JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Het verleden, onze bron voor de toekomst

Harry De Paepe13/2/2015Leestijd 3 minuten

Om de toekomst op te bouwen, vertrek je het beste van stevige fundamenten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het jaar 2015 staat in het Verenigd Koninkrijk in het teken van het overlijden, nu vijftig jaar geleden, van een van de laatste politieke reuzen. Sir Winston Churchill was het gezicht van de Britse onverzettelijkheid tegen de dreiging van nazi-Duitsland. Toen in 1965 de affuit de met de Union Jack bedekte kist uit beeld verdween, leek het wel of de Britse natie zichzelf voorgoed aan de eeuwigheid gaf.

Churchill ontving in 1953 de Nobelprijs voor Literatuur voor zijn ‘meesterschap in de geschiedschrijving en voor zijn briljante welsprekendheid bij het verdedigen van hoge menselijke waarden’. De mens en zeker de politicus Winston Churchill had zijn fouten, maar de prijs was welverdiend. Als er een kenmerk vaak onderbelicht blijft van deze opmerkelijke man, dan is het zijn denken. En dat denken was doordrongen van historisch besef. In een speech in het Lagerhuis citeerde de jonge Winston de geridderde Harry Lauder. Geen grote ideoloog, maar een populaire Schotse variétéartiest: ‘Indien wij allen terugblikken  op de geschiedenis van het verleden kunnen we precies zeggen waar wij aan toe zijn.’ Het lijkt de kern van zijn denken. Net zoals Charles de Gaulle aan de overkant van het Kanaal doordrongen was van ‘la France éternelle’, was de Britse premier dat van zijn ‘English speaking peoples’.

In 1943 sprak hij de leden van het Lagerhuis toe nadat het iconische gebouw aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zwaar toegetakeld was door Duitse bommen. Wat zou men aanvangen met het parlement na de oorlog? Het heropbouwen of een heel nieuw concept uitwerken? Churchill liet zijn diepe stem met zijn kenmerkende gelispel rollen: ‘Wij geven onze gebouwen vorm en achteraf vormen onze gebouwen ons.’ De rede werd een eerbetoon aan de ervaring uit het verleden tegenover de gevaren van abstracte en geconstrueerde ideeën. De Britse premier vond wel dat gewoonten, gebruiken en tradities flexibel moeten zijn en voortdurend evolueren. Churchill bepleitte een heropbouw in zijn oude vorm gebruik makend van de oude fundamenten en de overgebleven muren. Het nieuwe moest worden opgebouwd door het bestaande.

Wanneer op 30 januari 1965 de lijkkist van de grootste Britse redenaar van de 20e eeuw onder de imposante koepel van de Saint Paul’s kathedraal stond, klonken traditionele Engelse kerkhymnes. ‘O God, our help in ages past’. Naar verluidt was Churchill geen diepgelovig man, eerder een agnost. ‘Het licht van het christendom verdreef de duisternis op dit eiland’, schreef hij in zijn vierdelige geschiedenis van de Engelssprekende volkeren. Als echte edwardiaan hechtte hij wel belang aan de anglicaanse kerk en haar tradities en zag hij die zoals de Engelse filosoof Michael Oakeshott als een dam tegen religieuze radicaliteit. Een kopje thee na de mis met de dominee: het beste tegengif voor elk fundamentalisme. Even edwardiaans was zijn uitgebreide kennis van de klassieke oudheid, die andere bron van beschaving waar het Britse Rijk zich aan spiegelde.

‘Ik sta voor vrijheid’, proclameerde een jonge Winston ooit in zijn parlementaire maidenspeech. Hij zei het niet voor de vorm, zijn latere ‘ik’ zou er hevig voor gaan strijden. De gepleisterde waarden van Churchill zijn intussen afgebladderd en gelden niet meer als vanzelfsprekend voor de Engelsen. Niet voor niets werden zijn idealen met hem in de symbolische jaren zestig begraven. Charles De Gaulle, aanwezig op de uitvaart, zou enkele jaren later de omwenteling aan den lijve ondervinden. Roger Scruton, een andere Engelse filosoof, was erbij in 1968 en begreep niet dat de studenten zich verzetten tegen de mensen ‘waaraan jullie je vrijheid en voorspoed danken’.  Intussen is Europa een angstig continent geworden. Het kent zichzelf niet meer. Het is niet in staat om het belang van zijn eigen oorsprong nog in te zien.

De Europese leiders kunnen lessen trekken over hoe Churchill zich verhield tot het religieuze erfgoed. Niet verkrampt, maar accepterend zonder zich eraan te onderwerpen. Of ook hoe hij inzag dat we allen deel uitmaken van een groter geheel dat ons voorafgaat en na ons verder zal gaan. Maar terwijl Churchill zich gedragen wist door de eeuwen, lijken onze leiders opgejaagd als wild door een tijd waarop ze maar geen vat krijgen.

Ons Europa is niet meer dat van onze grootouders. De gemeenschappelijkheid die de naties toen kenmerkte is als zand door onze handen verdwenen. Dé uitdaging voor de toekomst, voor nieuwe en oude Europeanen, is die gemeenschappelijkheid terug te vinden. Laten we ons alvast laven aan de bronnen van ‘the ages past’. Net als in de vermelde anglicaanse hymne ‘our hope for years to come’.

 

Foto: © The Daily Telegraph

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, pent Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.