JavaScript is required for this website to work.
post

‘Wir sind das Volk’

Het ene radicalisme is het andere niet.

ColumnJohan Sanctorum3/9/2018Leestijd 4 minuten
Foto Reporters

Foto Reporters

Het Vlaams Belang en de Islampartij over één kam scheren is werkelijk van de pot gerukt. Chemnitz bewijst dat er meer aan de hand is.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Notre force est dans l’unité – Ons kracht is in de uniteit’: met deze slogan, inclusief het vreemdsoortig Nederlands, wil de Islampartij in Brussel moslimstemmen aantrekken, met als oogpunt het invoeren van de sharia. Bezieler Philippe Latteur laat er geen twijfel over bestaan, en verwittigde gemeenteraadslid Amelie Pans (MR) via Facebook: ‘Ik ga je laten stenigen, sneller dan je denkt.’

Duidelijke taal, en een aantal Franstalige partijen (CDH, MR, PS en Défi) schaarde zich achter het idee om de Islampartij niet tot de verkiezingen toe te laten ‘omdat zij de publieke vrijheden in vraag stellen’ (‘...les partis qui remettent en question les libertés publiques’). Dat is een terechte bekommernis. In zijn pas verschenen essaybundel ‘Cultuurmarxisme’ pleit filosoof-jurist Paul Cliteur voor een weerbare democratie die duidelijk stelt waar het begint en waar het ophoudt. Het kan niet zijn dat ze aanvallen van buitenuit tolereert die de rechtstaat zelf op de helling zetten, en dat is met die Islampartij duidelijk het geval.

Maar van twee één, en onze Franstalige vrienden maakten nog eens van de gelegenheid gebruik om het Vlaams Belang in hetzelfde ‘anti-democratische’ verdomhoekje te zetten. De haat van francofoon België tegen het VB, als enige Vlaamse separatistische partij, dateert al van het ontstaan ervan, eind de jaren ’70, toen nog vooral onder impuls van de PS. Geholpen door de Vlaamse partijen die met haar opmars geconfronteerd werden, leidde dit tot het beruchte cordon sanitaire in 1989, met groene politicus Jos Geysels in de hoofdrol.

Nu er zich een partij aandient die de rechtstaat gewoon wil oprollen, maken de francofonen, aangevoerd door Défi (het vroegere Fransdolle FDF), ervan gebruik om deze oervijand, die vandaag toch nog maar amper 10% haalt maar als zweeppartij voor de N-VA wordt gezien, opnieuw via een uitzonderingswet te treffen. Je hoeft geen VB-sympathisant te zijn om te beseffen dat het Belgisch politiek bedrijf zich hier weer van zijn meest bedenkelijke kant laat zien, onder het motto ‘Un train peut en cacher un autre’.

Verdedigingsreflex

Ook de N-VA lijkt wel oren te hebben naar het voorstel, het was trouwens origineel een idee van N-VA-fractievoorzitter Peter De Roover. Het is alleszins een handige zet van Défi en Olivier Maingain om zich nog eens als smaakmaker van het francofone politieke landschap te profileren. Edoch, het Vlaams Belang en de Islampartij over één kam scheren is werkelijk van de pot gerukt. Ik lees nergens in het programma dat het VB de rechtstaat wil ondergraven of de parlementaire democratie wil afschaffen, en ik heb het hun verkozenen ook nooit horen zeggen, zelfs brulboei Filip Dewinter niet.

Integendeel is de extreemrechtse partij een anti-islampartij geworden omdat ze in die religieuze ideologie een gevaar voor ons democratisch systeem ziet, een bedreiging van onze waarden, waarbij de instroom van migranten en asielzoekers extra druk op die waarden zet. Men kan het daarmee eens zijn of niet, maar dat behoort dan tot het normale politiek-maatschappelijke debat. En het is vanuit die hoek dat Theo Francken de mosterd haalt.

Afgezien van het dubieuze, kortzichtige opportunisme, door Défi en medestanders gecultiveerd daar waar ze de Islampartij en het VB in één zak steken, zit er ook een joekel van een denkfout achter. Het punt is namelijk dat het oprukkende islamfundamentalisme nu eenmaal onrust en ongenoegen veroorzaakt. En dat zo’n extreme reactie moet gezien worden als een burgerlijke verdedigingsreflex en niet als een bedreiging van de rechtstaat. Men kan het vergelijken met een lichaam dat koorts maakt om aan een bacteriële aanval het hoofd te bieden.

Meteen is dat ook een antwoord op de vraag van Othman El Hammouchi, eerder in Doorbraak: ‘Als we ISLAM verbieden, waarom dan niet het Vlaams Belang?’ Antwoord: het ene radicalisme is het andere niet. Ik zou kunnen verwijzen naar de verzetsbeweging in de 2de wereldoorlog of, verder terug, het Plakaat van Verlatinghe waarmee de Nederlanden in de 16de eeuw zich formeel van de Spaanse dwingelandij los scheurden. Vanuit het oogpunt van bescherming of herstel van de democratie zijn beide fenomenen legitiem, al zullen de heersende machten daar wel anders over gedacht hebben.

In dezelfde zin is een partij als het Vlaams Belang veeleer een symptomatisch verschijnsel, een spreekbuis van het ongenoegen, dan het probleem zelf. De N-VA zou beter vijf minuten politieke moed betonen, echt kleur bekennen en zeggen dat hier appels met peren vergeleken worden. Maar dat krijgt ze natuurlijk niet over haar lippen gezien ze het cordon netjes in stand moet houden om de Franstalige regeringspartner niet voor het hoofd te stoten.

Of het strategisch slim is, die Islampartij te verbieden, is twijfelachtig. De handen zullen in die kringen nog meer jeuken om het eens met bommen of kalasjnikovs te proberen. Waarom spreken de ‘democratische partijen’ geen cordon af rond die partij, daar hebben ze toch ervaring mee?

En dan is er Chemnitz

In dezelfde zin heeft de Staatsveiligheid eensklaps ‘het gevaar van extreemrechts’ ontdekt, en ontwaart ze in de patrouillerende burgerwachten racistische en zelfs terroristische motieven. Dat brengt ons op het problematisch hanteren van de termen rechts en extreem-rechts. Het zijn stigma’s die zomaar geplakt worden op verdedigingsreflexen tegenover een situatie die reëel bedreigend is. Hetzelfde geldt voor de term islamofobie, alsof het een irrationele angst betrof, een afwijking of een ziekte. Quod non. Dat de rechtstaat de veiligheid van zijn burgers niet meer kan garanderen, mede door het openstellen van grenzen en een stortvloed van asielzoekers en migranten, leidt uiteraard tot onrust. Mensen willen hun eigendom en hun naasten verdedigen, kruipen in hun schelp of komen op straat om de overheid te wijzen op haar plichten. Anders gezegd: dat de samenleving “verrechtst’, als men dan toch die term wil aanhouden, is eigenlijk de logica zelve gezien de situatie. Misschien is het zelfs gewoon een kwestie van gezond verstand en niet van ideologische keuzes.

In de Duitse stad Chemnitz (Saksen) is de geest nu uit de spreekwoordelijke fles. Bij een steekpartij kwam een 35-jarige Duitse man om het leven. Een Syriër en een Irakees zijn aangehouden, volgens het openbaar ministerie handelden ze niet uit wettige zelfverdediging. Dat leidde tot protestdemonstraties waarbij opnieuw de overheid zogenaamde rechts-populistische krachten viseert, terwijl ze beter de hand in eigen boezem zou steken. Het failliet van Merkels politiek (‘Wir schaffen das’) komt nu bovendrijven, en fatwa’s uitspreken tegen protestbewegingen en – partijen zal niet helpen. Integendeel. Als iemand de democratie nog ernstig neemt, zal het volk moeten geraadpleegd worden en is de rol van het politiek-correcte dwangdenken uitgespeeld.

Dat de (door de staat gesubsidieerde) media dit maar met vertraging oppikken, en zo lang mogelijk het business-as-usual devies van de zittende macht uitdragen, is ook al niet bevorderlijk voor het behoud van de rechtstaat. De leuze ‘Wir sind das Volk’, die tot de val van de Muur en het einde van de DDR-dictatuur leidde, wordt weerom bovengehaald, en dat is tot nader order de sterkste expressie van democratisch bewustzijn.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties