De Global South Followship uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika scheurt zich af van de Anglicaanse Kerk van Engeland omdat ze toleranter is voor homoseksualiteit. In de meeste niet-westerse landen werden homo’s nochtans beter aanvaard dan vijftig jaar geleden bij ons. De breuk verraadt een dieperliggende stroming van afkeer voor 'westerse decadentie', recent aangescherpt door extreem woke-militantisme. Met van de weeromstuit meer onderdrukking van LGBTQIA+groepen in autocratische regimes. Tot voor enkele jaren stonden moslims in Indonesië vrij onverschillig tegenover homoseksuele relaties…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De Global South Followship uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika scheurt zich af van de Anglicaanse Kerk van Engeland omdat ze toleranter is voor homoseksualiteit. In de meeste niet-westerse landen werden homo’s nochtans beter aanvaard dan vijftig jaar geleden bij ons. De breuk verraadt een dieperliggende stroming van afkeer voor ‘westerse decadentie’, recent aangescherpt door extreem woke-militantisme. Met van de weeromstuit meer onderdrukking van LGBTQIA+groepen in autocratische regimes.
Tot voor enkele jaren stonden moslims in Indonesië vrij onverschillig tegenover homoseksuele relaties of ‘waria’ (transpersonen). Je zag dat soort personages, weliswaar gekarikaturiseerd, opgevoerd in populaire televisiereeksen. Tegenwoordig is dat ondenkbaar, want ‘haram’, geschandvlekt als ‘westerse verdorvenheid’. Ook in landen als Senegal, Tunesië, India of China krijgen holebi’s het almaar moeilijker.
Koloniale wetgeving en missionarissen met hun christelijk schuldbesef hadden homoseksuele relaties al eerder in een slecht daglicht geplaatst, maar dat soort westers ‘suprematie-denken’ werd meestal weggewuifd omdat homorelaties nu eenmaal tot menselijke gedragspatronen hoorden – al bleef het omhuld in een taboesfeer zowat naar het motto van het Amerikaanse leger: don’t ask, don’t tell.
Die traditionele verdraagzaamheid smelt zienderogen weg in niet-westerse landen. In zijn vrije tribune op Doorbraak.be van 26 februari jl. schrijft Johan R. Bruynseraede dat diverse bisdommen van de Global South Followship of Anglicans uit Noord- en Latijns-Amerika, Afrika en Azië de eeuwenoude autoriteit van de Church of England niet langer accepteren, omdat ze ‘het juiste pad heeft verlaten door seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht te zegenen’ (ook al blijft voor de Kerk van Engeland het huwelijk voorbehouden aan een man en een vrouw).
Die afscheuring is symptomatisch voor de groeiende verafschuwing van alles wat neigt naar ‘uit het Westen overwaaiende LGBTQIA+propaganda’. Poetin heeft die breuklijn gezien en speelt daar gretig op in. Nationalistische autocraten bedienen zich ervan als een handig politiek instrument.
Oekraïne als katalysator
‘Het Westen heeft niet begrepen dat de oorlog in Oekraïne heel wat conservatieve, sluimerende antiwesterse gevoeligheden aanwakkert. De rest van de wereld kan zich vlotter identificeren met het conservatieve en autoritaire Rusland van Poetin dan met de culturele fantasietjes van de westerse wereld’, zegt de Franse demograaf, antropoloog en historicus Emmanuel Todd.
De polarisatie is duidelijk af te lezen uit het stemmingsgedrag in cenakels zoals de Verenigde Naties waar 75 procent van de wereldbevolking de westerse sancties tegen Rusland weigert toe te passen, ook al is de meerderheid principieel tegen de Russische invasie.
Emmanuel Todd: ‘Europa, de VS-Canada-Australië, Japan en Zuid-Korea, dat is een heel klein stukje van de wereld: vrouwvriendelijk, individualistisch en erg begaan met sociale en maatschappelijke problemen – ‘culturele fantasietjes’ waar ikzelf als westerling achtersta. Maar de overgrote meerderheid van de wereldbevolking – Rusland, China, grote delen van Afrika en de Arabisch-islamitische wereld – volgt niet. Ze leeft in patrilineaire, autoritaire en vaak gewelddadige familiale structuren, waarin de man centraal staat. Sterke gemeenschapsbanden naar families toe en opgefokt nationalisme zijn er nog dominant.’
Opkomend, reactionair nationalisme is een tegenreactie die heftiger wordt naarmate essentiële gedragsnormen door ‘vreemde’ – in alle betekenissen – zienswijzen in vraag worden gesteld, wanneer verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk gedrag door genderfluïditeit van geen tel meer zijn en ‘het juiste pad verlaten wordt’, zoals de Global South Followship of Anglicans het formuleert.
Familiale structuren
‘Hiermee geconfronteerd vervallen wij gemakkelijk in westers narcisme, overtuigd dat de feministische revolutie en onze nog jonge tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit, van ons superieur Verlichte Geesten op deze planeet maken’, aldus Todd. ‘Wetgeving tegen wat het Russische parlement LGBTQIA+propaganda noemt, mag dan stuitend zijn, maar voor de rest van de wereld werpt Poetin een dam op tegen decadent westers expansionisme.’ Rusland is dus allesbehalve geïsoleerd.
Todd wijst naar demografische kaarten van groepsgerichte, patriarchale familiale structuren (waarin de man allesoverheersend is) versus individualistische, nucleaire gezinnen op z’n westers (waarin man en vrouw evenwaardig zijn). Ze vallen op wereldvlak quasi perfect samen met democratische versus niet-democratische politieke systemen, terwijl dezelfde kaarten van patrilineaire familiale structuren perfect overlappen met landen die wij als homofoob bestempelen.
‘Maatschappelijke basiswaarden zijn geen politieke constructies ontsproten aan het brein van megalomane dictators‘, stelt Todd. Ze kunnen wel gemanipuleerd en misbruikt worden. ‘In een geglobaliseerde wereld, waar zeer diverse culturen via het internet en moderne communicatiemiddelen dicht op elkaar zitten, blijven fundamentele waarden sterker verankerd in traditionele familiale en politieke structuren dan wij in het Westen denken. En dat is des te meer het geval wanneer westerse dictaten of voorschriften gepercipieerd worden als een aanval op de eigen waarden- en normenstelsels. Dan gaat het volk achter leiders aanhollen die dat ‘verval’ als een aanslag op de eigen identiteit aanklagen.’
De antropologische analyse van Todd heeft consequenties op het geopolitieke vlak voor de machtsverhoudingen tussen ‘het Westen en de Rest’, maar evenzeer voor de maatschappelijke integratie bij ons. Grote aantallen cultuurgebonden immigrantengroepen uit niet-westerse landen gaan samenklitten in gettobuurten en worden door ‘progressieven’ aangemaand om vooral de eigen identiteit van het land van herkomst te koesteren, terwijl wokers de eigen identiteit van het land van aankomst miskennen of erger, verachten. Zodat die patrilineaire families minstens evenzeer verkrampt gaan reageren op LGBTQIA+excessen of een Gay Pride met halfnaakte mannen. Coming out vereist dan van homo’s in die gesloten gemeenschappen heel wat moed, zoals Jasvir Singh, een Sikh-filmster in Londen die moord-bedreigen moet verduren.
Paternalistisch woke-kolonialisme
Eens te meer gevangen in hun eigen contradicties denken extreme wokers hun ‘witte superioriteitsopvattingen’ over genderfluïditeit aan de hele wereld te kunnen opdringen – met evenveel verve en overtuiging als het tegelijk vervloekte paternalistisch kolonialisme van weleer.
Domweg zwengelen ze in patrilineaire gemeenschappen de repressie aan van kwetsbare groepen en minderheden, zowel bij ons als in naties die zich willen emanciperen van westerse inmenging. En dat laatste gebeurt doorgaans onder leiding van reactionaire religieuze en politieke volksmenners voor wie regenboogvlaggen aan officiële gebouwen en regenboogzebrapaden al het summum zijn van een mentale verstoring.
Met als resultaat dat in de hele wereld emancipatiebewegingen van vrouwen, homominderheden en transgenders – spontaan, van binnenuit moeizaam ingezet – steeds vaker in de verdrukking komen.
Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag verklaarde António Guterres op 6 maart jongstleden ‘dat het nog 300 jaar kan duren voordat gelijkheid tussen de geslachten een feit is’. De VN-secretaris-generaal zei er niet bij dat die negatieve trend vrij recent is, of juister, zich de laatste jaren doorzet: het dragen van hoofddoeken bijvoorbeeld (wat tot in de jaren ’80 nog uitzonderlijk was in Indonesische, Egyptische of Turkse steden).
Anti-emancipatoire tendensen zetten zich nog sneller door sinds beelden van woke-excessen in het Westen door overheids-gecontroleerde media naarstig gepropageerd worden om de eigen bevolking te behoeden tegen ‘LGBTQIA+ verloedering’. Voor de ravages van dit soort ‘slachtofferschap’ – nochtans hun ultieme strijdmiddel – blijven wokers stekeblind.
Homoseksuele minderheden bestaan in al hun varianten in alle culturen en naties: queers dansen de tango in Buenos Aires, transgenders eisen hun rechten op in New Delhi en tot vóór het aantreden van Xi Jinping floreerden homobars in Sjanghai en Peking, terwijl ‘Gay filmfestivals’ in Jakarta konden gedijen – totdat een luidruchtige, radicale minderheid moslimextremisten daar een eind aan maakte.
LGBTQIA+groepen in het Zuiden hebben het averechtse militantisme van wokers niet nodig om hun emancipatiestrijd te voeren. The Jakarta Post bracht onlangs hulde aan de onlangs overleden Shinta Ratri, ‘een belangrijke waria’, schreef de krant. Shinta was de stichtster van Al Fatah Waria, een islamitische school voor transgenders, uniek in de hele wereld. En Congolese gays juichten met regenboogvlaggen de paus toe in Kinshasa. Het zijn dit soort moedige acties van plaatselijke LGBTQ-activisten die hun emancipatie sneller vooruit zal helpen dan de contraproductieve gesticulaties van onze wokers.