JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

‘Ieder zijn eigen gedacht’

Bij Vlaams Belangers in café Trefpunt - Antwerpen

Chris Ceustermans9/7/2019Leestijd 4 minuten
Café Trefpunt

Café Trefpunt

foto ©

‘Eigen volk eerst’. Voor de één een verfoeilijke slogan, voor de ander een hartenkreet. Verdraagzaamheid komt van twee kanten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

 Eigen Volk – hoe rechts-nationalisme Europa veroverde van Kemal Rijken is een boeiend boek voor wie op een onbevooroordeelde manier wil lezen hoe het isoleren en stigmatiseren van de boze verliezers van de globalisering een maatschappelijke polarisatie heeft aangewakkerd. Tegelijk is zijn ‘reconstructie’ een nogal droge opeenstapeling van feitjes. Om de leeservaring pittiger te maken, installeerde ik me met dat boek op het terras van het rauwe, Antwerpse volkscafé Trefpunt.

Bericht uit Klein Konstantinopel

Café Trefpunt aan de Brederodestraat is een huiskamerachtige ontmoetingsplaats van gekneusde en vaak getatoeëerde zielen, al dan niet vergezeld door schoothondjes. Het café duikt ook op onder de naam ‘Hulpkaske’ in het werk van de legendarische taalmuzikant J.M.H. Berckmans die er vaak bescherming zocht tegen deurwaarders, koude en eenzaamheid. Een van Berckmans’ bekendste boeken is Bericht uit Klein Konstantinopel. Met dat laatste verwees hij naar de sterke aanwezigheid van de Turkse en Koerdische diaspora in de straat; iets wat af en toe met moeilijkheden gepaard gaat.

Een paar jaar geleden vochten Turken en Koerden van Belgische makelij er op straat een veldslag uit en een paar maanden geleden werden twee Turkse Belgen op klaarlichte dag door Koerdische restaurantuitbaters doodgeschoten. Volgens bevriende handelaars van me, had die schietpartij niets te maken met Turks-Koerdische spanningen maar met moegetergde middenstanders die de druk van maffiafiguren beu waren na vele bij de politie ingediende klachten.

Op het terras langs de drukke Brederodestraat probeer ik met te concentreren op Rijkens Eigen Volk-boek. Simpel bleek dit niet met op de achtergrond een juke box die een lied van Merle Travis uitbraakt: ‘You load sixteen tons, what do you get? Another day older and deeper in debt.’ In mijn linkeroor een spervuur van  grappen van vier vermoeid ogende mannen en vrouwen over ‘het mooie staartje van het hondje waarop de dames zo dol zijn’… Politieke correctheid heeft in café Trefpunt blijkbaar nog geen wortel geschoten. Het aantal decibels is navenant; bleke vrouwen met droeve ogen lachen even uitbundig als de mannen.

‘De eerste vijf jaar heb ik nogal met mijn man gevochten!’ roept een van de dames. ‘Letterlijk gevochten hé, en ik was degene die begon.’

‘De eerste twintig jaar van het huwelijk zijn de moeilijkste,’ troost haar tafelgenoot.

‘Vroeger was ik ’n schone jongen met lang haar en veel aantrek bij het vrouwvolk,’ brult een man met een ronde, haarloze schedel die erg lijkt op de gecastreerde Lord Varys uit de serie Game of Thrones. ‘Ik ben eigenlijk content da’k geen haar meer heb.’

Wanneer ik opzij kijk, vraagt een van de dames in algemeen beschaafd Antwerps: ‘We derangeren u toch niet bij het lezen?’

‘Arme Joe, geen pensioen voor jou…’

Wanneer de hierboven vermelde huwelijksspecialist de boektitel Eigen volk opmerkt, geraak ik met de man in gesprek. Het blijkt dat die zestiger al 41 jaar als truckchauffeur werkt. Eigenlijk zou hij met pensioen willen gaan, maar hij weet niet hoe dat te overleven. Hij zou slechts 1300 euro per maand ontvangen en omdat hij geen eigenaar is, zou hij een groot deel van dat bedrag kwijt zijn aan huishuur. Bovendien lijdt hij aan suikerziekte. Dus werkt hij maar verder.

Sommigen van zijn kennissen huren een appartement in het nabijgelegen complex bij het dienstencentrum van het stedelijke Zorgbedrijf. Maar ook daar is men al snel 700 euro per maand aan huur kwijt, zo beweert hij. Dat de algemeen directeur van het Zorgbedrijf, aangesteld onder de voormalige, socialistische OCMW-voorzitter Monica De Coninck, zo’n 220.000 euro bruto per jaar verdient, kan in café Trefpunt niet op erg veel begrip rekenen. Ook de vele glimmende, zwarte BMW’s die ’s avonds door de Brederodestraat razen, meestal met jonge Turken achter het stuur, worden met een scheef oog bekeken. Van criminaliteit kan café Trefpunt intussen meespreken. Jarenlang was het café 24 uur per dag open voor het menselijke zwerfhout uit ‘Barakstad’. Sinds een drugdealer op een nacht een paar kogels in het plafond jaagde, gaan de deuren ’s nachts op slot.

Eigen volk eerst?

Het duurt niet lang voor mijn gesprekspartner de slogan ‘Eigen volk eerst’ in de mond neemt en zijn sympathie betuigt aan het Vlaams Belang. Wanneer ik daarbij enkele kritische bemerkingen maak, gebeurt er iets dat ik niet verwachtte: ‘Ach jong, ieder zijn gedacht,’ zegt de man joviaal. Iets later nemen we in beste sfeer afscheid en trek ik naar een Koerdische pizzeria. Maar de woorden ‘ieder zijn gedacht’ blijven door mijn hoofd spoken.

Het is niet de eerste keer dat ik in dit ‘hol’ van de in culturele kringen zo vervloekte boze, blanke man kom. Veel vaker echter ontmoet ik in de stad de goedbetaalde cultuurmens die openheid en verdraagzaamheid predikt, maar waarmee de gesprekken bevriezen eens blijkt dat je niet zonder meer de gebruikelijke linksige riedels meezingt met als vaste refreinen de obligate kritiek op ‘gevaarlijke’ partijen als de N-VA. Na dit bezoek aan café Trefpunt begin ik me af te vragen in welke biotoop men de meest verzuurde en verkrampte burgers kan vinden, in de rauwe volkscafés of op gesubsidieerde ‘culturo’-evenementen? De woorden ‘ieder zijn gedacht’ heb ik in ‘verdraagzame’, culturele kringen in elk geval nog niet vaak gehoord.

In de conclusies van zijn boek Eigen Volk schrijft Kemal Rijken: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het gros van de kiezers van rechts-nationalistische partijen zeker niet uit is op het afschaffen van de democratische rechtsstaat, zoals sommigen vrezen, maar wel een aantal veranderingen wil. Deze roep om verandering moet door politici serieus worden genomen, anders vrees ik dat grote groepen kiezers teleurgesteld raken in het huidige democratische bestel en zullen afhaken.’

Rijken gaat  zo ver te beweren dat rechts-nationalisten zoals het Vlaams Belang mee in het ‘beleidsbad’ moeten getrokken worden omdat een ‘cordon sanitaire’ een democratie op lange termijn dreigt te verzwakken en uit te hollen. Ik weet niet zeker of dit een juiste inschatting is, wel dat het debat daarover vandaag crucialer is dan ooit.

Tranen uit Barakstad

De schrijver J.M.H. Berckmans sleet de laatste jaren van zijn leven aan de zelfkant van de samenleving in een OCMW-studiootje niet ver van café Trefpunt – ver van het cultuurwereldje. Wanneer hij uit het raam van zijn woning aan de straatkant hing, fietste af en toe zijn oude kennis Tom Lanoye voorbij. Diens riante loft bevond zich net om de hoek. Tot Berckmans’ verontwaardiging hield Lanoye nooit halt voor een praatje. Berckmans’ rauwe, politiek niet erg correcte verhalen pasten niet echt in het plaatje van die cultuurwereld. Binnenkort zal er dicht bij Café Trefpunt een aforisme van Berckmans op een gebouw van het Zorgbedrijf worden geschilderd. Een tekst die hopelijk door de mensen uit al die verschillende biotopen instemmend zal worden onthaald:

‘Wie heeft de tranen uitgevonden?
Iemand die het opkroppen verdomde?’

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties