JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Ja, dit is schuldig verzuim

En neen, psychologen moeten niet telkens weer met flauwe theorieën voor de dag komen

ColumnJohan Sanctorum10/10/2019Leestijd 4 minuten
De massa is niet de norm, er is ook individuele verantwoordelijkheid

De massa is niet de norm, er is ook individuele verantwoordelijkheid

foto © Reporters / DPA

Omstandereffect kan een gedrag verklaren, maar we schieten er niet mee op. De massa is niet de norm, er is individuele verantwoordelijkheid

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het was het nieuwtje van de voorbije week: vorige woensdag zakte rond middernacht een man neer op de Kortrijkse Grote Markt, zonder dat voorbijgangers zich geroepen voelden om hem te helpen. Uiteindelijk is hij gestorven, en dit uitgerekend in de modelstad van Vincent Van Quickenborne. Dankzij camerabeelden kon men een achttal passanten identificeren: ze riskeren vervolging wegens schuldig verzuim, het niet bijstaan van een mens in nood.

Stof voor wat discussie, want wanneer moet men spreken van schuldig verzuim? Wie voelt zich geroepen om een dronkaard die zijn roes uit slaapt, wakker te maken? Hoe weten we dat iemand echt medische hulp nodig heeft? Gelukkig hebben de psychologen alvast een verklaring gegeven voor het gedrag van de voorbijgangers: ze spreken over het omstandereffect.

Op VRTNWS  doet ene Griet Van Vaerenbergh, lector sociale psychologie aan de Thomas More Hogeschool Antwerpen, dat haarfijn uit de doeken. Kortweg komt het erop neer dat we (over dat woordje ‘wij’ straks meer) minder geneigd zijn om tussen te komen bij een probleem, naarmate er zich meer volk rondom ons bevindt. We denken dan dat iemand anders de klus wel zal klaren en muizen er  gemakshalve vanonder.

De meerderheid en de uitzondering

De onderzoeker (E) overtuigt het subject (“Teacher” T) om pijnlijke electrische shocks – of dat is toch wat T gelooft – te geven aan een ander subject, die eigenlijk een acteur is (“Learner” L). T en L zijn afgescheiden en zien elkaar niet, maar horen elkaar wel. Veel subjecten bleven shocks toedienen, ongeacht de smeekbedes van de acteurs.

Het omstandereffect zowaar. Als psychologen met verklaringen afkomen, heb ik altijd het gevoel dat het warm water terug wordt uitgevonden en dat ik dat op een blauwe maandag ook wel had kunnen bedenken. Dikwijls worden ‘effecten’ of ‘syndromen’ bedacht die volgen uit statistische veralgemeningen, maar die zelden iets verhelderen over la condition humaine, de mens als bewust en veranderend wezen, iemand die keuzes maakt en beslissingen neemt. Alles is het gevolg van iets anders. Het individu en de groep worden gezien als ratten in een laboratorium, organismen die reageren op bepaalde stimuli op een stereotype manier, waaruit dan veralgemeningen volgen. Altijd wordt er finaal in de ‘wij’-vorm gesproken, ‘we doen dit’, ‘we doen dat’, alsof het een wetmatigheid geldt waaraan ‘wij’ moeten gehoorzamen.

Ook dat zogenaamd ‘omstandereffect’ ruikt naar gemakkelijk academisme en een bedenkelijk soort determinisme. Het verklaart alles en niets, en al zeker niet de diepere socialer oorzaken van onverschilligheid. Ja maar, zegt mevrouw Van Vaerenbergh, ‘hoe meer mensen over het omstandereffect horen en de mechanismen erachter herkennen, hoe beter het doorbroken kan worden’. Ik durf dat te betwijfelen. Psychologische verklaringen hebben veeleer de neiging om te berusten in de menselijke natuur, of wat daarvoor doorgaat, vooral in de gedragspsychologie.

Het fameuze experiment van Milgram uit 1963 aan de Yale-universiteit, waarbij in een proefsituatie mensen, in de rol van leraar, bereid zijn andere proefpersonen, in de rol van leerling, te bestraffen met elektrische schokken tot op een dodelijk niveau, gewoon omdat het van hen verwacht werd, is interessant omdat het inzicht geeft in het sociaal mechanisme van de foltering. Maar heeft dat soort experimenten geleid tot zoiets als een gedragsverandering? Neen, natuurlijk niet. Integendeel zelfs. We weten nu dat 70% die elektrische schokken wil toedienen, en dus is dat ook ‘normaal’. En wie wil niet voor normaal doorgaan?

Toch loont het misschien de moeite om op de minderheid te focussen, de 30% die de theorie van mevrouw Van Vaerenbergh niét bevestigt: interessanter dan de psychologische ‘wetmatigheid’, is het fenomeen dat sommige mensen hem blijkbaar overtreden en wél helpen. Ik heb het meegemaakt, echt: iemand die eruit zag als een zatlap, liggend tussen de struiken, en mensen die zich over hem bogen. Waar zit dan het verschil? Wat maakt dat de mens méér is dan een hoop radertjes? Waar komt die uitzondering vandaan die de regel niét bevestigt? Wat maakt dat iemand uit de angstige kudde treedt en zich toch over een roerloos lichaam buigt?

Ter vergelijking: in Thailand heeft men een aantal dode olifanten ontdekt die een kalfje hadden geprobeerd te redden dat in een waterval was gesukkeld. Tragisch, maar geen Kortrijks gezemel daar. Gaan we er eigenlijk wel op vooruit?

Opvoeding tot empathie én weerbaarheid

In de gemassificeerde samenleving is de verleiding groot om de mens als een rat te zien en de stad als een labyrint vol proefdieren, vee dat op trams wordt gestouwd of in de file staat te wachten. Nu ook 24u/24u met camera’s gevolgd, wat de veiligheid amper verhoogt, maar wel de controleerbaarheid van elk individu. In zo’n universum help je niemand recht, maar probeer je zelf rechtop te blijven en vooral niet op te vallen. Al het geleuter over ‘verbondenheid’ en solidariteit blijkt gebakken lucht die vooral bovendrijft in gemediatiseerde goede-doelen-spektakels als De Warmste Week, maar in de realiteit is het elk voor zich, en hopen dat men in de groep geborgenheid vindt. De cultus van het sentiment is een georganiseerd alibi voor de kuddegeest, ook op de Grote Markt van Kortrijk waar straks de kraampjes van de Kerstmarkt zullen verrijzen.

verzuimReporters / QUINET

De Brusselse Kerstmarkt

Het psychologiseren van alles en nog wat is goed voor de tewerkstelling van afgestudeerde psychologen, en voor journalisten om snel wat kopij te hebben, maar we schieten er niets mee op. Een vereenzaamde jongeman die ligt te creperen in een park, overleden bejaarden die pas maanden nadien in staat van ontbinding gevonden worden, het wijst op een fundamenteel euvel in onze versplinterde samenleving.

Dus ja, het goed dat de maatschappij dit als een anomalie ziet, letterlijk als schuldig verzuim. Ongeacht welke sanctie daar tegenover staat. Weglopen is laf en mensen niet helpen is niét ok. Empathie zou een sleutelrol moeten innemen het opvoedingsmodel, waar vooral techneuten en vakidioten worden klaargestoomd voor het beroepsleven en voor de heilige koe van de economie. Ik heb het dan niet over een soft levensbeschouwelijk bijvakje — of dat nu godsdienst, moraal of LEF heet —, maar echt over pedagogische core business, het propageren van een levenshouding ondersteund door een cultureel waardenpatroon. Jeugdbewegingen kunnen daarin een belangrijke ondersteunende rol spelen. Ook het tussenkomen bij agressie, wanneer bijvoorbeeld reizigers op tram of trein lastig gevallen worden, of wanneer een halvegare een mes trekt, is een reflex die kan aangeleerd worden, zonder dat er een psycholoog hoeft aan te pas te komen. Misschien eerder iemand die wat gevechtstechnieken en zelfverdediging aanleert.

Empathie en weerbaarheid sluiten elkaar niet uit, ze zijn aanvullend. Het zijn de twee hoekstenen van een mentaal gezonde samenleving, én de twee pijlers van cognitieve ontwikkeling. Benieuwd of de kersverse Vlaamse onderwijsminister daar überhaupt al een opinie over heeft.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties