JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Jambon of Valkeniers

Welke eendracht maakt macht?

Peter De Roover18/4/2012Leestijd 5 minuten

  Een discussie tussen Jan Jambon (N-VA) en Bruno Valkeniers (VB) legt een oude tegenstelling binnen de Vlaamse Beweging bloot. L’union fait la force, weet België. Maar welke eendracht is de beste voor Vlaanderen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het vraaggesprek met Jan Jambon, de kamerfractieleider van N-VA, dat ‘De Zondag’ op 15 april publiceerde, haalde het radionieuws en ook in de maandag- en dinsdagkranten werd er uit geciteerd. Jambon had gezegd dat N-VA geen akkoorden zal ondertekenen met het Vlaams Belang. ‘Als we dat in één gemeente zouden doen, krijgen we problemen in andere gemeenten’, vertelde Jambon. ‘Vlaams Belang heeft een vijand gemaakt van één bevolkingsgroep, namelijk van iedereen die de islam aanhangt. En wij geloven niet in dat maatschappelijk beeld.’


Vlaams Belang-voorzitter Bruno Valkeniers reageerde scherp. ‘De N-VA heeft altijd gesteld tegen het cordon sanitaire te zijn geweest. Niets blijkt echter minder waar. De N-VA heeft het cordon in de praktijk altijd op de meest consequente manier toegepast, onder het motto: “we werken niet samen met Vlaams Belang, anders verspelen we onze kansen bij de traditionele partijen”.’ Volgens de VB-voorzitter schoffeert de N-VA de Vlaamse Beweging.


Meteen vertrokken mails heen en weer binnen de Vlaamse Beweging, de ene om Jambon te kapittelen, de andere om hem te steunen. Dit relletje is bijzonder interessant, niet zozeer omdat het zou helpen de wiskundig aantoonbare Vlaams-nationale waarheid te ontdekken, wel om te zien waar het verschil tussen N-VA en Vlaams Belang zich situeert.


Cordon sanitaire


Als Wim verkondigt dat Jambon gelijk heeft en Koen situeert Valkeniers nadrukkelijk bij het rechte eind, dan leren we gewoon dat Wim past in het N-VA-denkkader en Koen in dat van het Vlaams Belang. Wellicht gaan beiden er van uit dé ene waarheid te verkondigen, terwijl het over twee verschillende meningen gaat.


Pikant detail bij dat alles is dat net Jan Jambon en Bruno Valkeniers in dit steekspel betrokken waren. Ze kennen elkaar heel erg goed. Beiden komen uit het Antwerpse en de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging, ondertekenden in andere hoedanigheden het zogenaamde Warandemanifest, bouwden een stevige loopbaan uit in de zakenwereld vooraleer de stap naar de partijpolitiek te zetten. Die gemeenschappelijkheden nemen blijkbaar niet weg, dat ze op een heel andere manier aan politiek willen doen.


Jambon zal zeker gelijk hebben als hij zegt dat het maatschappelijk beeld van het Vlaams Belang niet hetzelfde is als dat van N-VA. Als argument om geen coalities af te sluiten met die partij op gemeentelijk niveau, volstaat die vaststelling natuurlijk niet. Ook met het maatschappelijk beeld van andere partijen botst dat van N-VA en toch worden coalities daarmee niet bij voorbaat afgewezen. Of het maatschappijbeeld van het VB die partij al dan niet buiten de fatsoensperimeter van het politieke bedrijf plaatst, daarover zijn de meningen binnen N-VA verdeeld. Maar dat betreft niet eens de kern van de discussie.


Als Bruno Valkeniers daarop reageert met het verwijt dat N-VA het cordon sanitaire toepast, is dat hoedanook niet helemaal onterecht. Bij N-VA wordt daar tegen ingebracht dat de partij in het parlement concrete voorstellen van Vlaams Belang mee steunt als die sporen met het programma van N-VA. Maar als VB per definitie en bij voorbaat als gemeentelijke coalitiepartner wordt uitgesloten, dan past uiteraard tenminste de term ‘cordon sanitaire light’.


Spreekt Valkeniers anderzijds van het ‘schofferen van de Vlaamse Beweging’, dan vereenzelvigt hij de aanpak van zijn partij ten onrechte met die hele Vlaamse Beweging. Een deel gelooft in die VB-benadering en ander dan weer uitdrukkelijk niet.


Van buiten of van binnenuit


Jambon werpt op dat samenwerking met het Vlaams Belang in één gemeente elders voor problemen zorgt voor N-VA. Valkeniers zit eigenlijk op dezelfde lijn als hij beweert dat N-VA dan vreest kansen te verspelen bij andere, traditionele partijen.


Hier komen we bij het cruciale verschil tussen beide partijen. Om het met een beeld – en daarmee dus aan nuance opofferend – aan te geven: het Vlaams Belang wil ‘het Belgische systeem’ van buiten uit aanvallen, de muren neerhalen, de vijand bekampen met de stormram. N-VA kiest voor de strijd vanuit het centrum, binnenmuurs. Die partij wil van binnen werken, VB van buiten.


Achter die verschillende strategieën gaan ook karakteriële, pragmatische en programmatorische verschillen schuil. Bij N-VA passen woorden als evolutie, verdamping van België, beleidspartij, confederalisme, staatshervorming als tussenstap, handigheid; Vlaams Belang rijmt veel meer op zuivere onafhankelijkheid, revolutie, breuk, grote sprong, rechtlijnigheid. Gerolf Annemans vond dat zijn partij ‘vuil genoeg moest zijn’ om aantrekkelijk te blijven voor het eigen publiek. Een N-VA’er zou zoiets niet zeggen, aangezien die partij op een publiek mikt dat ‘vuil’ nooit als geuzennaam zou cultiveren.


Het is dan ook logisch dat het Vlaams Belang een akkoord met N-VA ziet passen in de pogingen om de muren met hulp van binnen te kunnen bestormen. Anderzijds is het even logisch dat N-VA zo’n akkoord met het Vlaams Belang in een of andere gemeente juist als een afbuiging naar de rand en weg van het machtscentrum beschouwt.


Opmerkelijk dat Bart Brinckman in De Standaard op 17 april 2012 het denkschema van het Vlaams Belang overneemt. Hij schrijft: ‘Als ze echt hun programma van Vlaamse onafhankelijkheid willen realiseren, zijn ze op elkaar aangewezen.’ Daarmee verwoordt hij hoe het Vlaams Belang daar over denkt, maar niet de N-VA-positie . Ooit heette dat het Forza Flandria-project. Als beide Vlaams-nationale partijen in Vlaanderen samen een meerderheid behalen, kunnen en moeten ze de onafhankelijkheid uitroepen (of een soevereiniteitsverklaring afleggen) in het Vlaamse parlement. Ze moeten die meerderheid dan op één of andere manier gebruiken als breekijzer.


N-VA beweert dan weer dat daarmee de Vlaamse onafhankelijkheid misschien kan worden uitgeroepen, maar niet verwezenlijkt. Zo’n stemming zou, in de N-VA-gedachte, wegens het te smalle maatschappelijk draagvlak neerkomen op een strovuur, dat snel zou doven of door de buitenwereld gedoofd worden. N-VA ziet meer heil in het loswrikken van de klassieke partijen uit het Belgische kader.


Verwijten Vlaams Belangers N-VA zoete broodjes te bakken met partijen die N-VA toch nooit zullen volgen in haar staatsvormende project, dan hoor je bij N-VA’ers de vraag stellen welk voordeel Vlaanderen er bij zou hebben indien Vlaams Belang enkele schepenmandaten kan binnenhalen in een Vlaams-nationale coalitie in één of andere gemeente of provinciestad, met als nevengevolg dat N-VA zich zou isoleren. Vlaams Belang zou uit machteloosheid uitsluitend mikken op waardeloze symboliek; N-VA zou uit machteloosheid aanschurken bij het establishment om schijnmacht toegeschoven te krijgen. Ter plaats trappelende principiëlen versus zich vastrijdende pragmatici. Het arsenaal aan verwijten is rijk.


Wellicht wordt het Vlaams Belang ook gedreven door meer ongeduld dan N-VA. Het zou een oneliner van een N-VA’er kunnen zijn om de toestand ‘ernstig, maar niet hopeloos’ te noemen. Een Vlaams Belanger zal daar eerder van maken dat de toestand ‘hopeloos en niet meer ernstig’ is.


Eigenlijk gaat deze oude strategiestrijd over de vraag hoe het Belgische motto ‘l’union fait la force’ moet worden vertaald. Het Vlaams Belang kiest voor ‘Vlaams-nationale eenheid maakt Vlaamse macht’, terwijl N-VA mikt op ‘Vlaamse eenheid maakt Vlaamse macht’.


Jambon noch Valkeniers verkondigden een wiskundige waarheid, ze blijken beiden loepzuivere vertegenwoordigers te zijn van twee stromingen in de Vlaamse Beweging die in elk van beide gevallen ook naadloos past bij de respectievelijke partijen waarvoor ze hebben gekozen. Het is een oud verhaal en een oude tegenstelling. Aangezien België nog bestaat, is de juistheid van geen van beide wegen ooit onweerlegbaar aangetoond en staat het elke Vlaamse Beweger vrij de ene optie superieur tegenover de andere te beschouwen.

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties