JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

‘Iedere stok heeft twee einden’

Harold Van de Perre over zijn Vlaamse overtuiging (1)

Harold Van de Perre20/3/2015Leestijd 9 minuten

Deel 1 van een ‘interview’ met de ‘Vlaamsgezinde kunstenaar’ Harold Van de Perre.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Harold Van de Perre is een Vlaamse kunstenaar die woont en werkt in Dendermonde. Van de Perre studeerde aan het Hoger Instituut Sint-Lucas Gent, richting monumentale kunsten, met als specialisatie glasraamkunst en mozaïek. Aan datzelfde Sint-Lucas was hij van 1963 tot 1997 leraar beeldende kunsten. Naast zijn glasramen is Van de Perre ook bekend om zijn aquarellen en tekeningen. Daarnaast heeft menig Vlaams kunstliefhebber zijn boeken over Rubens, Van Eyck en Breugel. De oudere lezers zagen zeker ook de bijhorende (bekroonde) tv-reeksen. En dan hebben we het niet over zijn reizen.

Dit artikel begon als een gewoon interview. Maar het mocht iets meer zijn. Harold Van de Perre wou meer. Hij wou uitleggen waarom hij staat waar hij staat, waarom hij de idealen van zijn jeugd trouw is gebleven. Niet zomaar, maar weloverdacht. We spraken erover, fijne diepe gesprekken over Vlaming zijn gisteren, vandaag en morgen. Ook voor mij een bijzondere ervaring die aan het denken zet. Het is een document, dat symbool kan staan voor een deel van zijn generatie. (Pieter Bauwens)

 

U bent, samen met filmmaker Jan Verheyen, een van de weinige kunstenaars die zich nog durft uiten als ‘Vlaamsgezind’. In dat milieu … een ‘gevaarlijke’ bekentenis vandaag, of niet?

Hoe absurd ook, dat mag je wel zeggen, want heel wat kunstenaars, waarvan sommigen vroeger hevige flaminganten waren, zijn nu ‘Belgicisten‘ geworden. Een aantal onder hen werden ‘vrienden van het hof‘. Ik wil niet alle kunstenaars over dezelfde kam scheren want ook hier bestaan tussen zwart en wit de vele nuances van grijs, maar toch mag men stellen dat een aantal kunstenaars vandaag niet alleen de verdedigers maar ook de slippendragers van de ‘gevestigde machten’ werden, terwijl vroeger precies de kunstenaars -als luis in de pels van de machthebbers- aan de spits van de Vlaamse contestatie en ontvoogdingstrijd stonden en dit ten dienste van de vele kleine Vlaamse lieden, kortom van ‘hun volk’ of ‘gemeenschap’, want ‘volk’ is ook al zo’n beladen begrip geworden. Een bizarre omkering van de dingen in de evoluties die we nu meemaken. Ik begrijp best dat de geesten evolueren, want iemand die blijft stilstaan en nooit zijn eigen mening in vraag stelt, getuigt van een verstard denkvermogen.

‘Iedere stok heeft twee einden’ is een Russisch spreekwoord dat ik koester. Men moet elke zaak van de twee kanten bekijken: ongeveer alle Vlaamse eisen schijnen te zijn ingewilligd, meer nog de regering Michel is zo overwegend ‘N-VA-Vlaams’ dat we het omgekeerde, met name een in dezelfde mate dominante Franstalige ‘PS-regering’ , als nogmaals ‘onaanvaardbaar anti-Vlaams’ zouden bestrijden. Waarover klagen we nog? De tijd van het ‘kaakslagflamingantisme’ is nu wel voorbij. Wie zich daar nog aan vastklampt stikt in z’n eigen verzuring. ‘De ‘Vlaamse kwestie’ gaat niet meer over ‘kaakslagen’ maar over de resten van het scheefgetrokken en ondoorzichtig model van staatshervormingen die Belgische staatsstructuren veel te duur en onbruikbaar maken en die zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië geïmmobiliseerd houden in de zo typische ‘Belgische’ compromissen die beletten dat elke regio -volgens haar eigen leef- en regeercultuur- resoluut kan kiezen voor een dynamisch toekomst gericht beleid.

Ook mijn Vlaamsgezindheid evolueert nog dagelijks in het licht van onze almaar sneller evoluerende tijd en dit in Vlaams regionaal- , Belgisch federaal- , Europees- en wereldverband. Maar nadenken over de dingen en zijn mening blijven toetsen aan de nieuwe politieke, culturele en sociale toestanden, betekent wel dat men zijn mening kan bijstellen en herzien, maar dat betekent niet dat men zijn wortels met het verleden zo maar door moet knippen. Traditie en vernieuwing moeten elkaar in evenwicht houden: alleen vasthouden aan traditie of alleen vernieuwing betrachten zijn beide niet constructief maar polariserend.

Hoe verklaart u dat zoveel artiesten van Vlaamsgezinde tot ‘nieuwe Belg’ zijn geëvolueerd?

Wat voor de kunstenaars geldt, geldt ook voor ieder van ons: we leven weliswaar niet in het propagandistisch-dictatoriale Rusland van Vladimir Poetin maar in een democratisch land met een vrije pers en vrije meningsuiting. Maar ook wij worden desondanks dagelijks ‘gehersenspoeld’ door onze media. Want ondanks hun ‘objectieve’ berichtgeving wordt deze ‘objectiviteit’ al gefilterd door wàt de media in de focus zetten maar evenzeer… door wat ze doodzwijgen. Zo verkondigen ze ook een tendens, een opinie, een mening en dit binnen de lijnen die hun broodheren trekken. Neem de berichtgeving over de Vlaamse kunstenaars. In De Standaard en De Morgen komt bijna uitsluitend het kransje van de ‘bekende’ namen nog aan bod. Zowel literair als plastisch wordt steeds uit dezelfde kleine vijver van ‘media-artiesten’ gevist. Elke nieuwe kuch van één van deze kunstenaars wordt als een ‘exploot’ paginagroot als wereldnieuws gebracht. Denk maar aan de uitgemolken plagiaatkwestie van de Antwerpse schilder Tuymans. Inmiddels lijkt het of soms zeer getalenteerde schilders niet of nauwelijks nog bestaan. Niet omdat hun werk minder zou zijn, maar wel omdat ze in de visie van de ‘actuele’ curators in combinatie met de juiste commerciële circuits van internationale galerijen geen plaats zochten of kregen, en dùs… evenmin in de media. Er is op het beeldend domein geen zinnige kunstkritiek meer, maar alleen nog uitzinnige overbelichting. Wat de literatuur betreft, zie ik godzijdank een evenwichtiger en ruimer aanbod ook internationaal gericht, in de wekelijkse boekenpagina’s en allerlei recensies.

Maar ook wat ‘de Vlaamse kwestie’ betreft zie ik in de ‘objectieve’ berichtgeving van onze kwaliteitskranten een (meer subtiele) politieke hersenspoeling, ondanks de tegengestelde meningen, brieven en/of interviews van en met opiniemakers die men aanbod laat komen. Niet alle meningen van Vlaamse journalisten en/of andere intellectuelen zijn zo bewonderenswaardig objectief en onderbouwd als deze van bv. de socioloog Marc Elchardus. Het is soms pijnlijk om zien hoe ‘sectair ’ en ‘verkokerd’ heel wat intellectuelen geworden zijn zonder dat ze het blijkbaar zelf beseffen. Een exemplarisch voorbeeld: ik hoorde onlangs een reactie van een bekende ‘Vlaamse intellectueel’ over de uitgeverij Pelckmans: “Vlaams en rechts! Daarmee wil ik niets te maken hebben”. Zulke reactie typeert de polarisatie waarin we vandaag terecht zijn gekomen! De uitgeverij Pelckmans publiceert boeken van zowel Vlaamsgezinde, christelijk geïnspireerde als vrijzinnige, en maatschappelijk sociaal of politiek bewogen essayisten, polemisten, filosofen, theologen en andere auteurs die naam waardig. Hun aanbod is uitzonderlijk breeddenkend, pluralistisch en hoogstaand. (Zo pas werd Harold Polis als uitgever bij hen nog binnen gehaald.) Maar het feit dat de uitgeverij Pelckmans ‘van huis uit katholiek en Vlaams’ was (en misschien nog is) volstaat om door ‘politiek correcte’ denkers onmiddellijk afgewezen te worden. Wie in alles alleen ‘progressief en dus links’ wil zijn, of in alles alleen ‘conservatief en dus rechts’ beschouw ik als kortzichtig en dom hoe academisch ‘geleerd’ hij /zij ook mag zijn. En wat betekenen al deze clichématige woorden inhoudelijk nog? Net zoals de waarheid zijn de dingen die er toedoen soms links en progressief en soms conservatief en rechts. In dergelijk dialectisch spanningsveld corrigeren beiden elkaar voortdurend. Zo is het ook in de politiek.

Door omstandigheden ken ik Rusland vanaf Gorbatsjov tot Poetin goed. Tijdens het Sovjetcommunisme was alles geregeld door de staat van de wieg tot het graf. Gevolg: op het einde van de USSR werkte niemand nog een uur per dag en stond ‘de staatstrein’ letterlijk stil. Werkmotivatie was volkomen uitgebloeid… staatsprofitariaat bloeide des te meer. Daardoor is de USSR -ook zonder een revolverschot met een waterpistool- gewoon als een slappe pudding in elkaar gezakt. Na de val van het communisme (Gorbatsjov kon de zaak niet meer redden) kwam met Jeltsin het onvoorstelbare ongebreidelde kapitalisme van de ‘oligarchen’ aan zet, en hiermee de grootste diefstal van staatseigendommen uit de geschiedenis. Nu beleven we met Poetin opnieuw de dictatuur van de leugen -met de USA en Europa als de nieuw gecreëerde vijanden- die de enorme corruptie én het slechte staatsbestuur moeten camoufleren. Een vijand ‘extra muros’ verenigt de overgrote meerderheid van de ‘altijd vernederde’ Russen. Want het Russisch nationalisme is zo irrationeel pathetisch dat wij Westerlingen het niet kunnen vatten. Arm Rusland dat almaar opnieuw verstoken blijft van een democratisch staatsbestel waarin regering en oppositie elkaar in evenwicht houden. Conclusie: we kunnen ons Westers democratisch model -met regering én oppositie als gezond makende factor- niet genoeg waarderen en verdedigen. Het is al maar opnieuw streven naar een opbouwend evenwicht tussen socialisme met de staat als ordenende factor en sociale behoeder én het kapitalisme met de vrije markt en het vrij initiatief als dynamische motor. Daarom is het goed dat de sociaaldemocraten en de liberaaldemocraten (met midden in het bed bij ons de christendemocraten) elkaar voortdurend aflossen in het bestuur van een land.

Zelf ben ik nu eens rechts en dan weer links naarmate mijn geweten mij zegt waar de waarheid werkt. Ik verafschuw al deze clichématige opdelingen en categorieën. Het leven zit anders in elkaar.

Deze wijsheid kreeg ik van mijn vader mee. Tijdens mijn jeugdjaren in de vijftiger jaren en nadien nog in zestiger- was Vlaanderen uitermate gepolariseerd. De kerk en de clerus domineerde en bepaalde het reilen en zeilen. Alles was katholiek tot onze voetbal- of kaatsclub toe. De vrijzinnigen waren te mijden als de pest. Ik ben er fier op dat mijn vader als belijdend katholiek en bewonderaar van Cardijn en zijn ‘kajotters’ aan deze polarisatie nooit deelnam. Hij werd ook hoog gewaardeerd door vrijzinnige stadsgenoten. Zo bv. door de socialistische vrijzinnige burgemeester Van Trimpont die er op stond om mijn vader persoonlijk publiek te huldigen als de humane voorzitter van de toenmalige ‘Bond van de grote gezinnen’ in Ninove. Ook omwille van zijn ruimdenkende ‘Vlaamsgezindheid’ werd hij zeer gewaardeerd.

Waarin is uw Vlaamsgezindheid geworteld? In uw thuis? In uw historische kennis van de Vlaamse Beweging? In uw sociale bewogenheid?

In dit alles samen. Geboren in 1937, kom ik uit een typische christelijke en Vlaamse kroostrijke thuis, zoals er toen zoveel waren. Ik was in deze thuis zeer geborgen en gelukkig. Net zoals vroeger verwerp ik ook vandaag verwerp mijn katholieke en Vlaamse opvoeding niet. Mee te surfen op de actuele tendensen is aan mij niet besteed. Wel is het zo dat ik mij ten gronde heb verdiept in mijn geloof en in mijn Vlaamsgezindheid. Anders had wellicht ik afgehaakt zoals zoveel intellectuelen en auteurs inmiddels luidkeels deden. Het katholicisme is bij ons op sterven na dood, men kan dus de hilarische vraag stellen of en hoe we nog ‘grote’ auteurs kunnen voort brengen… nu de ostentatieve verwerping van hun al te beklemmend katholiek verleden als inspiratiebron stilaan is opgedroogd?

Nu terug naar mijn kindertijd. Mijn eerste herinnering is precies de eerste dag van de oorlog. Dan volgen de herinneringen aan de oorlogsjaren met vooraan de dag dat de oorlog eindigde: de volksvreugde, onmiddellijk gevolgd door de ongecontroleerde wilde repressie te Ninove en te Okegem. Door een tussenkomst van een verzetsman die mijn vader goed kende en zeer waardeerde, werd ons huis net niet in brand gestoken … want dit stond te gebeuren louter en alleen omdat mijn vader voorzitter was van het Davidsfonds van Okegem, zijn dorp van herkomst (nu deelgemeente van Ninove). Nochtans was mijn vader nergens of nooit ‘een zwarte’ of collaborateur geweest. Integendeel, zijn Vlaamse overtuiging lag in de lijn van Frans Van Cauwelaerts’ politieke visie. Hij zag de Vlaamse Beweging binnen de evolutie van het Belgisch staatsbestel. Mijn vader bewonderde de (door rabiate flaminganten verguisde) Van Cauwelaert uitermate. Mijn vader werd trouwens na 45 de medestichter van de Christelijke Volkspartij in zijn dorp Okegem en was zeer koningsgezind. Geen ‘inciviek’ dus. De ‘Vlaamsgezindheid’ van mijn vader en de mijne nu, had en heeft dus niets te maken met ‘een rekening die wij te vereffenen hebben met de Belgische staat’.

Toch heeft mijn vader na ’45 te Brussel tijdens zijn werk in de hoofdzetel van de toenmalige ASLK aan den lijve ondervonden welke vernederende en afwijzende druk de Franstalige bazen uitoefenden op hun onderdanen die uit het vermaledijde, achterlijke Vlaanderen kwamen. Maar de diepste grond van de Vlaamsgezindheid van mijn vader en van mij zelf schuilt niet in het geleden onrecht maar in de normale gang van zaken, met name in de uitdijende cirkels van onze trots en onze liefde: eerst komen onze ouders en onze thuis, dan ons dorp of onze stad, dan ons volk, dan ons land. De liefde voor Vlaanderen gaat dus de liefde voor België en Europa vooraf. Vandaag wordt uit deze normale uitdijing van cirkels door velen ‘de cirkel Vlaanderen’ bewust geschrapt en vervangen door een soort van nieuwe ‘Belgitude’ waarin vooral… een aantal kunstenaars blijken uit te blinken. Waarom is dat zo ? Voer voor psychologen en politicologen die het verschijnsel ‘oikofobie’ bestuderen.

Wat mezelf betreft, beken ik: vanuit mijn normale liefde voor Vlaanderen doorstappen naar een spontane liefde voor België is niet zo vanzelfsprekend en dit omwille van… onze Vlaamse geschiedenis in het België van en na 1830. En hier komen wij bij de geschiedenis van de Vlaamse Beweging, met het Franstalig bestuurde ‘Belgique de papa’ en de institutionele achteruitstelling van Vlaanderen binnen het Belgische staatsverband. België werd in 1830 gesticht vanuit het motto toegeschreven aan Charles Rogier: ‘La Belgique sera Latine ou elle ne sera pas’. De stapvoetse geschiedenis van de Vlaamse ontvoogding of emancipatie in België is een indrukwekkend boek op zich, met de evolutie van het taal- en cultuurflamingantisme tot het cijfer- en budgetflamingantisme.

Maar precies dit boek, of deze historische kennis als fundament van ‘Vlaamsgezindheid’ wordt vandaag door heel wat ouderen vertekend of helemaal niet meer aan de jongeren door gegeven. Hoe is het gesteld met hat vak geschiedenis in het onderwijs? De volstrekte onwetendheid van de huidige jeugd op dit historisch Vlaams domein is schrijnend. Even analfabeet worden onze jonge Vlaamse intellectuelen (afgestudeerden aan de universiteit inbegrepen) blijkbaar wat de basiskennis van het christelijk erfgoed en geloof betreft. Onvoorstelbaar als men bedenkt dat onze ganse Europese cultuur en beschaving gefundeerd is op deze christelijke traditie. Met de Verlichting begon evenwel de secularisatie en de moderne democratie die vandaag de eertijds dominante plaats van de kerk volkomen heeft overgenomen. Vlaanderen, de eertijds meest katholieke regio van Noord Europa, is vandaag de meest geseculariseerde en ontkerkelijkte. Maar deze secularisatie is geen excuus om zich soms zo sectair en vooringenomen op te stellen tegenover het christelijke spirituele universum gebaseerd op de bijbelse en evangelische boodschap. Een zelfgenoegzaam deel van het vrijzinnige Vlaanderen neemt de fouten over die zij terecht het eertijds zo klerikale Vlaanderen aanwreef. Wie zich vandaag durft te uiten als ‘katholiek en Vlaams’ wordt verdacht vlug gemarginaliseerd als ’te mijden conservatief en rechts’ en als ‘navelstarend Vlaams bekrompen’. De kans zit er dik in dat hij/zij een heel pak vroegere vrienden verliest, die nu ex-katholiek en ex-Vlaamsgezind inmiddels ‘nieuwe Belgen’ werden. Vanuit dit gigantisch kleine kabouterland werden zij bovendien eensklaps ‘kosmopolitische wereldburgers’. De mediatisering ter zake heeft haar werk gedaan. Persoonlijk nadenken over een en ander hoeft niet meer, de gekende clichés doen dat in onze plaats.

Dit is het eerste deel van het gesprek, lees zeker ook deel 2

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties