JavaScript is required for this website to work.
Media

I know nothing

ColumnJohan Sanctorum2/12/2016Leestijd 3 minuten

Waar is de tijd dat je met een klunzige kelner uit Barcelona nog mocht lachen…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Spanje dat is paella, Spaanse vliegen, stierengevechten, en vooral: de klunzige stoethaspel Manuel uit Fawlty Towers, uitgeroepen tot het beste Britse TV-programma van de 20ste eeuw.
 
In die eeuw kon dat dus nog: een krom pratende buitenlander opvoeren in een komische serie en er eens goed mee lachen. Manuel, alias de zopas overleden Britse acteur Andrew Sachs, maakt zijn karikatuur helemaal waar: bijna als een aap ietwat gebogen rondlopend, alles verkeerd verstaan middels de catchphrase “I know nothing!”, nooit iets goed doen, en, jawel, op geregelde tijdstippen slaag krijgen van zijn patron Basil alias de legendarische John Cleese. Sachs hield er wat echte builen en blauwe plekken aan over, want Cleese ging helemaal op in zijn rol van chagrijnige hotelbaas.
 
In deze eeuw van de Zwartepietenkwestie, het Minderhedenforum, UNIA en mystery calls kunnen we alleen maar heimwee hebben naar de humor van John Cleese, die vandaag als “politiek incorrect” wordt betiteld, en die via Monty Python terug gaat op Samuel Beckett en het absurdistisch theater. De term “politiek-incorrect” alleen al is een bizarre constructie die beurteling als een scheldwoord en dan weer als een geuzennaam wordt gebruikt, in een maatschappij die de (zelf)censuur opnieuw heeft ingesteld. Het woord “correct” alleen al roept immers zijn tegendeel op, en in een open democratie kan de politiek zich niet bemoeien met “correcte” of incorrecte denkbeelden. De gedachten zijn vrij, en humor verdraagt geen censuur. Volgens Freud is de essentie van humor zelfs dat ze de bestaande censuur negeert en ondergraaft.
 
Wie het schoentje past

Maar hoe verhoudt het beeld zich tot de realiteit in zo’n slapstick? Bij mijn weten heeft nooit één Spanjool zich aangesproken gevoeld door de Manuel-karikatuur, hoewel er in Engeland massa’s Spaanstaligen-met-accent rondlopen. Het was gewoon een amusant typetje, door iedereen nagebootst. De vergelijking met Zwarte Piet dringt zich op: welja, hij is de ietwat domme neger-knecht van de Sint, maar mensen van Afrikaanse origine in Europa maakten er zich nooit druk over, tot een VN-bureaucrate genaamd Verene A. Shepherd er een mensenrechtenkwestie van maakte. Terwijl de holebi-beweging zich nooit met de Aalsterse Voil Janetten heeft ingelaten, en dat was heel wijs: zo bleef het een folkloristische karikatuur, een grap, en geen overbeladen symbolenkwestie.
 
In 2006 werd in het tijdschrift Klasse, het officiële orgaan van het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs en redactioneel in handen van een nogal roodkleurend gezelschap, de ober uit Fawlty Towers wél aangehaald als een negatief stereotype dat ongunstig zou kunnen afstralen op de Marokkaanse en Turkse allochtonen die ook bekakt Nederlands spreken. Dat is vreemd: Manuel is geen Marokkaan of een Turk, maar blijkbaar zien Vlaamse allochtonen –of de antidiscriminatie-experten- zelf enige gelijkenis. Anders gezegd: een karikatuur wordt pas een stereotype als ze door een groep wordt toegeëigend, of zoals het Vlaamse spreekwoord zegt: wie het schoentje past, trekke het aan. Wie zichzelf herkent in een karikatuur, beantwoordt er ook aan, en gaat in de ontkenningsmodus door protest aan te tekenen. Wat dan een sociaal voordeel oplevert en een “politiek-correcte” reflex van het legertje psychologen, sociologen en welzijnswerkers.
 
Veel van wat als “racisme” wordt gebrandmerkt, is terug te voeren tot deze misvatting. Alles is symbolisch en achter elk beeld loert een vooroordeel. Op het einde zitten we in een echte heksenjacht. Een flinke dosis opportunisme zorgt ervoor dat complete groepen zich een slachtofferrol aanmeten en in feite de karikatuur bevestigen. Het is onder meer daardoor dat het onderwijs in Vlaanderen achteruit boert, vooral op gebied van Nederlandse taalvaardigheid: de Manuels worden de norm, en het is verboden om ermee te lachen. Ze raken net daardoor achtergesteld in sollicitatieprocedures, wat dan weer een reden is om aan de alarmbel te trekken. Een vicieuze cirkel.
 
En zo is met de dood van Andrew Sachs weer een stukje vrijheid gestorven. Nota bene zelf als Joods kind uit nazi-Duitsland geëmigreerd, belichaamt hij de meest radicale vorm van humor, die ook met relativering en zelfspot te maken heeft. De allochtonen in Vlaanderen kunnen er nog veel van leren.
 
Videofragment: Fawlty Towers afl. 7, “Communication Problems”. Basil heeft buiten het weten van zijn tirannieke vrouw op de paardenwedrennen ingezet en probeert Manuel duidelijk te maken dat hij zijn mond moet houden.

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties