JavaScript is required for this website to work.
post

‘In het buitenland is men trots op artiesten van eigen bodem’

Album onverwacht op nummer 1 in de Ultratop

Harry De Paepe7/8/2021Leestijd 4 minuten

foto ©

Jo Vally kent onverwacht succes met zijn nieuwe album. Maar dat is niét dankzij radio en televisie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Niemand durft nog te investeren in Vlaamse artiesten’ blokletterde het Het Laatste Nieuws op 26 juli 2021. De krant citeerde de zanger Jo Vally die in Middelkerke zijn nieuwste album ‘De weg naar het geluk’ presenteerde. Het citaat lokte Doorbraak naar Meise, de thuishaven van Jo Vally.

Middelvinger naar de critici

Jo Vally (°1959) onthaalt me vriendelijk in zijn kantoor. De Vlaamse artiest is met zijn sympathieke en joviale manier van handelen duidelijk zelf zijn beste pr-manager. Wanneer ik hem feliciteer met zijn nieuwe album dat meteen op nummer een belandde in de Ultratop 50, reageert de zanger heel eerlijk: ‘Ik had dat echt niet verwacht. Ineens sta ik uit het niets hoger genoteerd dan allemaal zangers en zangeressen die ik zelfs niet ken.’

Het doet hem duidelijk plezier dat hij als Vlaamse zanger dit succes boekt. ‘Op Radio 2 vroegen ze me of het als een opgestoken middelvinger voelt naar al die mensen die zegden dat dit niet meer mogelijk is voor een artiest zoals ik. Ik durfde dat op de radio niet met zoveel woorden uitspreken, maar het doet mij toch ferm deugd. Je ziet toch wel dat het kan.’

Garagist en pianist

Jo Vally staat al 42 jaar op de planken en zong in zijn repertoire al 336 nummers. ‘Alle albums die ik uitbracht haalden minstens goud.’ Valère Lauwers – zijn echte naam – had wellicht nooit kunnen denken dat hij een dergelijke carrière zou opbouwen.  ‘Ik tokkelde op mijn veertiende op een oude piano van mijn meter. Ik leerde ermee op het gehoor spelen. Later volgde ik muziekschool. Een leraar zei tegen mijn vader: “Je moet je zoon muziek laten studeren.” Maar met muziek kon je volgens mijn ouders het zout niet op je patatten verdienen, dus moest ik sowieso een stiel leren.

Dat zout op de patatten verdiende ik eerst als garagist, maar mijn pianoleraar Rober Groslot keek dan naar mijn handen en zei telkens: ‘Allez, dat gaat toch niet! Zo kan je toch niet je vingers blijven belasten!’ Uiteindelijk ben ik als werknemer bij de stad Brussel aangenomen dankzij een kennis van mijn vader. Dat was dan met vier man ergens gaan werken en je kent het, hé: drie mannen die staan te kijken hoe één iemand aan iets bezig is (lacht). Dat was echt mijn ding niet, want mijn hart lag echt in de muziek. Ik moet dat van mijn verongelukte grootvader hebben, een man die ik jammer genoeg nooit zelf gekend heb.’

Optreden op bakken bier

‘Het was een heel moeilijke periode hoor. Ik trad als 18-jarige overal op in cafés, parochiezalen en zelfs op bakken bier. Dat was het prille begin. Het was zwaar, maar wel een goede leerschool. Ik heb het allemaal gezien. Pas op, dat was allemaal met een live orkest, want optreden met een begeleidingstape dat bestond nog niet. Af en toe kwam ik eens op de radio, maar veel stelde dat nog niet voor, hoor. Het grote publiek kende mij nog niet.

Op den duur verloor ik wel mijn moed en stelde ik me de vraag: “Waar ik hou ik mij eigenlijk mee bezig?”. Ik investeerde volop in installaties en instrumenten, maar ik zag zwarte sneeuw. Mensen als een Ro Burms (Radio 2) en Vic Dennis (Joepie en Dag Allemaal) spraken me moed in: “Nee, Jo. Je mag nu niet opgeven. Er is een commerciële zender (VTM, nvda.) in de maak en die gaat Vlaamse artiesten steunen met een nieuw muziekprogramma.”’

Tien om te zien

‘Ik investeerde mijn spaarcenten en wat geld van mijn schoonouders in een nieuwe opname van een cover van ‘Take my heart’ van Jacky James. Het heette in mijn versie: ‘Neem m’n hart’. Toevallig kwam ik een dame tegen op restaurant van de platenfirma Indisc. Zij bezorgde mijn nummer “Neem m’n hart mee” aan verschillende mensen in de muziekwereld zonder erbij te zeggen wie de zanger was.

De positieve reacties bij VTM en de BRT zorgden voor mijn grote doorbraak. Ineens was ik de ‘Supertip’ voor het programma ‘Tien om te Zien’. Toen begon voor mij een gouden tijd die ik met twee handen, nee, mijn hele lijf aanpakte.’

Schaamte voor Vlaamse artiesten

In 1999 is de zanger de eerste Vlaamse artiest die een concert geeft in het Sportpaleis van Antwerpen. ‘Dat concert werd begeleid door het orkest van de “The Last Night of the Proms” onder leiding van Robert Groslot. Ik vond dat op zich een zot gedacht. Ik durfde dat eerst niet, want geen enkele Vlaming had dat ooit gedaan. Ik krijg nog altijd kippenvel als ik daaraan terugdenk. Mijn naam hing boven artiesten zoals Julio Iglesias en Whitney Houston. Ik heb zeker dertig keer voorbij het Sportpaleis gereden, omdat ik het zelf niet kon geloven.’

Ondanks het succes heeft Jo Vally echter altijd een neerbuigende houding gemerkt van verschillende mensen tegenover Vlaamse artiesten. ‘Ik herinner me nog wat een uitbater van een grote winkel aan me vertelde. Hij zag hoe klanten in het geniep cd’s kochten van Vlaamse artiesten, ze staken dat dan onder een doos waspoeder omdat ze zich erover schaamden. Ze leken op van die mensen die bij de apotheker met veel knipogen zogezegd aspirines gingen kopen, maar eigenlijk met een pakje condooms naar huis gingen (lacht).’

Jo Vally staat bekend als iemand met een ‘vranke mond’ en dat speelt hem soms parten. ‘Ja, ik heb het hart op de tong en dat heeft me al problemen opgeleverd. Zo heb ik eens in een interview mijn mening gezegd over hoe de VRT de Vlaamse artiesten negeerde. Ze hebben me achteraf uitgenodigd op een gesprek. Ze vonden dat ik zo’n dingen niet mocht zeggen. Ik kreeg er het deksel op de neus.’

Hij hekelt het gebrek aan chauvinisme in Vlaanderen. ‘In Nederland, Duitsland en in Frankrijk is men veel trotser op hun artiesten van eigen bodem. Hier kijken ze vaak op ons neer. Waarom? Ik begrijp dat ook niet. Kijk naar het succes dat die uitzendingen van “Tien om te Zien” deze zomer op VTM hebben. Dat bewijst toch dat er wel degelijk interesse is van het publiek. Bij de lancering van mijn nieuwe album in Middelkerke zaten zeker 2 000 mensen, de organisatie sprak zelfs van 2 500 mensen. Maar dat wordt door onze grote zenders veel te veel genegeerd. Ze trekken het gewoon weg van de aandacht. 90% van de aandacht gaat vandaag naar anderstalige muziek. Als je bij sommige programmatoren durft opduiken met een Vlaams nummer dan knijpen die gewoon hun neus dicht.’

Coronacrisis

Wat de toekomst brengt, dat weet de zanger niet. ‘De muziekindustrie heeft enorme klappen gekregen de voorbije jaren. De productie van mijn huidige album betekende een enorm risico. Dat heeft me meer gekost dan verwacht. Ik wilde immers een kwalitatief live album opnemen. Het kan zijn dat ik er mijn broek aan scheur. Als ik alles goed optel dan heb ik er zeker €35 000 in geïnvesteerd.’

De coronacrisis is zoals bij vele mensen een moeilijke periode voor de artiest. ‘Alle optredens vielen in het water. Mijn cd was al een tijd klaar, maar welke zin had het om het tijdens die lockdown te lanceren? Mensen durfden niet naar de winkel te gaan.’ Het steekt hem ook dat bepaalde organisaties grote subsidiebedragen ontvingen. ‘Ik moest het stellen met een compensatie van €1 500. Een bedrag waarmee ik mijn kosten niet kon dekken.’ Toch klinkt hij hoopvol: ‘Sowieso blijf ik zolang ik kan en mag muziek maken en optreden. Als het succes van mijn album aanhoudt, en ik uit de gemaakte kosten kom dan produceer ik misschien nog een nieuw album. Ik zeg nooit nooit!’

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.