JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Joël De Ceulaer verkijkt zich op de tirannie van de meerderheid

Sam van Rooy22/11/2016Leestijd 12 minuten

Joël De Ceulaer schreef in De Morgen het essay ‘De tirannie van de meerderheid’ n.a.v. 25 jaar Zwarte Zondag. Sam Van Rooy antwoordt hem.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na een lang uitgevallen inleiding, die dient om de lezer ervan te overtuigen dat u een heuse ‘senior writer’ aan het lezen bent die er zelfs persoonlijk bij was op Zwarte Zondag, steekt Joël De Ceulaer, bescheiden als hij is, als volgt van wal: ‘Dit is een heel persoonlijk essay. Ik heb niet de pretentie dat mijn visie de enige juiste is.’ U begrijpt dus: De Ceulaers visie is alleszins juist, maar grootmoedig als hij is laat hij de opening dat andere visies ook juist kunnen zijn. Reeds hierin kan men De Ceulaers postmodern relativisme zien.

Hoewel ik reeds op mijn elf jaar boeken publiceerde, ben ik geen ‘senior writer’. Ik was bovendien slechts zes jaar oud toen het Vlaams Blok doorbrak. Toch zal ik u in wat volgt aantonen dat Joël zich in zijn ‘heel persoonlijk essay’ op verschillende punten schromelijk vergist.

 

Cordon médiatique

Joël De Ceulaer beweert (en dat deed hij eerder ook al) dat het cordon médiatique ‘verdwenen’ is, terwijl u in zijn eigen krant De Morgen, net als in De Standaard en Knack, nimmer een opinie van een Vlaams Belanger zult lezen. De Ceulaer zegt het cordon médiatique een ‘vergissing’ en ‘een beetje paternalistisch’ te vinden, maar het is nog altijd springlevend: het aantal persberichten en optredens van mijn partij dat de media negeren, is amper bij te houden. Vergelijk bijvoorbeeld de overvloedige media-aandacht voor het boek van Kristof Calvo en Dyab Abou Jahjah met de mediastilte rond het boek van Barbara Pas, waarin ze nota bene de communautaire stilte aanklaagt (De communautaire leegte, Uitgeverij Egmont).

Wie een ernstige media-analyse doet, zal vaststellen dat het Vlaams Belang zwaar ondervertegenwoordigd is in belangrijke politieke televisieprogramma’s, zowel ten opzichte van zijn electorale gewicht als ten opzichte van andere partijen (waarvan sommige, zoals Groen, serieus oververtegenwoordigd zijn). Wel geeft De Ceulaer toe dat het VB geweerd wordt uit amusementsprogramma’s, maar hij laat na te duiden hoe belangrijk dat (helaas) is: denk maar aan Bart De Wevers optreden in De Slimste Mens ter Wereld. Wanneer De Ceulaer wil laten zien dat het VB daarentegen niet wordt geweerd uit zogenaamde ‘infotainmentprogramma’s’, moet hij teruggrijpen naar een voorbeeld uit 2003 (meer dan tien jaar geleden!). Bovendien vergeet hij uit te leggen dat er een essentieel verschil is tussen de uitzonderlijke verkiezingsperiode enerzijds, waarbinnen de VRT min of meer verplicht is de verschillende partijen gelijk aan bod te laten komen, en de veel langere periode buiten verkiezingstijd anderzijds.

Tot slot is het zo dat wanneer het VB wél overvloedig persaandacht krijgt, dat doorgaans is wanneer de media iets hebben gevonden (of denken te hebben gevonden) om de partij in een slecht daglicht te stellen of belachelijk te maken. Ons doorwrocht Europa-Manifest dat we lanceerden om onze visie op de EU en de euro uit te doeken te doen, vinden mainstream media veel minder interessant dan een infantiele Minder minder minder-videogame. Het in de wereld sturen van halve waarheden (ons stemgedrag zonder de toelichting, bijvoorbeeld), alsook de framing door middel van woordgebruik (‘extreemrechts’), beeldmontage (dreigende achtergrondmuziek, selectief beeldmateriaal) en foto’s (donker, dreigend en/of met rare gezichtsuitdrukking), zijn beproefde methoden waar helaas heel wat voorbeelden van kunnen worden opgesomd.

Met andere woorden: wat De Ceulaer beweert, namelijk dat de zogenaamde (eerste) ‘bocht van Bracke’ (die van toen Siegfried nog VRT-journalist was) er indertijd voor heeft gezorgd dat de media het VB zijn beginnen te behandelen als een normale partij, is op zijn zachtst gezegd kort door de bocht. Het cordon médiatique is misschien subtieler geworden, iets minder expliciet, maar verdwenen is het geenszins.

 

Racisme

Vervolgens schrijft De Ceulaer dat in 2004 ‘één op de vier Vlamingen voor een racistische partij stemde’. ‘Racistische partij’? Op Zwarte Zondag zat De Ceulaer misschien nog op de eerste rij, maar vele jaren later in de rechtbank blijkbaar niet meer. Immers, dat het een politiek proces was waarbij de scheiding der machten met voeten is getreden en de term ‘racisme’ is mismeesterd als politieke strijdterm, staat buiten kijf. Ook om vandaag Geert Wilders te kunnen veroordelen voor zijn ‘Minder Marokkanen’, probeert men het begrip ‘racisme’ op te rekken, met name tot het ook nationaliteit (namelijk: ‘Marokkanen’) omvat. Deze bijzonder kwalijke strategie, die de vrije meningsuiting fundamenteel aantast en het begrip racisme dermate uitholt dat het niets meer betekent, vind ik overigens ook een grove schande voor de slachtoffers van écht racisme, namelijk zij die omwille van hun huidskleur of andere raciale kenmerken als minderwaardig worden beschouwd en/of behandeld.

Maar het lijkt erop dat De Ceulaer tot de politiek-correcte school behoort die de perverse uitholling van het begrip ‘racisme’ heeft bewerkstelligd en daar steeds verder in wil gaan. Ook het recente Pietenpact wordt door De Ceulaer lichtzinnig gekaderd als verzet tegen racisme. Kwalificaties als ‘extreemrechts’ en ‘de populisten’ worden door De Ceulaer lichtzinnig rondgestrooid. De Ceulaers vriend en vaste De Morgen-publicist Patrick Loobuyck vindt het Pietenpact ‘hoogst ongelukkig’, maar dan met name omwille van ‘de politieke recuperatie door nationalistische, populistische en extreemrechtse partijen’. Of Loobuyck daar ook Bart De Wever mee bedoelt, die geprobeerd heeft zijn potsierlijke ‘Roetveegpiet’ te verkopen als ‘Zwarte Piet moet Zwarte Piet blijven’, is me niet duidelijk. De Ceulaer was het overigens met me eens dat dat staaltje De Weveriaanse misleiding valt onder de categorie ‘subtiele oplichterij’.

 

Choquerend!?

De Ceulaer geeft drie voorbeelden van teksten waarvoor het VB indertijd veroordeeld is en schrijft: die ‘zijn – in het licht van wat een mens vandaag allemaal hoort – helemaal niet zo choquerend’. ‘Choquerend’? Ik dacht dat het over racisme ging? Ik geloof niet dat De Ceulaer hier louter een ander woord wilde gebruiken om zijn essay te pimpen. Hij beseft gewoonweg donders goed dat er aan die drie passages geen letter racistisch is en meer nog: dat het eigenlijk gewoon feitelijk vaststellingen zijn, die bovendien niets aan actualiteit hebben ingeboet. Hier zijn ze:

Voorbeeld 1: ‘We moeten echter de waarheid onder ogen durven zien. Die waarheid is dat Brussel stilaan aan het verworden is tot een stad waar de Brusselse Vlamingen verdwijnen, tot een stad die haar identiteit aan het verliezen is, tot een stad die verpaupert en waar de misdaad welig tiert, tot een stad ten slotte die langzaam maar zeker wordt ingepalmd door een mengelmoes van volkeren met een sterk Arabisch-islamitische inslag.’

Voorbeeld 2: ‘Ruim 40 procent van de gevangenisbevolking bestaat uit vreemdelingen. Bijna de helft van deze categorie zijn Turken en Noord-Afrikanen. Al deze vreemde gevangenen kosten ons 2,8 miljard per jaar.’

Voorbeeld 3: ‘Het ethisch imago van de islamitische wereld houdt maar stand zolang men niet achter de façade kijkt of de getuigenis van een islamitische vrouw hoort. In de islam is de vrouw binnen het huwelijk totaal rechteloos. De Koran voorziet uitdrukkelijk dat een man zijn vrouw mag slaan als hij vreest dat ze ongehoorzaam zou kunnen worden.’

Ik kan me niet voorstellen dat De Ceulaer nooit iets leest over het toenemend aantal wijken en gevangenissen in West-Europa waar gebeurt wat in respectievelijk voorbeeld 1 en voorbeeld 2 staat beschreven. Wat voorbeeld 3 betreft is de islamitische leer glashelder en krijgt men af en toe een kijkje achter de façade, en dat leverde bijvoorbeeld in Amsterdam pas nog de volgende reportage op: Deze vrouwen hebben al jaren geen daglicht gezien.

Met in het achterhoofd jihad- en shariabroeinest Molenbeek (voorbeeld 1), onze islamiserende gevangenissen (voorbeeld 2) en shariaraden in West-Europa, de vrouwonderdrukkende praktijken in islamitische landen en hartverscheurende getuigenissen van (moslim)vrouwen (voorbeeld 3), is het onvoorstelbaar dat De Ceulaer het kennelijk laakbaar vindt dat ‘veel van wat het Vlaams Blok jarenlang geroepen heeft, ondertussen volkomen mainstream is geworden’. Het VB heeft simpelweg altijd onverbloemd gezegd wat er aan het plaatsvinden is en voorspeld wat er bij gelijkblijvend beleid – dat op een aantal punten en komma’s na inderdaad al decennia hetzelfde is – nog zal gaan gebeuren (met Brussel en Zaventem op 22 maart 2016 als triest dieptepunt). Voorspellen doen wij vandaag nog steeds: zo zijn wij het met de baas van de Franse veiligheidsdienst (Patrick Calvar) eens dat bij gelijkblijvend beleid in West-Europa burgeroorlogen in het verschiet liggen, en met de Nederlandse ex-Eurocommissaris Frits Bolkestein dat de euro in zijn huidige vorm gedoemd is om te verdwijnen.

 

Mainstream

Het is juist dat een aantal van onze vaststellingen en analyses deels mainstream zijn geworden – evenwel zéér mondjesmaat: je kunt ze bij naam noemen, zoals een Luckas Vander Taelen – maar dat geldt geenszins voor het beleid waarvoor het VB pleit. Mocht het door ons voorgestelde beleid écht mainstream zijn geworden, dan ging er bijvoorbeeld vandaag geen 40 miljoen euro van de Belgische schatkist naar de tirannieke islamiserende sultan Erdogan in het kader van de EU-chantagedeal, terwijl de beleidsmakers blijkbaar geen 22 miljoen euro willen vinden voor gehandicapten die al meer dan tien (10!) jaar op wachtlijsten staan. Talloze zulke eigen volk laatst-voorbeelden kunt u op onze website terugvinden, met name in de persberichten die door de krant van De Ceulaer worden genegeerd.

De Ceulaer gooit echter op lichtzinnige wijze woorden en daden op één hoop. Hij schrijft: ‘Het debat en het beleid stonden de voorbije 25 jaar in het teken van de potentiële Vlaams Blok-kiezer. Van de zwijgende meerderheid, die zeker niet tegen de haren mocht worden ingestreken. Dat zou immers contraproductief zijn geweest. Het buikgevoel van de blanke Vlaming is altijd het kompas geweest waarop politici voeren. De facto kwam dat neer op een soort emotionele tirannie van de meerderheid. 

De simpele waarheid is dat een groot aantal potentiële VB-kiezers, dat een aantal jaren geleden naar de N-VA is gegaan in de hoop dat die partij een VB-beleid zou voeren, nu geleidelijk aan van een kale reis is aan het terugkeren. Waar de N-VA regelmatig VB-achtige dingen roept maar nooit wezenlijk VB-achtige daden stelt – integendeel zelfs: onder het mom van een zogenaamde ‘Europese islam’ nemen moskeesubsidies alleen maar toe, bijvoorbeeld – zeggen de drie traditionele partijen zelden iets radicaals (dat betekent, voor alle duidelijkheid: iets dat naar de radix, de wortel, de kern gaat), laat staan dat ze een radicale maatregel zouden nemen. Meer nog: wanneer de N-VA weer eens meent stoere maar loze woorden de wereld in te moeten sturen om potentiële VB-kiezers te paaien, wordt ze niet zelden door de traditionele partijen op de vingers getikt. Mocht de stelling van De Ceulaer kloppen, namelijk dat ‘Vlaanderen al 25 jaar onder de tirannie van een virtuele Vlaams Blok-meerderheid leeft’, dan vraag ik me af hoe het komt dat iets als ‘genderneutrale toiletten’ serieus wordt besproken en ingevoerd.

Toch beweert De Ceulaer een aantal voorbeelden te hebben die zogezegd aantonen dat de potentiële VB-kiezer het beleid bepaalt. Zo wijst hij op het feit dat de eerste moskeeën pas werden gefinancierd 30 jaar na de erkenning van de islam in 1974. De Ceulaer: ‘Reden: politici liepen met een grote bocht om de islam heen, uit vrees voor islamknuffelaar te worden uitgescholden.’

Heeft De Ceulaer dan niet gehoord van de oprichting – in 1969! – van het Islamitisch Cultureel Centrum van België (ICC) (de Grote Moskee van Brussel)? Wordt de islam slechts gepamperd door er belastinggeld tegenaan te gooien? Valt het feit dat België de Saoedi’s heeft gefaciliteerd die met hun oliegeld hier de islam verspreiden daar niet onder? En Turkije, dat hier via de vinnige inplanting van moskeeën de lange arm van Erdogan heeft binnengebracht? Probeer anders eens, met eigen centen, een kerk te bouwen in het Midden-Oosten. Enfin, de voorbeelden van eenzijdige, niet-wederkerige facilitering en pampering van de islam, evenredig toenemend met het aantal moslims hier, zijn legio. Bovendien: welke religies zijn hier níet erkend en krijgen tot op vandaag géén centen? Heel wat minderheden komen in het zogenaamde ‘diversiteitsbeleid’ zelden of nooit aan bod, het is de moslimgemeenschap die voortdurend eist en alle aandacht en energie naar zich toetrekt.

Tweede ‘voorbeeld’ van De Ceulaer: ‘Mensen met een migratieachtergrond hebben een achterstand in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Men is niet in staat om een doortastend beleid op poten te zetten. Reden: politici lopen met een grote bocht om dat probleem heen, uit vrees de meerderheid tegen zich in het harnas te jagen – over quota op de werkvloer durft zelfs niemand meer te praten, hoewel quota voor vrouwen de normaalste zaak van de wereld zijn.’

Ten eerste: het zijn vooral moslims die een achterstand hebben in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en de hoofdoorzaak daarvan is hun islamitische cultuur die geen libido sciendi bevat. Met pakweg Vietnamezen en Chinezen is er geen enkel probleem, integendeel: niet-islamitische Aziaten doen het doorgaans zelfs beter dan autochtonen. Dat verander je dus niet met ‘positieve discriminatie’ of quota. Ook vrouwen zijn op termijn niet gediend met totalitair maakbaarheidsgepamper. Het is trouwens ook kort door de bocht om vrouwen en allochtonen (en gehandicapten) op één hoop te hooien. Bovendien is het toch ook de logica zelve dat werkgevers vrij zijn in wie ze al dan niet aanwerven? Ten tweede: De Ceulaer toont simpelweg niet aan dat ‘niemand nog over quota op de werkvloer durft te praten’ uit angst om het ‘buikgevoel van de blanke Vlaming’ niet te volgen. Mocht dat zo zijn, waarom werd er dan recent zo uitvoerig gepraat over ‘mystery calls om discriminatie op arbeidsmarkt tegen te gaan’? Meer nog, in de dienstenchequesector kómen er  mystery calls: N-VA-minister van werk Philippe Muyters bereikte daarover een akkoord met de sector en organiseert ook ‘een bredere informatiecampagne tegen discriminatie op de arbeidsmarkt en een geactualiseerd actieplan’. Het Vlaams Parlement keurde een resolutie goed met daarin onder meer extra preventie (zoals informatiecampagne) en versterkte controles door de inspectie. De initiatieven van de laatst decennia zowel in het onderwijs (bijvoorbeeld speciale ouderavonden voor allochtone ouders) als inzake werk (bijvoorbeeld de VDAB die specifiek inzet op asielzoekers), zijn legio en uniek zowel in historisch als in geografisch opzicht. Ik kan me inbeelden dat dit voor tirannieke maakbaarheidsutopisten die denken dat wij van elke knol een raspaard kunnen en moeten maken niet ver genoeg gaat, maar beweren, zoals De Ceulaer, dat er een taboe heerst op overheidsingrijpen om bepaalde migrantengroepen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt vooruit te helpen, is nonsens.

Het derde voorbeeld van De Ceulaer betreft een van zijn allochtone idolen, Dyab Abou Jahjah, die volgens hem ‘gecriminaliseerd’ werd. Zelfs al zou dat zo zijn – we zullen maar zwijgen over Abou Jahjahs leugenachtige asielparcours, zijn pleidooi als AEL-voorman om de sharia in te voeren, zijn goebelliaanse ophitsing tegen Joden met uitspraken als ‘La valise ou le cerceuil’ en zijn obsessieve stroom van leugens over de Jood onder de naties (Israël) – dan is dat alleszins zwaar overgecompenseerd doordat Abou Jahjah disproportioneel veel media-aandacht krijgt (vanwege geestverwanten van De Ceulaer) en al bijna drie jaar een vaste column in De Standaard heeft – wat bijzonder is voor iemand die nog geen tweet zonder taalfout kan schrijven.

 

Mestkevers

De Ceulaer ziet als enige ‘cruciale uitzondering’ een aantal maatregelen in het 70-puntenplan ‘die andere partijen nooit hebben overgenomen’. Los van het feit dat het in de praktijk brengen van die maatregelen onze samenleving misschien veel ellende, centen en slachtoffers had bespaard – misschien moet die hypothese eens eerlijk onderzocht worden? – kraamt De Ceulaer ook hier onzin uit, want eigenlijk betekent hetgeen hij zegt dat verder al onze programmapunten zijn uitgevoerd. Ik raad De Ceulaer dan ook stellig aan om aandachtig onze verkiezingsprogramma’s te lezen en ze te vergelijken met het daadwerkelijk gevoerde beleid.

De Ceulaer stelt dat ‘het debat prettiger en rechtvaardiger’ zou zijn wanneer meer mensen de overtuiging zouden delen van de liberale Mechelse burgemeester Bart Somers, namelijk dat ‘wij allemaal nieuwkomers zijn in deze superdiverse samenleving’. Het probleem is: die zogenaamde ‘superdiverse samenleving’ is een mythe. De realiteit is dat steeds meer wijken en steden bezig zijn te islamiseren tot een islamitische monocultuur, het tegenovergestelde van ‘superdiversiteit’. Er zíjn geen noemenswaardige structurele problemen met Vietnamezen, Brazilianen, Chinezen, Italianen, Armeniërs, Indiërs, Arabische christenen, hindoes, sikhs, boeddhisten, joden, zoroasters en andere nationaliteiten en religies die hier een kleine of piepkleine minderheid zijn. Wel met moslims. De zogenaamde ‘tirannie van de meerderheid’ waar De Ceulaer het over heeft, bestaat in steeds meer wijken en steden in West-Europa met moslimmeerderheid, soms no-go zones, waar het als vrouw, niet-moslim of niet-hetero steeds moeilijker wordt om vrij en veilig over straat te lopen. Dat de ‘blanke meerderheid nog altijd de norm is’, zoals De Ceulaer stelt, moet hij eens proberen te gaan vaststellen in dat soort wijken en steden, bij voorkeur samen met camera- en geluidsman of in de zomer met zijn kortgerokte vrouw. Of, misschien nog erger, zoals ik, hand in hand met een Iraans uitziende ongesluierde jongedame. Asielcentra zijn door de zogenaamde ‘vluchtelingecrisis’ een mini-Midden-Oosten met eerwraak, vrouwonderdrukking, clangevechten en intimidatie van niet-moslims en niet-hetero’s. Dat belooft voor de toekomst van onze wijken en steden.

Het verzet tegen die evolutie, van mensen die de verloedering en islamisering bij hen in de stad, elders in hun regio of via de televisie vaststellen, kan inderdaad soms onbehouwen, agressief of ronduit racistisch worden geuit. Maar De Ceulaer wil hun reactie negatief framen als louter ‘emotioneel’, en dat is verkeerd. Hij doet zijn best om te laten zien dat hij anders is dan de meeste journalisten door te schrijven: ‘In een democratie moet er begrip en aandacht zijn voor alle stemmen. Ook voor die van de Trumpisten, de brexiteers en de populistische kiezers bij ons en elders in Europa. Die mensen zijn niet dom of idioot, en het is zeer ongepast om op hen neer te kijken. In een democratie is elke stem evenwaardig. Punt.’

Tegelijkertijd zet De Ceulaer die kiezers weg als de door ‘emoties’ gestuurde ‘zwijgende meerderheid’. Bovendien hangt hij zijn betoog op aan een achterhaalde tweedeling tussen enerzijds ‘het buikgevoel van de blanke Vlaming’ en anderzijds… ja wie eigenlijk? Ik zou ze niet de kost willen geven, de vele (niet-blanke) allochtonen die het gulle asielopvangbeleid, het EU-totalitarisme, het islamofiele beleid en het oikofobe Pietenpactgezeik spuugzat zijn. Ik weet dat, want ik ken namelijk veel zulke mensen. Treffend toch ook dat heel wat ‘boze Arabische vrouwen’ (neem een Wafa Sultan) inzake de islam(isering) exact hetzelfde zeggen als die ‘boze blanke mannen’ of ‘buikgevoel-Vlamingen’ die de islam(isering) verwerpen.

De Ceulaer: ‘Door de potentiële kiezers van extreemrechts en andere populisten voortdurend te ontzien – oeps, bijna schreef ik: te pamperen – heeft men het populisme alleen maar groter gemaakt.’ ‘Ontzien’? De kiezers waarover het hier gaat zijn door establishmentfiguren standaard weggezet als idioten, racisten, ‘deplorables’, mestkevers enzovoort. In peilingen durven ze uit angst hun mening niet te geven en bij de vakbond, in het onderwijs, bij de overheid en andere bedrijven zijn ze vaak niet welkom.

Het is natuurlijk ook van de pot gerukt dat De Ceulaer kennelijk niet wil zien dat de heersende waanidee is dat racisme steevast iets is van blank ten opzichte van niet-blank, terwijl het juist de westerse (‘blanke’) wereld is die het antiracisme heeft uitgevonden en obsessief in de praktijk brengt. In zijn boek De ongelukkige identiteit stelt de Franse filosoof Alain Finkielkraut: ‘Nooit meer een collectief bouwen op de uitsluiting of de vervolging van een ander. Dat was de grote belofte van het Europa na Hitler.’ Om een herhaling van Auschwitz te voorkomen, moet iedereen zich openstellen voor de Ander, die per definitie zwak en onderdrukt is. Dat juist die Ander weleens onderdrukkend en racistisch zou kunnen zijn, en ons zelfs wil kapotmaken was (en is) geen optie: ‘het pedagogisch programma van het antiracisme,’ aldus Finkielkraut, laat die (ongemakkelijke) idee niet toe. In dit verband kan men ook spreken van het bijzonder laakbare ‘racisme van de lage verwachtingen’ (Maajid Nawaz).

Joël De Ceulaer wil de stelling bestrijden dat wie met open vizier het debat wil voeren en zich verzet tegen zogenaamde ‘racistische’ fenomenen ‘van Vlaams Blok tot Zwarte Piet’, ‘de populisten alleen maar sterker maakt’. Hij vergist zich: ‘de populisten’ worden er wel degelijk sterker door, want mensen pikken het niet dat a) ze onterecht van racisme of xenofobie worden beschuldigd; b) racisme eenzijdig-obsessief bij de blanke westerling wordt gelegd; en c) hun cultuur en tradities worden vernietigd. Dat, en niets anders, is de reden dat Trump heeft gewonnen, en het is nog maar het begin.

Foto: (c) De Morgen

Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.