JavaScript is required for this website to work.
post

Iran geen betrouwbare gesprekspartner

Mehdi Nobari10/1/2021Leestijd 4 minuten
NCRI-protest in Duitsland voor de uitlevering van Assadi aan België.

NCRI-protest in Duitsland voor de uitlevering van Assadi aan België.

foto © AFP

VUB-professor Ahmadreza Djalali zit nog steeds in een dodencel, Iran schendt het nucleair akkoord JCPOA, maar de EU onderneemt niet echt actie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ahmadreza Djalali, een VUB gastprofessor, zit sinds 2016 vast in Iran en riskeert doodstraf op verdenking van spionage.

Rode lijnen overschreden

De nieuwe verkiezing in de VS biedt nieuwe perspectieven voor Europa op vlak van de betrekkingen met Iran. Het klinkt heel simpel, maar toch heeft de EU te maken met serieuze barrières. De Iraanse schendingen van de mensenrechten en de nucleaire overeenkomst houden voortdurend aan. Ook zet Iran terroristische activiteiten voort op het Europees grondgebied.

Bovendien blijft Iran Europese burgers zonder enig bewijs vasthouden en beschuldigen van spionage. De Zweeds-Iraanse VUB gastprofessor Ahmadreza Djalali, de Brits-Iraanse Nazanin Zaghari-Ratcliffe, en de Frans-Iraanse Fariba Adelkhah zijn enkele voorbeelden van de Iraanse ‘gijzeldiplomatie’.

Europese sancties

Op 17 december nam het Europees Parlement een resolutie aan ter veroordeling van de executies in Iran, waarin werd benadrukt dat in het geval dat Djalali geëxecuteerd wordt, Iran te maken krijgt met zware sancties. Bovendien executeerden de Iraanse autoriteiten tot 20 december 12 gevangenen in minstens twee weken, waardoor het aantal geïmplementeerde doodstraffen in 2020 op 243 komt. Ook eerder hield de Kamer van Volksvertegenwoordigers een gedachtewisseling over de zaak Djalali en nam het Vlaams Parlement een sterke resolutie aan om duidelijk te stellen aan Teheran dat als het regime de executie van Djalali voortzet, de goede relaties met Europa dan in gevaar komen.

Op 10 december riep de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken, Joseph Borrell, op tot forser optreden tegen mensenrechtenschendingen en benadrukte dat het verdedigen van de mensenrechten in het DNA van de Europese Unie zit, zoals al ‘vaak gezegd’ is. Maar dit DNA zou dan wel het belangrijkste onderdeel moeten zijn van het EU-beleid ten aanzien van Iran. De laatste jaren was dit echter niet het geval.

Vragen bij Iraans handelen

Het is een cruciale stap voorwaarts dat de EU onlangs een sanctiemechanisme voor de mensenrechten heeft aangenomen dat gericht is op individuen, instellingen en overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor genocide, misdaden tegen de menselijkheid en andere ernstige schendingen van de mensenrechten. Maar dit zou wel een basis moeten zijn voor gesprekken met een land dat net een jaar geleden 1500 burgers op straat afslachtte die tegen het onrecht protesteerden.

Prof. Caroline Pauwels, rector van de VUB, stelde  in debatprogramma De Zevende Dag de terechte vraag: ‘Als Iran Djalali executeert, hoe kan het dan nog een betrouwbare gesprekspartner zijn voor Europa of de nieuwe Amerikaanse regering?’ Radek Sikorski, lid van het Europees Parlement, had een beter verzoek aan de diplomaten van de lidstaten en de Europese dienst voor extern optreden: ‘De volgende keer dat u meneer Zarif ontmoet, die een glimlachende Ribbentrop is, onthoud dan wat voor smerig regime hij vertegenwoordigt’, zei hij op de plenaire vergadering van 17 december in Brussel.

Staten weifelen

Hoewel: op 21 december 2020, wanneer de ministers van Buitenlandse Zaken van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland hun Iraanse ambtsgenoot Mohammad Javad Zarif tijdens een virtuele samenkomst ontmoetten, benadrukten ze alleen hun toewijding voor het behouden van de nucleaire overeenkomst, die ook wel bekend is als het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA). Terwijl Iran nog niet bereid is om een stap te zetten.

In recente jaren heeft Iran vele van zijn verplichtingen binnen het JCPOA-kader teruggedraaid. Binnen het akkoord is een verrijking van uranium tot 3,67% toegestaan, maar het kwartaalrapport van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), gepubliceerd op 11 november 2020 gaf aan dat de voorraad van verrijkt uranium (LEU) van Iran nu twaalf keer hoger ligt dan het limiet dat in het JCPOA is vastgesteld:

‘Iran heeft nu voldoende laag verrijkt uranium om genoeg uranium van wapenkwaliteit te produceren voor een tweede kernwapen, waarbij het tweede sneller kan worden geproduceerd dan het eerste. Iran zou in totaal slechts 5,5 tot 6 maanden nodig hebben om genoeg uranium voor twee kernwapens te produceren’, meldde het IAEA. Volgens het IAEA-rapport is Iran ook begonnen met het installeren van geavanceerde centrifuges in de Natanz, wat ook in strijd is met de JCPOA.

Tegelijkertijd worstelt Iran met een gesneuveld economie, torenhoge inflatie, een onrustige samenleving en interne conflicten tussen verschillende stromingen binnen het regime. De Iraanse begrotingswet voor 2021 hangt aan een zijden draadje en is in feite gebaseerd op niets.

Daarom, als Europa permanent de nucleaire vermogens van Iran wil begrenzen, moeten we niet vergeten dat Teheran een zwakkere onderhandelingspositie heeft en wanhopig om middelen vraagt voor het opheffen van de sancties. Europa heeft de overhand aangezien het regime onder enorme druk staat.

Terrorisme in Europa

Daarom gebruikt het regime zijn oude tactieken. Een paar onderdanen met dubbele nationaliteit als gijzelaar nemen om de EU te dwingen om een ‘onprincipieel engagement met Iran’ aan te gaan.

De EU heeft ook te maken met het door Iran gesponsorde terrorisme op Europese bodem dat de afgelopen jaren flink gestegen is. Frankrijk, Denemarken, Nederland en Albanië hebben Iraanse diplomaten uitgezet wegens betrokkenheid bij ‘activiteiten die de veiligheid schaden’.

Op 1 juli 2018 werd in Duitsland Assadollah Assadi, een diplomaat op de Iraanse ambassade in Wenen, gearresteerd op beschuldiging van voorbereiding van een terroristische aanslag in Frankrijk. Hij bleek het brein te zijn van een bomaanslag tegen de jaarlijkse Free-Iran bijeenkomst van de Iraanse oppositie in 2018 in Villepinte, nabij Parijs. Assadi, die momenteel terechtstaat in België, had persoonlijk 500 gram TATP-explosief overhandigd aan een Belgisch-Iraans koppel, Amir Sadouni en Nassimeh Na’ami, om de massabijeenkomst van de oppositie op te blazen.

Tienduizenden mensen wonen de jaarlijkse Free Iran rally bij, waaronder prominente Europese en Amerikaanse leiders en politieke figuren, onder wie voormalige burgemeester van New York Rudy Giuliani, voormalig lid van het Amerikaanse senaat Joseph Lieberman, voormalig Frans minister van buitenlandse zaken, Bernard Kouchner, voormalig Nederlands PvdA-leider Ad Melkert, en de huidige Belgische minister van Middenstand, David Clarinval.

De federale magistraat heeft nu de maximumstraf van twintig jaar cel gevorderd voor Assadi. Voor het koppel eist het parket achttien jaar cel en voor de vierde betrokkene, Merhad Arefani, vijftien jaar. Voor het trio vraagt de magistraat ook het verlies van hun Belgische nationaliteit.

Iraanse contradiplomatie

Terwijl er op 22 januari 2021 de definitieve beslissing genomen wordt, zet Iran alles op alles om een internationaal en politiek verlegenheid te voorkomen. In februari 2020 waarschuwde Assadi openlijk vanuit de gevangenis de Belgische autoriteiten voor mogelijke revanche als hij schuldig wordt bevonden.
‘Als u een vonnis tegen mij uitspreekt, kan het slecht aflopen voor uw land’, vertelde Assadi de politiediensten en voegde toe dat ‘gewapende groepen in Irak, Libanon, Jemen en Syrië, evenals in Iran, geïnteresseerd zijn in de uitkomst van zijn zaak en vanaf de zijlijn zouden toekijken of België hen zou steunen of niet en als de rechterlijke uitspraak niet in hun voordeel is dan zullen ze handelen’.

Dit is natuurlijk de aard van Iran. Maar hoe kan en zal Europa in Teheran een betrouwbare onderhandelingspartner vinden die Europese burgers vasthoudt en executeert, zijn internationale verplichtingen schendt, terroristische aanslagen in Europa programmeert, en de Iraanse dissidenten op Europese bodem achtervolgt en liquideert? Tegen welke prijs moeten wij een deal sluiten met Iran?

In elk geval, mensenrechten mogen niet worden opgegeven.

Mehdi Nobari is voorzitter van de vzw Iran Ref, een organisatie die de belangen behartigt van Iraniërs die zijn gevlucht voor het regime van de ayatollahs en steun verleent aan de Iraanse oppositie in ballingschap, NCRI.

Commentaren en reacties