Wat is er mooier dan vrede tussen gezworen vijanden? Vooral wanneer je dat kan verkopen als een sprookje over mensen van Goede Wil die als bij toeval tot dit betere inzicht gekomen zijn? In ‘The Daily’, een podcast van The New York Times, vertelde Amerikaans correspondent en Midden-Oostenkenner Mark Landler hoe hij in maart 2018 deelnam aan een etentje. Dat werd door de ambassadeur van de Verenigde Arabische Emiraten in een bekend restaurant in Washington aangeboden aan bevriende journalisten. Tot…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Wat is er mooier dan vrede tussen gezworen vijanden? Vooral wanneer je dat kan verkopen als een sprookje over mensen van Goede Wil die als bij toeval tot dit betere inzicht gekomen zijn? In ‘The Daily’, een podcast van The New York Times, vertelde Amerikaans correspondent en Midden-Oostenkenner Mark Landler hoe hij in maart 2018 deelnam aan een etentje. Dat werd door de ambassadeur van de Verenigde Arabische Emiraten in een bekend restaurant in Washington aangeboden aan bevriende journalisten. Tot zover verliep alles diplomatisch normaal.
Tot iemand opmerkte dat, heel toevallig, ook premier Benjamin Netanyahu en zijn echtgenote daar zaten te eten. En iemand anders aan tafel suggereerde dat het een goed idee zou zijn als de premier en de ambassadeur elkaar even konden begroeten. Volgens het verhaal gingen beide heren daar spontaan graag op in. En zo werd de kiem gelegd voor wat op 14 augustus 2020 een formeel en volledig vredesverdrag zou worden tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten. Zo eenvoudig (en onwaarschijnlijk) kan het blijkbaar ook gaan.
Israël en de omringende Arabische landen
Het is inderdaad een historische overwinning voor Israël. Het eerste vredesakkoord werd in 1978 gesloten met Egypte. Dat was het resultaat van het vredesinitiatief van de Amerikaanse president Jimmy Carter. Het tweede werd afgesloten tussen Israël en Jordanië in 1994, in de nasleep van de Oslo-akkoorden in september 1993. Tot dan toe was er geen sprake geweest van officiële vredesverdragen. Slechts van een wapenstilstand na de oorlog tussen het jonge Israël en de Arabische landen.
Voor de Israëli’s stond de normalisering van de betrekkingen met de omringende Arabische landen op de agenda. Ze wisten evenwel dat de Arabische bevolkingen (de ‘Arabische straat’) dit nooit zouden dulden zolang er geen rechtvaardige oplossing kwam voor de verdreven of bezette Palestijnse ‘broeders en zusters’. Daarom ontwikkelde David Ben-Goerion een ‘strategie van de periferie’. Daardoor kon Israël goede betrekkingen aanknopen met niet-Arabische landen in de regio. Onder meer met Turkije en het Iran van de Sjah.
Intussen zijn de politieke en militaire verhoudingen in het Midden-Oosten grondig veranderd. Israël had nu twee opties. Het kon het Arabische, antizionistische ‘front van de weigering’ openlijk doorbreken. Of het kon het door geheime overeenkomsten, onder meer met Saoedi-Arabië, discreet maar efficiënt aantasten. Dit vredesverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten opent daarom de deur voor totaal nieuwe, tot voor kort ondenkbare, coalities en vormen van samenwerking.
De Palestijnen
Eén zaak moet duidelijk zijn. Er is geen sprake van ‘kampen die zich dieper zouden ingraven’. Alsof het hier zou gaan over een krachtmeting tussen enerzijds Israël en zijn bondgenoten en anderzijds de Palestijnen (vrijwel zonder bondgenoten). ‘De Palestijnen’, want voor Israël, de VS en de VN bestaat Palestina niet. Er is hooguit de in feite machteloze en fragiele, aan handen en voeten gebonden, Palestijnse Autoriteit.
De Palestijnen worden nooit bij beslissingen betrokken. Niet wanneer bijvoorbeeld een Amerikaanse president beslist de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen. Ook niet als er een ‘historisch en definitief’ vredesplan wordt voorgelegd. Noch wanneer de Israëlische president belooft stukken van de Palestijnse gebieden te annexeren. Niet wanneer wegen op die gebieden alleen aan Joden voorbehouden worden of dorpen en wijken door een afsluiting (‘veiligheidshek’ voor de enen, ‘apartheidsmuur’ voor de anderen) geïsoleerd worden. Nochtans gaat het bijna altijd over beslissingen die het leven van de Palestijnse mensen economisch, sociaal en zelfs medisch drastisch raken.
Overwinning voor Israël
Voor Israël is dit vredesverdrag dus een enorme overwinning. Het verzet van de Arabische staten wordt steeds meer symbolisch en retorisch. Het geringe vertrouwen dat de Palestijnen al hadden in de ‘Arabische solidariteit’ — één van de luidste slogans van de laatste zeventig jaar — blijkt een fata morgana te zijn wanneer de Realpolitik doorweegt.
Dat Benjamin Netanyahu daarvoor de geplande annexatie van gedeelten van de Westelijke Jordaanoever moest uitstellen, is een kleine prijs. Uitstel is immers geen afstel. Bovendien was men het in Israël nog niet eens over de mogelijke verdere gevolgen van die annexatie. En dan vooral van de logica ervan. Het zou namelijk in de eerste plaats uiteraard het definitieve einde betekenen van de ‘tweestatenoplossing’. Die staat nog steeds op de officiële internationale agenda. Rijst de vraag of men een Groot-Israël, dat op termijn het hele gebied zou annexeren, nog een democratie kan noemen. In het voorspelbare geval dat de meerderheid er niet langer Joods zou zijn. Commentatoren in Israël en de VS stellen zich trouwens de vraag of dit uitstel, dat men als een toegeving van Israël én een bescheiden overwinning van de VAE kan verkopen, premier Netanyahu op dit ogenblik niet goed uitkomt?
Vredespresident
Voor de Amerikaanse wapenindustrie kunnen wapenleveringen aan de Arabische staten een merkbare verlichting betekenen na de zware covid-19-crisis die de hele economie getroffen heeft. Meer nog. President Trump kan zijn eerste periode beëindigen als ‘vredespresident’. Een prestatie die reeds het blazoen van voorgangers als Jimmy Carter en de serieus aangeslagen Bill Clinton internationaal opgepoetst had. Vlak vóór de verkiezingen van november 2020 — waarvan de overwinning steeds minder zeker wordt — is deze geslaagde vredesmissie een niet te verwaarlozen troef voor Donald Trump.
In elk geval vormt een warme vriendschap met Israël een noodzakelijk onderdeel van het programma van elke Amerikaanse politicus en zeker van de president. President Obama heeft dat tot zijn schade ervaren. Ondanks de blijvende militaire en economische steun aan Israël en ondanks zijn feitelijke weigering om ook maar iets concreets voor de rechten van de Palestijnen te doen (‘No, I can’t!’), zette Benjamin Netanyahu hem op een nooit geziene manier in eigen land voor schut.
Zwak protest in Arabische straat
En De Verenigde Arabische Emiraten hebben juist gegokt, want tegenover de vele politieke, diplomatieke en economische voordelen van dit bondgenootschap met Israël en de versterkte banden met de VS is het politieke protest in de ‘Arabische straat’ bijzonder zwak gebleken, en wie trekt zich nog iets aan van woedende betogingen in Gaza of de Palestijnse Gebieden, of van de verwachte protestacties van pro-Palestijnse solidariteitsgroepen in de rest van de wereld?
Kortom: terwijl drie partijen zichzelf en elkaar terecht kunnen feliciteren, ziet het er voor de Palestijnen hopelozer uit dan ooit. Maar dat is blijkbaar geen nieuwscommentaar of editoriaal in de westerse pers waard. Zoals het einde van de Dreigroschenoper al luidde: ‘Und man siehet die im Lichte, die im Dunklen sieht man nicht’.