Het is allemaal zo geleidelijk gegaan dat niemand juist weet wanneer het is begonnen, maar ondertussen leven we al meerdere decennia in het Tijdperk van de Onoprechtheid. Dat begrip vraagt om enige precisering. Onoprechtheid is niet helemaal hetzelfde als liegen, het is meer huichelen en de waarheid verdraaien uit opportunisme. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. In Décomposition Française, haar in 2015 bij Fayard verschenen getuigenis over hoe de Franse politiek omspringt met migratie en integratie, doet de Frans-Algerijnse Malika Sorel het relaas van een gesprek dat ze had met Dominique de Villepin. De Villepin is bekend als de Franse minister van Buitenlandse Zaken die zich verzette tegen de Amerikaanse inval in Irak. Jacques Chirac benoemde hem tot premier, maar nadat zijn rivaal Nicolas Sarkozy president werd, geraakte De Villepin politiek wat op de dool. De hoge verwachtingen die hij ooit had gewekt, loste hij niet in.
Het gesprek dat Malika Sorel met hem had liep uit op een teleurstelling. De Villepin vond dat ze zich nodeloos ongerust maakte: ‘Hij vergeleek de situatie van de integratie van de niet-Europese migranten met die van de Italianen. Men moest zich niet al te veel zorgen maken. Frankrijk had indertijd ook problemen gehad met de Italianen. De tijd zou wel zijn werk doen en de dingen oplossen.’ Sorel was onthutst. De Villepin was perfect op de hoogte van de ernst van de toestand. Als premier had hij in 2005 tijdens de geweldexplosie in de banlieus de noodtoestand afgekondigd. Ze begreep ook niet hoe een gecultiveerd man als De Villepin het belang van cultuur zomaar kon negeren. Vanwaar dan dat antwoord? Waarom die verwijzing naar de Italianen? Hij kon toch niet denken dat die twee situaties met elkaar te vergelijken waren? Malika Sorel geeft zelf het antwoord: ‘Het kwam hem goed uit, en dat was het.’ De politicus wist ongetwijfeld beter, maar hij koos voor een uitweg. Het paste in zijn kraam een werkelijkheid te negeren waarop de Franse staat geen vat meer had. De Villepin staat model voor een ganse generatie politici die net als hij kozen voor onoprechtheid.
Die onoprechtheid heeft een naam: politieke correctheid. De politici, niet alleen in ons land maar in zowat heel West- en Noord-Europa, hebben die onoprechtheid geadopteerd als strategie om hun falen te camoufleren. Het is het cement dat hun ideologisch bouwsel samenhoudt, en hoe meer dat bouwsel wordt bedreigd des te meer druk oefenen ze uit op de vrije meningsuiting. We importeren in almaar sneller tempo kansarmoede, analfabetisme, vrouwenhaat, homofobie, antisemitisme, terrorisme. Zelfs vrouwenbesnijdenis en polygamie. Maar de bevolking wordt opgeroepen om dat te zien als ‘kansen’ en ‘opportuniteiten’, en te applaudisseren voor zoveel ‘diversiteit’. Zoals Sorel schrijft: ‘Le politiquement correct doit triompher. Il est nécessaire au maintien de la domination des élites actuelles.’ De politieke correctheid moet zegevieren. Ze is noodzakelijk voor het machtsbehoud van de huidige elites. Misschien moeten we zeggen voor het machtsbehoud van het nieuwe ancien régime.