JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Hier sprak men Nederlands!

De tussentaal is gansch het volk

Luc Demullier16/8/2019Leestijd 4 minuten

foto © Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal

De Startnota vereist het gebruik van het Standaardnederlands voor de VRT. Maar Luc Demullier stelt vast dat Vlamingen massaal een Vlaamse standaardtaal spreken…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De VRT hanteert in principe de Nederlandse standaardtaal maar kan daar in fictieproducties van afwijken. Zo staat het in de startnota voor de Vlaamse regeringsonderhandelingen. Maar wat dan met de inburgeraars?

Tongval

‘In principe’ betekent hier dat de norm de Nederlandse standaardtaal is, maar dat die norm geen wet van Meden en Perzen is. Inderdaad luidt het nu reeds in het taalcharter van de VRT (van kracht sinds 11 september 2012) dat de VRT ‘gelegenheidspresentatoren een lichte tongval in de standaardtaal’ toestaat. Idem voor ‘externe experts en programmamakers met een bijzondere competentie’. In fictie en humor is plaats voor ‘alle varianten van het Nederlands, met oog voor een goede verstaanbaarheid’.

Wanneer we die principes toetsen aan de realiteit, dan is de lichte tongval in vele gevallen een zware tongval. Een kniesoor die daarom maalt. Essentiëler is dat die gelegenheidspresentatoren, externe experts, humoristen en acteurs helemaal geen standaardtaal hanteren. Meer zelfs, ook veel VRT-medewerkers hanteren geen standaardtaal. Ik heb het hier heus niet alleen over MNM; zelfs in het actualiteitenmagazine De Ochtend hoor ik geregeld een journalist, die op het VRT-journaal nochtans steeds keurig Standaardnederlands spreekt, op Radio 1 tussentaal hanteren.

Tussentaal

Voilà, het hoge woord is eruit: tussentaal. Dat t-woord zal ik verder niet meer gebruiken. Het t-woord is bedacht in de jaren 90 door neerlandici. Van academici mag je objectiviteit verwachten; het t-woord bevat evenwel een duidelijk denigrerende connotatie: het duidt op iets wat geen echte taal is, maar ergens tussen de Nederlandse standaardtaal en dialect zweeft.

In werkelijkheid hebben we het over een taalvariant die sinds een 30-tal jaar meer en meer het Standaardnederlands verdringt als gesproken standaardtaalin Vlaanderen. Was dat aanvankelijk in de informele sfeer, dan hoor je die taalvariant vandaag courant in formelere situaties, zoals op vergaderingen, bij presentaties, tijdens consultaties bij de dokter en zelfs in sollicitatiegesprekken. Exit ‘Hier spreekt men Nederlands’.

Vlaamse standaardtaal

Ik gebruik bewust de term standaardtaal. Het gaat inderdaad om een taalsysteem met een eigen fonologie (: klanken), morfologie (: woordvormen) en syntaxis (: zinsbouw), met bovendien een rijke woordenschat en kleurrijke zegswijzen die je niet in het Standaardnederlands terugvindt.

Vandaag hanteren in Vlaanderen meer mensen deze nieuwe gesproken standaardtaal dan het Standaardnederlands. Veelal onbewust, want de meeste mensen zeggen met stelligheid dat ze Nederlands spreken. In werkelijkheid spreekt de doorsnee-Vlaming Vlaams.

Hier gebruik ik bewust de benaming Vlaams. Want het gaat niet om een taalvariant, maar om een afzonderlijke taal, net zoals het Afrikaans, het Luxemburgs of het Fries. Drie talen – oorspronkelijk ook omschreven als taalvarianten – die overigens minder dan een eeuw de status van officiële taal genieten. Het Afrikaans sinds 1925, het Letzeburgs sinds 1984, het Fries pas sinds 2014.

Het Vlaams is bijlange nog zo ver niet. Daar is het mij hier ook helemaal niet om te doen. Ook niet om de vraag of dat Vlaams nu deel uitmaakt van de Vlaamse identiteit of niet; die discussie laat ik aan mij voorbijgaan.

Waar het wel om gaat is dat de Vlamingen die geen pap lusten van dat ‘dikdoenerige Hollands’, het Vlaams en masseomarmd hebben als omgangstaal. Met dat zinnetje over de VRT erkent de toekomstige Vlaamse regering deze feitelijke situatie.

Consistent beleid

Maar de toekomstige Vlaamse regering moet dan wel consequent blijven. Want elders in de startnota luidt het dat het ‘inburgeringstraject een investering is in de toekomstkansen van nieuwkomers’. Omdat het ‘resultaat van de inburgering centraal staat’, zet de toekomstige Vlaamse regering in op het ‘versterken van de taalkennis van inburgeraars’. Het inburgeringstraject legt daarom de nadruk op (onder meer) ‘de snelle verwerving van de Nederlandse taal’.

Dankzij de deskundigheid en het enthousiasme van de medewerkers van de centra voor basiseducatie en de NT2-leerkrachten verwerven veel inburgeraars een meer dan degelijke kennis van het Nederlands. Tot zover alles goed.

In keurig Standaardnederlands moeten diezelfde inburgeraars echter beteuterd (respectievelijk verbaasd, ontgoocheld, ontnuchterd, verontwaardigd) vaststellen dat ze alle moeite van de wereld hebben om programma’s op de Vlaamse televisie te volgen, de instructies op hun stageplaats te begrijpen, of zelfs maar een gesprek aan te knopen hun Vlaamse medeburgers. Alle Vlamingen spreken dialect, zeggen ze dan. In werkelijkheid spreekt die Vlaming geen dialect (meer); zij of hij spreekt Vlaams.

Ook wanneer ze als vervolgtraject een beroepsgerichte opleiding volgen, horen de inburgeraars niet overal Standaardnederlands. Want laten we wel wezen, het Vlaams heeft niet alleen de huiskamers, maar ook de leraarskamers veroverd. En zo sluipt het, langzaam maar zeker, de klaslokalen binnen. Zonder dat de leerkrachten zich van enig kwaad bewust zijn.

De toekomstige Vlaamse regering lijkt zich daar evenmin van bewust. De Vlaamse overheid geeft een dotatie aan de VRT waarmee die programma’s maakt die niet het Standaardnederlands hanteren. Het Vlaams Audiovisueel Fonds ondersteunt films waarin je geen Standaardnederlands meer hoort. Het Vlaams Fonds voor de Letteren kent subsidies toe aan auteurs die Vlaams schrijven. Moet je dan als Vlaamse overheid – die toch ‘het resultaat van de inburgering centraal’ stelt – niet zorgen dat de inburgeraar tijdens zijn traject minstens kennis neemt van het Vlaams? Een kwestie van consistentie in het beleid, zeg maar. In welke mate en op welke wijze dat moet gebeuren, is aan de toekomstige ministers van Integratie en Onderwijs.

 

Luc Demullier

Luc Demullier werkt in het volwassenonderwijs en is auteur van ‘Kleine grammatica van het Vlaams’. Hij was de laatste hoofdredacteur van Het Volken is gewezen woordvoerder van de voorzitter van het Vlaams Parlement.

 

Luc Demullier werkt in het volwassenonderwijs en is auteur van ‘Kleine grammatica van het Vlaams’. Hij was de laatste hoofdredacteur van 'Het Volk' en is gewezen woordvoerder van de voorzitter van het Vlaams Parlement.

Commentaren en reacties