. Maar achteraf beschouwd kan men moeilijk om de vaststelling heen dat de ‘bocht van Vuye’ het non-event van het jaar was. Het was de bocht die er geen was. Want er veranderde nauwelijks iets. Vuye en Wouters bleven gewoon met de regelmaat van de klok straffe communautaire stukken publiceren op Knack.be. Alleen was dit nu iets minder delicaat voor de partij, aangezien de twee niet meer de prominente functie uitoefenden van federaal fractievoorzitter en -ondervoorzitter. 

We weten niet wat er intern allemaal is afgesproken rond het project, dat vanaf april ‘Objectief V’ heette. We kunnen enkel maar constateren dat er niets in huis is gekomen van alles wat in januari werd voorgespiegeld: Vuye en Wouters zouden een ‘hele verdieping’ van het partijhoofdkwartier ter beschikking krijgen, het communautaire zou opnieuw worden ‘geoperationaliseerd’, er zouden krachten van binnen en buiten de partij worden verzameld, de Vlaamse Beweging zou nauw bij dit project worden betrokken …

In werkelijkheid moesten Vuye en Wouters op hun tweetjes voortploeteren zonder steun van de partij. ‘Objectief V’ leek niet veel meer te zijn dan een zandbak in de achtertuin van de N-VA. De ‘bocht van Vuye’ was enkel maar een regularisatie van een bestaande toestand. Vuye en Wouters kregen van de partij enige speelruimte om verder hun communautaire ding te doen. Ze hoefden hun communicatie blijkbaar niet meer vooraf ter goedkeuring voor te leggen. Hun insubordinatie werd nu officieel gedoogd. En dat had dan als bijkomend voordeel dat de Vlaamsgezinde lastigaards enigszins werden gepaaid. 

Maar er waren wel grenzen. En die werden misschien al overschreden op 15 februari. Toen haalden Vuye en Wouters hun tot dan toe strafste stoot uit. 

Wat was dan die strafste stoot? Lees het morgen in aflevering 4: Jan Jambon was niet content

 

Lees ook aflevering 1: ‘Het begin van de communautaire ijstijd’ en 2: ‘Wij kunnen niet zwijgen’.

 

Foto: (c) Reuters

 

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties