JavaScript is required for this website to work.
post

HOE VLAAMS ZIJN VLAAMSE KRANTEN?

3/11/2010Leestijd 3 minuten

Komen Vlaamsgezinde stemmen teveel aan bod in De Standaard? Of net niet? Wie over een rekenmachine beschikt kan het zelf uitrekenen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De online-versie van kranten heeft zo z’n voordelen in vergelijking met de gedrukte. Lezers kunnen meteen reageren op artikelen en van die mogelijkheid wordt ruim gebruik gemaakt. Zeker wanneer het communautaire thema’s betreft, blijkt de lezer erg graag zijn mening te geven; wat de stelling dat ‘dé mensen’ daar niet mee bezig zijn wel enigszins onderuit haalt.

Het niveau van die online-discussies is niet altijd verheffend. Mensen met een aantoonbaar gebrek aan debatcultuur vinden we overigens in beide kampen, zowel aan Belgische als aan Vlaamse zijde. Naarmate de onderhandelingen aanslepen, lijkt de toon overigens te verscherpen. Maar de vrijheid op zo’n forum is deugddoend, al worden ook daar bijdragen geschrapt.

Vlaamsgezinde reageerders willen zich wel eens opwinden omdat ze menen dat in de geschreven versie van de krant de verhoudingen zwaar worden scheefgetrokken, ten voordele van bijdragen die graag afstand nemen van het Vlaamse eisenpakket. Dat levert hen dan steevast het verwijt op ziek te zijn in het calimero-bedje, want die zich tekort gedaan voelende flaminganten zouden zich vergissen. “Daarom dat De Wever, Maddens en De Roover zo dikwijls aan bod komen”, meent een lezer in een online-reactie om aan te tonen dat de krant (te) veel ruimte biedt aan Vlaamsgezinde standpunten. Bij Marc Hooghe lazen we op 28 oktober: “Er zit inderdaad een zeer onrustwekkende dynamiek in het openbare debat: de luidste en meest radicale stemmen eisen de meeste aandacht op en vergiftigen het debat.” Volgens die ‘wetenschapper’ wordt er dus teveel ruimte vrijgemaakt voor de ‘Vlaamse stem’ (want die bedoelt hij natuurlijk). Steunt hij op feiten of op zijn persoonlijke perceptie?

De emoties kunnen en willen we niet in toom houden, maar misschien dat wat eenvoudig cijferwerk enig verhelderend licht kan werpen. We bekeken de opiniebladzijden van De Standaard voor de maand oktober en haalden er onze rekenmachine bij.

In die maand verschenen 36 opiniestukken met een communautaire inslag. We deelden die op in wat we de copernicanen en de anti-copernicanen zullen noemen. De eerste groep bepleit een grondige hervorming van de Belgische staat of zelfs de opheffing er van en is voorstander van een standvastige Vlaamse opstelling. De tweede groep is dan weer van mening dat een akkoord binnen handbereik ligt, dat de politici die te sterk vasthouden aan hun verkiezingsprogramma voor problemen zorgen en dat de ‘goede oude’ Belgische compromistraditie best in ere wordt hersteld. Uiteraard zijn beide groepen niet homogeen. We verengen de ene groep dus niet tot pure voorstanders van een onafhankelijk Vlaanderen en de andere niet tot staalharde unitaristen. Vreemd overigens om vast te stellen dat de aanduiding ‘belgicist’ door zowat iedereen verontwaardigd wordt afgewezen. Zo wil blijkbaar zowat niemand zich nog (laten) noemen vandaag. De simplistische indeling links/rechts schuiven we al helemaal terzijde, aangezien pleiten voor het ene of voor het andere fundamenteel niets te maken heeft met die kwalificaties. Vele lezers die zich online in het debat storten, maken al te graag en erg slordig gebruik van die tweedeling.

Terug naar de rekenmachine. Van de 36 opiniestukken horen er 26 thuis in de categorie ‘anti-copernicaans’. Dat komt neer op ruim 72%. De voorstanders van een rechtlijnige Vlaamse opstelling, blijven met 10 bijdragen (of 28%) op ruime achterstand.

Bekijken we de omvang van de gepubliceerde stukken, dan wordt de kloof nog groter. Artikels die pleiten voor meer compromisbereidheid zijn gemiddeld 4672 tekens lang, de andere blijken in doorsnee liefst 20% korter. In tekens blijft die laatste groep hangen op 23% van de totale ruimte die voor communautaire standpunten worden vrijgemaakt op de opiniepagina’s van De Standaard.

Beperken we ons tot de vaste columnisten, dan komen we aan 9 bijdragen die pleiten voor Vlaams minimalisme, tegen 0 (nul) andere. Daarnaast krijgen we vier bijdragen van redacteurs van De Standaard en die laten een verhouding 3/1 zien, ten voordele van het meer Belgische standpunt. Die ene andere beklemtoont de halsstarrigheid van de PS, zonder evenwel een uitgesproken Vlaams standpunt in te nemen.

Voila, nu kan het debat gevoerd worden met cijfers. Die wekken toch wel de indruk dat de stelling dat de Franstalige kranten vooral ruimte bieden aan Franstalige standpunten, terwijl de Vlaamse juist meer aandacht besteden aan de Vlaamse benadering (de school-Sinardet), wat het tweede deel betreft een mythe moet genoemd worden. De verhoudingen in de opiniestukken van De Standaard wijken duidelijk af van die in de samenleving, voor zover we die mogen inschatten op basis van de verkiezingsuitslag. Of op basis van de eigen online-versie van die krant.

undefined

Commentaren en reacties